ECLI:NL:RBMNE:2015:2024

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2015
Publicatiedatum
26 maart 2015
Zaaknummer
C/16/373289 / FA RK 14-4755
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een buitenlandse adoptiebeslissing en adoptie naar Nederlands recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 februari 2015 een eindbeschikking gegeven met betrekking tot de erkenning van een buitenlandse adoptiebeslissing en de adoptie naar Nederlands recht. De rechtbank diende ambtshalve te beoordelen of er sprake was van een buitenlandse adoptiebeslissing die onder het Haags Adoptie Verdrag 1993 valt, of dat het een voor erkenning vatbare buitenlandse adoptiebeslissing betreft volgens de artikelen 10:108 en 10:109 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank concludeerde dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige gedurende de adoptieprocedure in de Verenigde Staten van Amerika was gelegen, en dat het verblijf in Nederland als een voorlopige situatie moet worden beschouwd tot aan de definitieve adoptiebeslissing.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers, echtelieden wonende te [woonplaats], bezwaar maakten tegen het voornemen van de rechtbank om de buitenlandse adoptiebeslissing te erkennen ten aanzien van verzoekster. Verzoekers stelden dat de minderjarige ten tijde van de buitenlandse adoptiebeslissing haar gewone verblijfplaats in Nederland had, en dat een adoptie naar Nederlands recht meer zekerheid biedt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de minderjarige nog steeds haar gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten had en dat de erkenning van de buitenlandse adoptiebeslissing ten aanzien van verzoekster kon worden uitgesproken.

De rechtbank heeft uiteindelijk de beslissing van The Circuit Court of The Thirteenth Judicial Circuit in and for Hillsborough County, Florida, van 24 april 2013, tot adoptie naar het recht van Florida erkend, en de adoptie naar Nederlands recht uitgesproken ten aanzien van verzoeker. Tevens zijn de oorspronkelijke namen van de minderjarige vastgesteld en is gelast dat deze gegevens worden ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente ’s-Gravenhage. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/16/373289 / FA RK 14-4755
adoptie
Beschikking van 11 februari 2015
in de zaak van
[verzoeker],
en
[verzoekster],
echtelieden,
wonende te [woonplaats],
verzoekers,
advocaat mr. M. Koomen.

1.Verdere verloop van de procedure

1.1.
Op 10 december 2014 heeft de rechtbank een eerdere (tussen)beschikking gegeven. Voor het verloop van de procedure tot die datum wordt verwezen naar die beschikking.
1.2.
Nadien heeft de rechtbank nog kennis genomen van de brieven van 19 en 22 december 2014 (met bijlage) van de advocaat van verzoekers.

2.Vaststaande feiten

De rechtbank verwijst hiervoor naar de (tussen)beschikking van 10 december 2014.

