ECLI:NL:RBMNE:2015:2905

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 april 2015
Publicatiedatum
28 april 2015
Zaaknummer
16.660182-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit, verwerving en verspreiding van kinderpornografisch materiaal

Op 21 april 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in bezit hebben, verwerven en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De zaak kwam aan het licht na een politieonderzoek dat op 2 september 2013 leidde tot een doorzoeking van de woning van de verdachte in Lelystad. Tijdens deze doorzoeking werden diverse gegevensdragers in beslag genomen, waaronder een computer, twee notebooks, twee harddisks en een USB-stick. Op deze dragers werden in totaal 1690 kinderpornografische afbeeldingen en 15 kinderpornografische video's aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 12 september 2011 tot en met 2 september 2013 meermalen kinderpornografisch materiaal heeft verworven, in bezit heeft gehad en verspreid.

De verdachte heeft tijdens de terechtzitting bekend dat hij deze afbeeldingen en video's in zijn bezit had en dat hij in het verleden actief op zoek was gegaan naar dit soort materiaal op het internet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal, en dat hij van deze misdrijven een gewoonte heeft gemaakt. Echter, de rechtbank sprak de verdachte vrij van het maken van een gewoonte van het verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen, omdat er onvoldoende bewijs was voor herhaaldelijk verspreiden.

De rechtbank legde een gevangenisstraf van 61 dagen op, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 120 uur. Daarnaast werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder verplicht reclasseringscontact en deelname aan een behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers van kinderpornografie, en dat het bezit van dergelijke afbeeldingen buitengewoon verwerpelijk is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.660182-13 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 april 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren [1955] te [geboorteplaats] (Groot-Brittannië),
wonende te [postcode] [woonplaats], [adres].

