In deze zaak hebben verzoekers, afkomstig uit Somalië, een verzoek ingediend tot erkenning van hun minderjarige kinderen. Verzoeker 1 heeft de Nederlandse nationaliteit en verzoeker 2 is eerder traditioneel gehuwd in Somalië. De Gemeente Lelystad heeft de erkenning geweigerd omdat verzoeker 2 nog gehuwd zou zijn met haar eerste echtgenoot, van wie zij sinds 2009 geen contact meer heeft gehad. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 mei 2015, waarbij de verzoekers en hun advocaat aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen zijn geboren binnen het huwelijk van verzoeker 2 en haar eerste echtgenoot, en dat er geen bewijs is overgelegd dat dit huwelijk is ontbonden. Hierdoor kon verzoeker 1 de minderjarigen niet erkennen volgens het Nederlands recht.
De rechtbank heeft ook overwogen dat, hoewel verzoekers aanvoeren dat Somalisch recht van toepassing is, het Nederlands recht van toepassing is omdat de minderjarigen in Nederland zijn geboren. De rechtbank concludeert dat de ambtenaar van de burgerlijke stand terecht heeft geweigerd een erkenningsakte op te maken, aangezien er al twee juridische ouders zijn. Het verzoek van verzoekers om de erkenning door verzoeker 1 als vader van de minderjarigen werd afgewezen. De rechtbank merkte op dat als in een lopende procedure tot ontkenning van het vaderschap blijkt dat de eerste echtgenoot van verzoeker 2 niet de vader is, er geen belemmeringen zijn voor de erkenning door verzoeker 1.
De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek afgewezen, en verzoekers zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.