3.Beoordeling van het verzochte

3.1.
Bij (tussen)beschikking van 10 december 2014 heeft de rechtbank overwogen dat zij voornemens is om ambtshalve voor recht verklaren dat de buitenlandse adoptiebeslissing wordt erkend ten aanzien van verzoekster. Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat zij voornemens is om het verzoek tot adoptie naar Nederlands recht toe te wijzen ten aanzien van verzoeker. Ten slotte heeft de rechtbank overwogen dat zij voornemens is om de oorspronkelijke namen van de minderjarige vast te stellen als:
[minderjarige], alsmede om de beslissing te erkennen van de autoriteit te Florida, de Verenigde Staten van Amerika, waarbij de naam van de minderjarige is gewijzigd in:
[minderjarige].
3.2.
Verzoekers zijn in de gelegenheid gesteld om hun standpunt hierover kenbaar te maken, hetgeen zij bij brieven van 19 en 22 december 2014 (met bijlage) hebben gedaan.
Verzoekers maken bezwaar tegen het voornemen van de rechtbank om ambtshalve voor recht te verklaren dat de buitenlandse adoptiebeslissing wordt erkend ten aanzien van verzoekster. Zij willen dat de adoptie naar Nederlands recht ten aanzien van hen beiden wordt uitgesproken. Hiertoe hebben verzoekers aangevoerd dat de minderjarige ten tijde van de buitenlandse adoptiebeslissing al haar gewone verblijfplaats in Nederland had, waardoor de beslissing niet voor erkenning op grond van artikel 10:109 van het Burgerlijk Wetboek in aanmerking komt. Daarnaast zijn verzoekers van mening dat een adoptie naar Nederlands recht de meeste zekerheid biedt, aangezien een adoptie naar het recht van Florida, de Verenigde Staten van Amerika, onder omstandigheden kan worden herroepen. Hierbij achten verzoekers van belang dat de verwekker van de minderjarige (nog) onbekend is.
Verzoekers hebben verklaard dat zij instemmen met de wijze waarop de rechtbank voornemens is om de oorspronkelijke namen van de minderjarige vast te stellen, aangezien dit overeenkomstig de op 22 december 2014 (in kopie) overgelegde oorspronkelijke geboorteakte van de minderjarige is.
3.3.
De rechtbank stelt vast dat verzoekers van mening zijn dat de minderjarige ten tijde van de buitenlandse adoptiebeslissing haar gewone verblijfplaats in Nederland had, terwijl de rechtbank bij (tussen)beschikking van 10 december 2014 onder 3.5. heeft overwogen dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige gedurende de adoptieprocedure nog in de Verenigde Staten van Amerika was gelegen. De rechtbank ziet in het standpunt van verzoekers geen aanleiding om anders te oordelen dan in haar voorlopig oordeel. De stelling dat een adoptie naar Nederlands recht de meeste zekerheid biedt, kan dit evenmin anders maken. Gelet hierop zal de rechtbank ambtshalve voor recht verklaren dat de buitenlandse adoptiebeslissing wordt erkend ten aanzien van verzoekster en zal de adoptie naar Nederlands recht worden uitgesproken ten aanzien van verzoeker.
Daarnaast zal de rechtbank de oorspronkelijke namen van de minderjarige vaststellen als:
[minderjarige], alsmede de beslissing erkennen van de autoriteit te Florida, de Verenigde Staten van Amerika, waarbij de naam van de minderjarige is gewijzigd in:
[minderjarige]. De rechtbank zal bij de vaststelling van de naam en de geboortegegevens van de biologische moeder uitgaan van de originele overgelegde stukken, alsmede van de in kopie overgelegde oorspronkelijke geboorteakte van de minderjarige.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart voor recht dat wordt erkend de beslissing van The Circuit Court of The Thirteenth Judicial Circuit in and for Hillsborough County, Florida, van 24 april 2013, tot de adoptie naar het recht van Florida, de Verenigde Staten van Amerika, van de minderjarige van het vrouwelijk geslacht, genaamd:
[minderjarige], geboren op [2012] te [geboorteplaats], Florida, de Verenigde Staten van Amerika, door:
[verzoekster], geboren op [1973] te [geboorteplaats],
4.2.
erkent de beslissing van de autoriteit te Florida, de Verenigde Staten van Amerika, waarbij de naam van de minderjarige is gewijzigd in:
[minderjarige],
4.3.
spreekt uit de adoptie naar Nederlands recht van de minderjarige van het vrouwelijk geslacht, genaamd:
[minderjarige], geboren op [2012] te [geboorteplaats], Florida, de Verenigde Staten van Amerika, door:
[verzoeker], geboren op [1970] te [geboorteplaats],
4.4.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een latere vermelding van de adopties aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen,
4.5.
stelt als geboortegegevens van de minderjarige vast:
- plaats van geboorte : [geboorteplaats], Florida,
de Verenigde Staten van Amerika
- datum van geboorte : [2012]
- geslacht : vrouwelijk
- geslachtsnaam : [minderjarige]
- voornamen : [minderjarige]
- geslachtsnaam moeder : [geslachtsnaam]
- voornamen moeder : [voornamen]
- plaats van geboorte moeder : Florida, de Verenigde Staten van Amerika
- datum van geboorte moeder : [1987]
en gelast de inschrijving daarvan in het register van geboorten van de gemeente
’s-Gravenhage,
4.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.C. Stijnen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A. Verouden, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2015.