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 7 april 2015, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.P.A. Kint, advocaat te Almere.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van officier van justitie mr. M. Kamper en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 12 september 2011 tot en met 2 september 2013 te Lelystad, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)
(een) afbeelding(en) en/of video('s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) en/of video('s) te weten één of meer computer(s) en/of (een) hard disk(s) en/of een USB-stick
heeft verspreid en/of aangeboden en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger ([bestandsnaam 1])
en/of
het oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis ([bestandsnaam 2])
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een
onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
([bestandsnaam 3])
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of de vinger van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ("[bestandsnaam 4]" en/of "[bestandsnaam 5]" en/of "[bestandsnaam 6]")
en/of
het oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis ("[bestandsnaam 7]")
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of de penis ("[bestandsnaam 5]" en/of "[bestandsnaam 8]" )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
("[bestandsnaam 5]")
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het aan verdachte ten laste gelegde feit wettig en overtuigend te bewijzen in die zin dat verdachte in de periode van 12 september 2011 tot en met
2 september 2013 kinderpornografische afbeeldingen en video’s in bezit heeft gehad en heeft verspreid.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat tot een bewezenverklaring kan worden gekomen van het aan verdachte ten laste gelegde feit voor zover dit feit ziet op het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal.
De verdediging heeft voor wat betreft het verspreiden aangevoerd dat op grond van de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] en het naar aanleiding van die verklaring opgemaakte proces-verbaal van bevindingen kan worden vastgesteld dat verdachte op 12 augustus 2013 zeven kinderpornografische afbeeldingen heeft verstuurd naar één persoon. Bewijs voor het verspreiden van een groter aantal kinderpornografische afbeeldingen en/of gedurende een langere periode en/of naar meerdere personen ontbreekt. Van het maken van een gewoonte van de verspreiding van kinderpornografisch materiaal dient verdachte aldus te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank overweegt omtrent de bewezenverklaring als volgt.
Op 2 september 2013 werd de woning van verdachte in Lelystad door de politie doorzocht. [2] Bij de doorzoeking werden een computer, twee notebooks, twee harddisks en een usb-stick van verdachte in beslag genomen. [3] Op deze gegevensdragers werden in totaal 1690 kinderpornografische afbeeldingen [4] en 15 kinderpornografische video’s [5] aangetroffen. De aangetroffen kinderpornografische video’s zijn in de periode maart 2013 tot en met
1 september 2013 op de computer binnen gekomen/gezet. [6]
In het dossier is een beschrijving opgenomen van hetgeen op de kinderpornografische afbeeldingen [7] en video’s [8] die in de tenlastelegging worden genoemd is te zien.
Onderzoek wees uit dat verdachte via de chat contact had gehad met [A] en dat verdachte op 12 augustus 2013 zeven kinderpornografische afbeeldingen naar [A] had gestuurd. [9]
Verdachte heeft bekend dat hij de kinderpornografische afbeeldingen en video’s in zijn bezit had. Verdachte verklaarde dat hij drie tot vier jaar geleden in het kader van een onderzoek was begonnen met het zoeken naar deze foto’s en video’s op het internet en dat hij in dat kader via internet contact zocht met mensen die zich hiermee bezig hielden. Hij had via de chat ook wel eens kinderpornografische afbeeldingen verstuurd naar [A]. [10] Dat uit onderzoek was gebleken dat er vanaf december 2011 kinderpornografische afbeeldingen op zijn gegevensdragers waren geplaatst is een feit. [11]
De rechtbank acht op grond van de bevindingen van de politie en de verklaring van verdachte bewezen dat verdachte in de periode van december 2011 tot en met 2 september 2013 gegevensdragers met daarop kinderpornografische afbeeldingen en video’s in zijn bezit heeft gehad, dat hij kinderpornografische afbeeldingen en video’s heeft verworven, in bezit heeft gehad en met gebruikmaking van een communicatiedienst zich de toegang tot die afbeeldingen en films heeft verschaft en dat hij kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid.
Gelet op het feit dat verdachte zich vanaf december 2011 tot en met 2 september 2013 en derhalve gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en in zijn bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en video’s acht de rechtbank tevens bewezen dat verdachte van het plegen van deze misdrijven een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht het aan verdachte tenlastegelegde aldus in zoverre wettig en overtuigend bewezen.
Vrijspraak van het maken van een gewoonte van verspreiden
De rechtbank zal verdachte van het maken van een gewoonte van het verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen vrijspreken nu de rechtbank op basis van het dossier vaststelt dat verdachte op één datum zeven kinderpornografische afbeeldingen aan één persoon heeft verspreid, hetgeen onvoldoende is om het handelen van verdachte op dit punt te kwalificeren als een gewoonte.
Vrijspraak overige bestanddelen
Uit het proces-verbaal van de politie maakt de rechtbank op dat tijdens het door de politie uitgevoerde onderzoek niet is gebleken dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de overige ten laste gelegde bestanddelen van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal verdachte daarom in zoverre van het aan hem ten laste gelegde feit vrijspreken.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de periode van 12 september 2011 tot en met 2 september 2013 te Lelystad, meermalen, telkens
afbeeldingen en video's en gegevensdragers bevattende afbeeldingen en video's, te weten één of meer computer(s) en (een) hard disk(s) en een USB-stick
heeft verspreid en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en/of een vinger ([bestandsnaam 1])
en
het oraal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis ([bestandsnaam 2])
en
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en waarna door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
([bestandsnaam 3])
en
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of de vinger van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ("[bestandsnaam 4]" en "[bestandsnaam 5]" en "[bestandsnaam 6]")
en
het oraal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis ("[bestandsnaam 7]")
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen en de billen en de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of de penis ("[bestandsnaam 5]" en "[bestandsnaam 8]" )
en
het masturberen boven/bij en ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ("[bestandsnaam 5]")
van welke misdrijven, met uitzondering van het verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen, hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, meermalen gepleegd
en
Van het plegen van het misdrijf van een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven en in bezit hebben, een gewoonte maken.

