2.15.Bij brief van 3 maart 2015 heeft [B] het volgende aan [eiser] mee-gedeeld:
“Vanochtend en gisteren hebben wij gesproken over jouw schouderproblematiek. Volgens jou kwam de klacht voort uit langdurig werken in dezelfde houding. Ondertussen is er reeds een consult bij de bedrijfsarts ingepland.
Je hebt mij toen ik erna vroeg verzekerd dat het niets met jouw biljartactiviteiten had te maken omdat je al geruime tijd niet speelt. De vraag van mij kwam voort uit eerdere inciden-ten over een blessure aan je bewegingsapparaat, waarbij je niet in staat was om te werken, maar wel deel te nemen aan een zwaar biljarttournooi. Hiervoor heb je op 19 december en 27 december 2012 van ons een officiële waarschuwing ontvangen.
Opnieuw hebben wij ernstige twijfels over jouw lezing van je schouderproblematiek en vragen ons af of jij hierin wel open kaart speelt. Op verscheidene dagen, in het bijzonder op 12 februari en 18 februari ben je namelijk door verschillende collega’s gesignaleerd terwijl je het bedrijf, omstreeks half drie, verliet in het bezit van een biljartkeu.
Je hebt daarbij tot twee keer toe moedwillig een andere uitgang genomen dan de reguliere.
En je hebt daarbij dus ook niet uitgeklokt. Toen ik je vanochtend vroeg waarom je dit had gedaan weigerde je antwoord te geven. Ook toen ik je meedeelde dat wij recht hebben om te weten waarom je via de overhead deur in de plaatwerkerij (de enige deur zonder camera-bewaking) het pand hebt verlaten zonder uit te klokken persisteerde je in je weigering me dat te vertellen.
Toen ik je gisteren vroeg naar je biljartactiviteiten meldde je me dat je de keu enkel bij je had om er een nieuwe pommerance op te zetten, maar dat je niet gespeeld had. Toen ik je echter confronteerde met de bevindingen van je collega’s vertelde je me dat je inderdaad toch wel kort hebt gespeeld.
In eerdere gevallen (19 december 2012, 27 december 2012, 16 januari 2015) ben jij door ons
officieel gewaarschuwd en hebben wij melding gemaakt van ons verloren vertrouwen in jou
vanwege het vertellen van halve waarheden en verdraaien van feiten.
De afgelopen tijd hebben zich buiten bovenvermelde zaken nog een aantal voorvallen voor-gedaan:
-Zonder noodzaak bellen met huisarts onder werktijd
-Geen contact opnemen met personeelszaken over door jou ervaren spanning aangaande je alternatieve werkzaamheden
-Doktersbezoek plannen onder werktijd op dezelfde dag.
-Vertrekken zonder toestemming
-Niet houden aan verzuimvoorschrift om telefonisch bereikbaar te zijn
-Niet thuis zijn tijdens ziekte.
Daarbij komt dat je in vanaf oktober 2014, met uitzondering van de maand november tot en met heden vrijwel zonder onderbreking voor verschillende kwalen (vinger, griep, psychische problemen en schouderklachten) hebt moeten verzuimen.
Tijdens het verrichten van re-integratiewerkzaamheden vertoon je regelmatig een grote mate van desinteresse. Je voorman heeft je daar ook al over aangesproken.
Gezien al het voorgaande zal het je niet verbazen dat ons vertrouwen hierdoor danig is ge-schaad en vragen we ons af of er ooit nog sprake kan zijn van een vruchtbare voortzetting van jouw dienstverband. Voor ons is de maat nu wel vol. Wij hebben je nu voor de laatste keer gewaarschuwd en zullen bij een volgend incident, hoe gering en van welke aard dan ook di-rect en zonder vooraankondiging over gaan tot ontslag op staande voet.
Ik wil morgenochtend wel met je van gedachte wisselen over de ontstane situatie en daarbij alle scenario’s openhouden. Ik ben wel zeer benieuwd naar jouw insteek en vervolgens ver-taling naar gedrag als je besluit om je ten volle in te zetten om het dienstverband te hand-haven en ons vertrouwen terug te winnen.”