Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.DE TENLASTELEGGING
2. Primair
3 DE VOORVRAGEN
4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
“Ik ben gezamenlijk met mijn man, [A] en mijn zoon (…) woonachtig op [adres] te [woonplaats]. Ik wil graag aangifte doen van woninginbraak. Op 21 december 2014 omstreeks 16:00 uur zijn wij richting de kerk gelopen. [2] (…) Op dezelfde dag van 21 december 2014, omstreeks 20:10 uur kwamen wij terug van de kerk. Wij zagen dat er een ruit kapot was, mogelijk ingegooid. (…) Gezamenlijk met mijn man [A] hebben wij gekeken naar de goederen die wij missen en dat betreft het volgende; een toneelkijker van Logica, gouden trouwring, gouden rozenkrans met hanger, dasklipjes en één paar manchet knopen.” [3]
“Ik heb nooit een woninginbraak gepleegd. Een vriend heeft gevraagd of ik goud kon inleveren bij een juwelierszaak. (…) Wij gingen afgelopen maandag samen dat goud inwisselen. Ik heb hem niet gevraagd of de spullen gestolen waren of dat ze van hem waren. (…) Wij zijn samen naar binnen gegaan. (…) U zegt mij dat een deel van de sieraden, die ik verkocht zou hebben, wel gestolen waren en u vraagt mij waarom ik mijn naam heb opgegeven toen ik de spullen verkocht. Omdat hij nog geen 18 jaar is. Hij kon twee dingen niet inleveren omdat die nep waren en die spullen heb ik vervolgens van hem gekregen. Ik wilde ze aan mijn zusje geven. Die heb ik toen in mijn jaszak gedaan en dat werd later door de politie bij mij aangetroffen. U vraagt mij of ik van de jongen iets zou krijgen. Ja, 20 euro. U vraagt mij wat de spullen opbrachten. 120 euro volgens mij” [8]
“Op 17 december 2014 had mijn zoon een afspraak bij de
“Wij zagen dat [verdachte] alles wat hij in zijn zakken had eruit haalde en op de balie neerlegde tot dat hij bij zijn linkerbroekzak kwam. Wij zagen dat hij er iets uit pakte maar iets anders juist stiekem terug probeerde te duwen naar beneden in zijn zak. Hierop heb ik (…) zijn linker broekzak binnenste buiten gekeerd. Ik vond in zijn broekzak de volgende goederen: (…)
- 1x OV-Chipkaart op naam van [benadeelde].
- 1x Anwb lidmaatschappas op naam van [benadeelde].” [11]
“Op donderdag 18 december 2014 hoorde ik van mijn assistente (…) dat er mogelijk een handtas was gestolen uit de wachtkamer van de praktijk. Ik ben toen gaan nadenken en herinnerde mij direct het vreemde gedrag van een van mijn patiënten. Dit betrof [verdachte]. [verdachte] had een afspraak op 17 december 2014 om 15:45 uur. (…) Toen hij bij mij op de behandelstoel kwam, had hij nog steeds zijn jas aan. (…) Ik vroeg hem zijn jas uit en capuchon af te doen. Dat wilde hij niet. (…) Ik zag dat hij zijn armen stevig over zijn borst geklemd hield. Het kwam op mij over alsof hij iets vasthield. (…) Ik had later begrepen dat de tas van mevrouw [benadeelde] uit de wachtruimte was weggenomen. Haar zoon had een afspraak op 17 december 2014 om 15:30 uur en tijdens de behandeling van haar zoon, had zij de tas in de wachtruimte laten liggen, terwijl ze bij haar zoon bleef. [verdachte] zat op dat moment nog te wachten in de wachtruimte.” [16]
5.BEWEZENVERKLARING
6.KWALIFICATIE
7.STRAFBAARHEID
8.STRAFOPLEGGING
9.DE BENADEELDE PARTIJ
10.DE VORDERING TENUITVOERLEGGING
12.BESLISSING
werkstrafvoor de duur van
100 uren;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 maanden;