7.STRAFBAARHEID

Het feit en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.STRAFOPLEGGING

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur subsidiair 60 dagen hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van 61 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten en met een proeftijd van twee jaar. De officier van justitie heeft gevorderd de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, te weten verplicht reclasseringscontact, het volgen van een behandeling bij De Waag en meewerken aan de controle van gegevensdragers van verdachte door de reclassering, aan het voorwaardelijk strafdeel te koppelen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij het bepalen van de strafmaat rekening mee te houden met het feit dat verdachte altijd een verdienstelijke man is geweest en altijd hard heeft gewerkt en met het feit dat verdachte door deze zaak zijn dochter in Australië misschien niet meer kan bezoeken. Om nader inzicht te krijgen in zijn gedrag en omdat het zoeken naar kinderpornografische afbeeldingen een soort van verslaving voor verdachte was geworden zou een behandeling als voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel een passende straf zijn.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft gedurende een lange periode een hoeveelheid kinderpornografische foto’s en video’s in zijn bezit gehad. Verdachte zocht naar deze afbeeldingen en video’s op het internet. Een aantal afbeeldingen heeft verdachte zelf ook verspreid door de afbeeldingen door te sturen naar een ander.
Het betreft kinderpornografisch materiaal dat gelet op de jonge leeftijd van de slachtoffers en de aard van de afbeeldingen als ernstig moet worden aangemerkt. Het bezit van kinderporno is buitengewoon verwerpelijk, met name omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen veelal seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan bloot worden gesteld grote psychische schade op, die ook vele jaren later nog diepe sporen na kan laten. Met de verspreiding via het internet lopen de slachtoffers (en hun dierbaren) het risico om nog altijd geconfronteerd te worden met de wreedheden die hun zijn aangedaan. Door het verzamelen van kinderporno heeft verdachte bijgedragen aan de totstandkoming van de vraag daarnaar. Verdachte heeft hierbij kennelijk nimmer stilgestaan. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet enkel degenen die kinderporno vervaardigen aan te pakken, maar ook degenen die kinderporno verzamelen.
De rechtbank houdt in het voordeel van verdachte rekening met het feit dat verdachte blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 februari 2015 niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
De reclassering heeft in het rapport van 25 februari 2015 vermeld dat er geen problemen of risico’s zijn gesignaleerd op de verschillende leefgebieden. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag/gemiddeld. Gelet op de ernst en de aard van het feit zijn een behandeling bij De Waag en een verplicht toezicht door de reclassering geïndiceerd. De reclassering heeft geadviseerd om het volgen van een behandeling en een meldplicht, alsmede het meewerken van verdachte aan controle van zijn gegevensdragers, als bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel op te leggen.
Rekening houdend met de ernst van het door verdachte gepleegde feit enerzijds en zijn blanco strafblad en de bevindingen van de reclassering anderzijds, is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf een passende sanctie is. De rechtbank zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.

9.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde feit strafbaar en kwalificeert dit feit op de wijze zoals onder 6 nader omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
61 dagen;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
60 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd van
twee jaarniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd van
twee jaar:
* zich binnen twee dagen na de uitspraak van het vonnis zal melden bij Reclassering Nederland op het adres De Meent 4, 8224 BR Lelystad, en verdachte zich hierna bij de reclassering zal blijven melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zijn medewerking zal verlenen aan een behandeling bij De Waag, zolang de reclassering dit in overleg met de behandelaar noodzakelijk acht;
* zijn medewerking zal verlenen aan de controle van zijn gegevensdragers, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- legt aan verdachte op een
werkstrafvoor de duur van
120 uur;
- beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet of niet naar behoren verricht de werkstraf wordt vervangen door
60 dagenhechtenis, althans een aantal dagen hechtenis dat evenredig is aan het niet verrichte aantal uren werkstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. S.M. van Lieshout, voorzitter, mrs. A. van Holten en F.H. Schormans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.F. van Dam, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer PL21T4-2013110430, doorgenummerd blz. 1 tot en met blz. 194
2.Proces-verbaal binnentreden woning, blz. 67 en 68
3.Proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed, blz. 130
4.Proces-verbaal van bevindingen aangetroffen afbeeldingen, blz. 142
5.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografie videobestanden, blz. 153
6.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografie videobestanden, blz. 153
7.Proces-verbaal van bevindingen aangetroffen afbeeldingen, blz. 137 bestand 2 en bestand 3, blz. 138 bestand 6, blz. 140 bestand 13 en blz. 141 bestand 18
8.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografie videobestanden, blz. 154 bestand 2, blz. 155 bestand 5 en bestand 6, blz. 156 bestand 8 en blz. 157 bestand 10
9.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 23 tot en met 26 en verklaring van medeverdachte
10.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 april 2015
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 188