Op 3 april 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een wrakingsverzoek behandeld van een gedetineerde verdachte, hierna aangeduid als [verzoeker], die betrokken was bij een strafzaak betreffende een overval op een casino. De wraking was gericht tegen de rechters die de strafzaak behandelden, omdat de verdediging meende dat de rechters vooringenomen waren door het afwijzen van een verzoek om deskundigenonderzoek naar de betrouwbaarheid van videobeelden van de overval. De rechtbank had op 20 februari 2015 de strafzaak behandeld, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B. Hartman. De rechters in de strafzaak waren mrs. A.R. Creutzberg, N.E.M. Kranenbroek en Somsen, terwijl mr. R.J.J.S. Visser de officier van justitie was. De verdediging voerde aan dat de rechtbank de schijn van vooringenomenheid had gewekt door te oordelen dat de videobeelden niet voldoende aanknopingspunten boden voor een deskundigenrapport. De rechtbank oordeelde echter dat de afwijzing van het verzoek tot deskundigenonderzoek een procesbeslissing was en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. De rechtbank wees het wrakingsverzoek af, omdat de beslissing niet onbegrijpelijk was en de rechters niet de schijn van vooringenomenheid hadden gewekt. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 3 april 2015.