ECLI:NL:RBMNE:2015:3367
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit huurtoeslag en verstrekking persoonsgegevens
In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, waarin hun huurtoeslag over het jaar 2011 definitief op nihil is vastgesteld en een terugvordering van teveel betaalde voorschotten is gedaan. De rechtbank heeft op 13 mei 2015 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat eisers geen belanghebbenden zijn bij het bestreden besluit, omdat hun belang in de bescherming van persoonsgegevens ligt, terwijl het besluit betrekking heeft op de huurtoeslag van een derde, [A]. De rechtbank concludeert dat eisers niet voldoen aan de criteria van belanghebbendheid zoals vastgelegd in de Awb, en verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Daarnaast merkt de rechtbank op dat de bezwaren van eisers tegen de verstrekking van hun verzamelinkomens aan [A] moeten worden opgevat als verzoeken op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbpr). Verweerder dient hier nog op te beslissen. De rechtbank wijst erop dat eisers, na de beslissing van verweerder, de mogelijkheid hebben om bezwaar te maken tegen die besluiten. Tot slot is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending.