ECLI:NL:RBMNE:2015:3318

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
16-702407-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van witwassen van een Mercedes Benz

Op 22 april 2015 heeft de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van witwassen van een Mercedes Benz. De verdachte, geboren in 1986 en thans gedetineerd in PI Amsterdam, werd op 8 april 2015 ter terechtzitting bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.F. Ronday. De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met een ander een Mercedes Benz had witgewassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.

De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld, waarbij de officier van justitie het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen wilde verklaren. De verdediging stelde echter dat de verdachte de auto niet had witgewassen, maar deze had gekocht voor € 42.000,- en dat de auto was overgedragen ter aflossing van een schuld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de auto had gekocht met contant geld, terwijl hij geen legale inkomsten had. Dit leidde tot de conclusie dat het geld vermoedelijk uit een misdrijf afkomstig was.

De rechtbank achtte het ten laste gelegde bewezen en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van acht weken, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werd de Mercedes Benz, die in beslag was genomen, verbeurd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachte gebruik hadden gemaakt van een schijnconstructie om de werkelijke eigenaar van de auto te verhullen. De uitspraak benadrukte de ernst van het witwassen en de impact daarvan op de integriteit van het financieel en economisch verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/702407-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 22 april 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres], [postcode] te [woonplaats],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Amsterdam, HvB Het Schouw.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2015. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. R.F. Ronday, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander een Mercedes Benz heeft witgewassen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte de auto niet heeft witgewassen. De aankoop van de auto is door verdachte verklaard en de auto is overgedragen ter aflossing van een schuld. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Verdachte, wonende te Maarssen, is op 23 augustus 2013 te Utrecht staande gehouden als bestuurder van een Mercedes, voorzien van kenteken [kenteken]. [2] Volgens de Rijksdienst voor het Wegverkeer had de auto in de periode daaraan voorafgaand de volgende tenaamstellingen:
  • vanaf 14 mei 2013: [verdachte], zijnde de zus van verdachte,
  • vanaf 17 mei 2013: [A], zijnde de ex-vriendin van verdachte, en
  • vanaf 16 augustus 2013: [medeverdachte], zijnde de medeverdachte.
Verdachte verklaart deze Mercedes te hebben gekocht voor € 42.000,-. Dit bedrag heeft hij bij de garage contant betaald. Verdachte was de eigenaar van de auto. De auto is eerst op naam gesteld van zijn zus en daarna van zijn ex-vriendin. Vervolgens is de auto op naam gesteld van medeverdachte [medeverdachte]. Verdachte heeft geen werk en heeft nooit een uitkering ontvangen. [4] Hij heeft vaak geld geleend om te kunnen overleven en heeft schulden bij zijn bank en zorgverzekering. [5] Verdachte heeft geen spaargeld en zegt niet te kunnen sparen. [6]
Bij de Belastingdienst zijn van de jaren 2008 tot en met 2013 geen loongegevens of gegevens betreffende vermogen van verdachte aanwezig. [7]
De medeverdachte [medeverdachte] heeft bevestigd dat de auto op zijn naam is gesteld. [8]
[medeverdachte] heeft in oktober 2013 verklaard leningen en schulden te hebben bij banken en leasemaatschappijen. [9] Er loopt faillissement op zijn bedrijf. [10] [medeverdachte] is bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 29 november 2011 in staat van faillissement verklaard. [11] Bij het aanvragen van een bijstandsuitkering heeft [medeverdachte] in januari 2012 verklaard dat hij sinds 2008 geen inkomsten meer heeft en leefde van de opbrengst van verkochte bezittingen. In 2011 was al het geld van de verkochte spullen op. [12]
Bij de Belastingdienst zijn van de jaren 2009 tot en met 2011 geen loongegevens of andere inkomensbronnen van [medeverdachte] bekend. In 2012 en 2013 heeft hij een bijstandsuitkering ontvangen ter hoogte van respectievelijk € 15.305 en € 11.068. [13] Het saldo op de rekeningnummers van [medeverdachte] is in 2012 € 506 en € 17. [14] De medeverdachte heeft een schuld openstaan bij de Belastingdienst ter grootte van € 50.508,-. [15]
Bewijsoverweging
Aan de hand van de genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte voor € 42.000,- een Mercedes heeft gekocht, die hij met contant geld heeft betaald. Verdachte was de eigenaar van deze auto en hij heeft deze op naam gesteld van een ander. Uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat verdachte op basis van zijn inkomen en vermogen niet kan beschikken over een dergelijk geldbedrag. Gelet op deze feiten en omstandigheden is sprake van een vermoeden dat het geld uit enig misdrijf afkomstig was en van witwassen.
Verdachte heeft gesteld dat het geld een legale herkomst had, namelijk dat hij dit bedrag heeft gewonnen met pokeren. Ondanks door de politie en ter zitting bevraagd te zijn, heeft verdachte hierover geen (voldoende) concrete en verifieerbare gegevens willen verschaffen. Onder deze omstandigheden wordt geen waarde gehecht aan de verklaring van verdachte. Gelet op de hoogte van het contante geldbedrag en de omstandigheid dat verdachte geen legale inkomstenbron heeft, kan het niet anders dan dat dit geldbedrag en daarmee de Mercedes -middellijk of onmiddellijk- van misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte hiervan op de hoogte was.
Door verdachte en de medeverdachte is gebruik gemaakt van een schijnconstructie, opgezet om te verhullen wie de werkelijke rechthebbende van de auto was door de auto op naam van de medeverdachte te stellen terwijl niet hij, maar verdachte de eigenaar was. De verklaring van verdachte hierover, dat het eigendom van de auto is overgedragen ter aflossing van een schuld, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Hierbij is gelet op de financiële positie van de medeverdachte, de wisselende verklaringen van de medeverdachte over zijn inkomen en bezit en het ontbreken van enige onderbouwing van deze lening. De rechtbank acht de verklaring van verdachte hierover dan ook onvoldoende concreet en verifieerbaar.
Gelet op de omstandigheid dat de medeverdachte de auto op zijn naam heeft gesteld zonder een legale economische verklaring komt de rechtbank tot het oordeel dat de medeverdachte ook weet had van het feit dat de betreffende auto -middellijk of onmiddellijk- uit enig misdrijf afkomstig was.
De rechtbank acht het ten laste gelegde, te weten -kort gezegd- medeplegen van witwassen van een Mercedes Benz, wettig en overtuigend bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in de periode van 14 mei 2013 tot en met 23 augustus 2013 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
van een voorwerp, te weten een personenauto (merk: Mercedes Benz, voorzien
van het kenteken [kenteken]), de herkomst heeft verhuld en heeft verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten die auto, was
en
een voorwerp, te weten een personenauto (merk: Mercedes Benz, voorzien van
het kenteken [kenteken]), heeft verworven en voorhanden heeft gehad,
terwijl hij en zijn mededader wisten dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als: medeplegen van witwassen.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien weken met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich -deels samen met een ander- schuldig gemaakt aan het witwassen van een personenauto. De dagwaarde van deze auto is bepaald op € 33.000,-. Het witwassen van voorwerpen en gelden heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het financieel en economisch verkeer en op de openbare orde. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op de inhoud van een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 februari 2015, waaruit blijkt dat hij meermalen eerder is veroordeeld.
Gelet op de ernst van het feit, het strafblad van verdachte, zijn rol in het geheel, de waarde van de witgewassen auto en de strafmaat in soortgelijke zaken acht de rechtbank passend en geboden oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van acht weken, met aftrek van de duur van het voorarrest.

