ECLI:NL:RBMNE:2015:3317

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
16-703274-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van witwassen van een Mercedes Benz

Op 22 april 2015 heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van witwassen. De verdachte, geboren in 1967 en ingeschreven op een adres in Nederland, werd bijgestaan door zijn advocaat mr. R.F. Ronday. Tijdens de zitting op 8 april 2015 werd de tenlastelegging gewijzigd, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het samen met een ander witwassen van een Mercedes Benz en een geldbedrag van € 45.000,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.

De officier van justitie vorderde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen werd verklaard, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte niet op de hoogte was van de illegale herkomst van de auto en het geld. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er voldoende bewijs was dat de verdachte en zijn medeverdachte gebruik maakten van een schijnconstructie om de werkelijke eigenaar van de auto te verhullen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat de auto en het geld afkomstig waren uit een misdrijf.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van witwassen en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken. Daarnaast werd er een beslissing genomen over het beslag, waarbij de rechtbank oordeelde dat de in beslag genomen goederen, waaronder een horloge, niet aan de verdachte konden worden teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Midden-Nederland, met de voorzitter en twee andere rechters.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/703274-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 22 april 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres], [postcode] te [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2015. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. R.F. Ronday, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander een Mercedes Benz en een geldbedrag van € 45.000,- heeft witgewassen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te verklaren. Primair heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een schijnconstructie, niet van een lening tussen verdachten, en dat de auto is witgewassen. Subsidiair, als de rechtbank voor oordeel is dat wel sprake is geweest van een lening, is zowel het geldbedrag als de auto witgewassen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte de auto niet heeft witgewassen. De auto is aan verdachte overgedragen ter aflossing van een schuld. Er is geen sprake van geweest dat verdachte wist of had moeten vermoeden dat de auto middellijk, dan wel onmiddellijk aangekocht was met gelden afkomstig uit enig misdrijf. Ook het geldbedrag, uitgeleend door verdachte, was niet uit enig misdrijf afkomstig. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
De medeverdachte [medeverdachte] is op 23 augustus 2013 te Utrecht staande gehouden als bestuurder van een Mercedes, voorzien van kenteken [kenteken]. [2] Volgens de Rijksdienst voor het Wegverkeer had de auto in de periode daaraan voorafgaand de volgende tenaamstellingen:
  • vanaf 14 mei 2013: [medeverdachte], zijnde de zus van de medeverdachte,
  • vanaf 17 mei 2013: [A], zijnde de ex-vriendin van de medeverdachte, en
  • vanaf 16 augustus 2013: [verdachte], zijnde verdachte.
[medeverdachte] heeft verklaard deze Mercedes te hebben gekocht voor € 42.000,-. Dit bedrag heeft hij bij de garage contant betaald. Hij was de eigenaar van de auto. [4] De auto is eerst op naam gesteld van zijn zus en daarna van zijn ex-vriendin. [5] Hij heeft verklaard geen inkomsten te hebben. [6] Hij heeft vaak geld geleend om te kunnen overleven en heeft schulden bij zijn bank en zorgverzekering. [7] [medeverdachte] heeft geen spaargeld en zegt niet te kunnen sparen. [8]
Bij de Belastingdienst zijn van de jaren 2008 tot en met 2013 geen loongegevens of gegevens betreffende vermogen van [medeverdachte] aanwezig. [9]
Verdachte bevestigt dat de auto op 16 augustus 2013 vervolgens op zijn naam is gesteld. [10]
Verdachte heeft in oktober 2013 verklaard leningen en schulden te hebben bij banken en leasemaatschappijen. [11] Er loopt faillissement op zijn bedrijf. [12] Verdachte is bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 29 november 2011 in staat van faillissement verklaard. [13] Bij het aanvragen van een bijstandsuitkering heeft verdachte in januari 2012 verklaard dat hij sinds 2008 geen inkomsten meer heeft en leefde van de opbrengst van verkochte bezittingen. In 2011 was al het geld van de verkochte spullen op. [14]
Bij de Belastingdienst zijn van de jaren 2009 tot en met 2011 geen loongegevens of andere inkomensbronnen van verdachte bekend. In 2012 en 2013 heeft hij een bijstandsuitkering ontvangen ter hoogte van respectievelijk € 15.305 en € 11.068. [15] Het saldo op de rekeningnummers van verdachte is in 2012 € 506 en € 17. [16] Verdachte heeft een schuld openstaan bij de Belastingdienst ter grootte van € 50.508,-. [17]
Bewijsoverweging
Aan de hand van de genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de medeverdachte [medeverdachte] voor € 42.000,- een Mercedes heeft gekocht, die hij met contant geld heeft betaald. [medeverdachte] was de eigenaar van deze auto en hij heeft deze op naam gesteld van een ander. Uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat hij op basis van zijn inkomen en vermogen niet kan beschikken over een dergelijk geldbedrag. Gelet op deze feiten en omstandigheden is sprake van een vermoeden dat het geld uit enig misdrijf afkomstig was en van witwassen.
[medeverdachte] heeft gesteld dat het geld een legale herkomst had, namelijk dat hij dit bedrag heeft gewonnen met pokeren, maar hij heeft hierover geen (voldoende) concrete en verifieerbare gegevens willen verschaffen. Onder deze omstandigheden wordt geen waarde gehecht aan de verklaring van [medeverdachte]. Gelet op de hoogte van het contante geldbedrag en de omstandigheid dat hij geen legale inkomstenbron heeft, kan het niet anders dan dat dit geldbedrag en daarmee de Mercedes -middellijk of onmiddellijk- van misdrijf afkomstig zijn en dat [medeverdachte] hiervan op de hoogte was.
Door verdachte en de medeverdachte is gebruik gemaakt van een schijnconstructie, opgezet om te verhullen wie de werkelijke rechthebbende van de auto was door de auto op naam van verdachte te stellen terwijl niet hij, maar [medeverdachte] de eigenaar was. De verklaring van verdachte hierover, dat het eigendom van de auto is overgedragen ter aflossing van een schuld, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Hierbij is gelet op de financiële positie van verdachte, zijn wisselende verklaringen over zijn inkomen en bezit en het ontbreken van enige onderbouwing van deze lening. De rechtbank acht de verklaring van verdachte hierover dan ook onvoldoende concreet en verifieerbaar.
Gelet op de omstandigheid dat verdachte de auto op zijn naam heeft gesteld zonder een legale economische verklaring komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte ook weet had van het feit dat de betreffende auto -middellijk of onmiddellijk- uit enig misdrijf afkomstig was.
De rechtbank acht het ten laste gelegde, te weten -kort gezegd- medeplegen van witwassen van een Mercedes Benz, wettig en overtuigend bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in de periode van 16 augustus 2013 tot en met 23 augustus 2013 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
van een voorwerp, te weten een personenauto (merk: Mercedes Benz, voorzien
van het kenteken [kenteken]), heeft verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten die auto, was
terwijl hij en zijn mededader wisten dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als: medeplegen van witwassen.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht weken met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het witwassen van een personenauto. De dagwaarde van deze auto is bepaald op € 33.000,-. Het witwassen van voorwerpen en gelden heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het financieel en economisch verkeer en op de openbare orde. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op de inhoud van een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 februari 2015, waaruit blijkt dat hij meermalen eerder is veroordeeld.
Gelet op het strafblad van verdachte, op zijn rol in het geheel, de waarde van de witgewassen auto en op de strafmaat in soortgelijke zaken acht de rechtbank passend en geboden oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van zes weken.

