ECLI:NL:RBMNE:2015:3368

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 mei 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
15-2008
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende persoonsgegevens

Op 13 mei 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen verzoekers en de Belastingdienst/Toeslagen. Verzoekers, woonachtig te [woonplaats], hebben beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 13 maart 2015. Daarnaast hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij de verstrekking van hun persoonsgegevens zou worden verboden, met de mogelijkheid van een dwangsom per overtreding.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in acht genomen, dat de mogelijkheid biedt om zonder zitting uitspraak te doen indien het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond is. Tevens is artikel 8:81 van de Awb besproken, dat de voorzieningenrechter de bevoegdheid geeft om een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed dat vereist.

In deze zaak heeft de rechtbank vastgesteld dat er geen lopende bezwaar- of beroepsprocedure meer is, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk werd verklaard. De voorzieningenrechter heeft dan ook besloten om het verzoek zonder verder onderzoek ter zitting niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 mei 2015, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 15/2008

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 mei 2015 in de zaak van

[verzoekers], te [woonplaats], verzoekers

(gemachtigde: H. van der Deen),

en

de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder

(gemachtigde: I.M. Genee).

Procesverloop

Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen verweerders besluit van 13 maart 2015.
Verzoekers hebben voorts de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat de verstrekking van de persoonsgegevens van verzoekers wordt verboden met daarin per overtreding een nader te bepalen dwangsom.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder dat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
2. Op grond van artikel 8:81 van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3. Bij uitspraak van 13 mei 2015 heeft de rechtbank het hiervoor genoemde door verzoekers ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter stelt dan ook vast dat er geen bezwaar– dan wel beroepsprocedure meer loopt, zodat het verzoek met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb zonder onderzoek ter zitting niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.E. van der Does, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.N. Foppen, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2015.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.