ECLI:NL:RBMNE:2015:2344
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
Op 20 februari 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/514081-10. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) van de veroordeelde, die in 1993 geboren is en in een bepaalde woonplaats woont. De vordering was ingediend op 29 januari 2015 en strekte tot verlenging van de PIJ-maatregel met drie maanden. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman mr. R.I. Takens en deskundige A.M. Dekker gehoord.
Deskundigen gaven aan dat het advies van de inrichting inmiddels achterhaald was, omdat de veroordeelde positieve veranderingen had doorgemaakt. Hij had zich aan afspraken gehouden, was actief in zijn re-integratie en had zelfs zijn heftruckdiploma behaald. De deskundige meldde dat er geen punten meer waren waarop de veroordeelde hulp nodig had. De officier van justitie, die het advies van de deskundige volgde, wijzigde zijn vordering en vroeg om afwijzing van de verlenging. De raadsman steunde deze stelling.
De rechtbank concludeerde dat de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel niet meer in het belang van de veroordeelde was, gezien zijn positieve ontwikkeling en het ontbreken van recidivegevaar. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de maatregel afgewezen, met verwijzing naar de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter en kinderrechter mr. M.A.E. Somsen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.