9.Het beslag

9.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting een beslaglijst overgelegd en gevorderd tot onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen Audemars Piquet horloge, nu dit een merkvervalsing betreft. De overige goederen kunnen teruggegeven worden aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gelet op de bepleitte vrijspraak verzocht tot teruggave van de onder verdachte in beslag genomen goederen, waarbij verdachte als eigenaar van de Mercedes Benz aangemerkt dient te worden.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de Mercedes Benz onder de medeverdachte in beslag is genomen en gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen merkt de rechtbank de medeverdachte ook aan als rechthebbende van de auto. Hetzelfde geldt voor het horloge, merk Audemars Piquet, opgenomen op de beslaglijst van verdachte. Ten aanzien van deze in beslag genomen goederen beslist de rechtbank dan ook bij vonnis van de medeverdachte [medeverdachte] van 22 april 2015.
Ten aanzien van de overige op de beslaglijst opgenomen goederen stelt de rechtbank vast dat deze onder verdachte in beslag zijn genomen en dat verdachte heeft verklaard dat de goederen aan hem toebehoren. De rechtbank acht deze goederen, hierna nader te noemen in de beslissing, vatbaar voor teruggave aan verdachte, mede gelet op het verzoek van de verdediging en het standpunt van de officier van justitie hieromtrent.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op: medeplegen van witwassen.
StrafbaarheidVerklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
zes weken.
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van de hierna te noemen inbeslaggenomen voorwerpen, zoals weergegeven op de beslaglijst, te weten:
  • 1 Horlogedoos van rolexhorloge, Kl: groen, goednummer: 987689
  • 1 Kassabon, originele aankoopbon (witgekalkte naam), goednummer: 987694
  • 1 Kassabon, copy aankoopbon met naam dhr. [B], goednummer: 987711
  • 1 Koopcontract, koopovereenkomst Rolex [B], goednummer 987719
  • 1 Horloge Rolex, Kl: zilver, goednummer: 958450
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen, voorzitter,
mrs. N.E.M. Kranenbroek en G.A. Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.M. Strijbos, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 april 2015.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt, na wijziging van de tenlastelegging, die hierna cursief is weergegeven, tenlastegelegd dat:
hij
in of omstreeks de periode van 1 oktober 2012tot en met 23 augustus 2013, te Utrecht,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van een voorwerp, te weten een (personen)auto (merk: Mercedes Benz, voorzien
van het kenteken [kenteken])
en/of een geldbedrag van Eur 45.000,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de
vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of
heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een
voorwerp, te weten die auto, was
en/of
een voorwerp, te weten een (personen)auto (merk: Mercedes Benz, voorzien van
het kenteken [kenteken])
en/of een geldbedrag van Eur 45.000,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft
overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten een
(personen)auto (merk: Mercedes Benz, voorzien van het kenteken [kenteken])
en/of een geldbedrag van Eur 45.000, gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, nr. PL0910-2013189152 (onderzoek 09-POB-319), bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 827). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 63.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 13.
4.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte], pagina 466.
5.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte], pagina 468.
6.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte], pagina 463.
7.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte], pagina 465.
8.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte], pagina 467.
9.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 79.
10.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 8 april 2015.
11.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], pagina 498.
12.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], pagina 496.
13.Een geschrift, te weten het vonnis van de rechtbank Utrecht van 29 november 2011, pagina 586.
14.Een geschrift, te weten een verklaring van [verdachte] bij gemeente Amsterdam, pagina 645.
15.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 114.
16.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 115.
17.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina 116.