AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Mishandeling door politieagent met werkstraf als gevolg
Op 16 maart 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een politieagent die beschuldigd werd van mishandeling van een aangehouden verdachte. De zaak vond plaats in Utrecht, waar de verdachte op 30 april 2013 in Hilversum de aangever, [slachtoffer], mishandeld zou hebben. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in zijn hoedanigheid als politieambtenaar, geweld heeft gebruikt tegen de aangever, die op dat moment geboeid en niet fysiek agressief was. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de aangever in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat de verdachte opzettelijk pijn en letsel heeft toegebracht aan de aangever door hem onder andere een nekklem aan te leggen en hem te slaan. De rechtbank oordeelde dat het gebruik van geweld niet proportioneel was, gezien de omstandigheden waaronder de aangever zich bevond. De verdachte werd schuldig bevonden aan mishandeling en kreeg een werkstraf van 60 uur opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 30 dagen bij niet-naleving. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, [slachtoffer], voor de geleden schade, die gedeeltelijk werd toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de benadeelde partij voor een deel gegrond was, maar dat er ook sprake was van eigen schuld aan de zijde van de benadeelde.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, nr. PL0984/2013-89, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 80). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 22 mei 2013, pagina 8.
3.Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 22 mei 2013, pagina 9.
4.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 2 maart 2015.
5.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 22 augustus 2013, pagina 25.
6.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 22 augustus 2013, pagina 26.
7.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, sub vijf, van het Wetboek van Strafvordering, te weten een Geneeskundige verklaring d.d. 2 mei 2013, opgemaakt door [A], arts, opgenomen als bijlage bij het proces-verbaal van verhoor van aangever, pagina 15.