9.Het beslag

9.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting een beslaglijst overgelegd en gevorderd tot verbeurdverklaring van de onder verdachte in beslag genomen Mercedes Benz.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gelet op de bepleitte vrijspraak verzocht tot teruggave van de onder verdachte in beslag genomen goederen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat het op de beslaglijst aangeduide goed, te weten de Mercedes Benz, onder verdachte in beslag is genomen. Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen merkt de rechtbank verdachte ook aan als rechthebbende van de auto. Nu de auto een voorwerp betreft met betrekking tot welke het feit is begaan, acht de rechtbank deze vatbaar voor verbeurdverklaring.
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier ook vast dat een horloge, merk Audemars Piquet, bij gelegenheid van het onderzoek in beslag is genomen. Verdachte heeft verklaard dat dit goed aan hem toebehoort. Door een taxateur is vastgesteld dat dit een merkvervalsing betreft. Het ongecontroleerde bezit hiervan is dan ook in strijd met de wet en/of het algemeen belang. Nu het voorwerp kan dienen tot het begaan van soortgelijke strafbare feiten, namelijk fraude gerelateerde delicten, zal de rechtbank dit horloge onttrekken aan het verkeer.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 47, 55, 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op: medeplegen van witwassen.
Strafbaarheid
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
acht weken.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beslag
Verklaart verbeurd het hierna te noemen inbeslaggenomen voorwerp, zoals weergegeven op de beslaglijst, te weten:
1 Personenauto [kenteken] MERCEDES-BENZ C63 AMG 2008 Kl: wit,
waarde: 33000.00, goednummer: 925302
Verklaart onttrokken aan het verkeer het hierna te noemen inbeslaggenomen voorwerp, zoals weergegeven op de Kennisgeving van inbeslagneming (pagina 447 van het dossier), te weten:
1 Horloge Audemars Piguet Pride of Mexico, opschrift 34/50, zwarte lederen band, goudkleurig, goednummer: 996117
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen, voorzitter,
mrs. N.E.M. Kranenbroek en G.A. Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.M. Strijbos, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 april 2015.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2013 tot en met 23 augustus 2013, te
Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, en/of te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van een voorwerp, te weten een (personen)auto (merk: Mercedes Benz, voorzien
van het kenteken [kenteken]), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de
vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of
heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een
voorwerp, te weten die auto, was
en/of
een voorwerp, te weten een (personen)auto (merk: Mercedes Benz, voorzien van
het kenteken [kenteken]), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft
overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten een
(personen)auto (merk: Mercedes Benz, voorzien van het kenteken [kenteken]),
gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, nr. PL0910-2013189152 (onderzoek 09-POB-319), bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 827). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 63.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 13.
4.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 8 april 2015.
5.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], pagina 465.
6.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], pagina 467.
7.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 79.
8.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte], pagina 500.
9.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte], pagina 498.
10.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte], pagina 496.
11.Een geschrift, te weten het vonnis van de rechtbank Utrecht van 29 november 2011, pagina 586.
12.Een geschrift, te weten een verklaring van [medeverdachte] bij gemeente Amsterdam, pagina 645.
13.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 114.
14.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 115.
15.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 116.