AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling in de vuurwerkzaak met betrekking tot de handel in professioneel vuurwerk
Op 16 maart 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het professioneel ter beschikking stellen van vuurwerk aan anderen. De verdachte, geboren in 1985, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. T.S.S. Overes. Tijdens de zitting op 2 maart 2015 werd de tenlastelegging gewijzigd, waarbij de verdachte werd beschuldigd van twee feiten: het ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk aan een ander en het voorbereiden van de verkoop van vuurwerk via advertenties op internet. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie vorderde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen werden verklaard, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank voor feit 2 en verzocht om vrijspraak voor feit 1 op basis van de hoeveelheid vuurwerk die in de tenlastelegging was genoemd.
De rechtbank achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen op basis van verschillende bewijsmiddelen, waaronder een WhatsApp-gesprek tussen de verdachte en een medeverdachte, waarin details over de verkoop van vuurwerk werden besproken. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk professioneel vuurwerk ter beschikking had gesteld en dat hij door het plaatsen van advertenties op internet de handel in illegaal vuurwerk had voorbereid. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 120 dagen, waarvan 73 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 90 uren, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank motiveerde de straf op basis van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier [code] (ordner 1 tot en met 4) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344.1.5° Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
2.Bijlage bij 01.AMB.13, pagina 818 en pagina 936.
3.KVI, pagina 600 en het proces-verbaal onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, pagina 1397, 1399 en 1407.
4.NFI rapport [code], pagina 1453 tot en met 1472.
5.KVI pagina 601 en 608 en het proces-verbaal onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, pagina 1397, 1398 en 1410.
6.NFI rapport [code], pagina 1435 tot en met 1452.
7.KVI pagina 608 en het proces-verbaal onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, pagina 1398, 1402, 1404 tot en met 1406.
8.NFI rapport [code], pagina 1421 tot en met 1434.
9.KVI pagina 602, 605 tot en met 607 en het proces-verbaal onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, pagina 1397 tot en met 1398.
10.Deskundigenverklaring flowerbeds NFI, versie 2, d.d. 24 oktober 2008 (los opgenomen).
11.Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1], pagina 732.
12.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 629.
13.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 676.
14.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 650.
15.01.AMB.01, pagina 746 tot en met 748.
16.01.AMB.05, pagina 778 tot en met 785.
17.01.AMB.13, pagina 816 tot en met 818.
18.Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 2], pagina 1363.