Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 februari 2015 met producties 1 tot en met 8
- de op 20 februari 2015 door [eiseres] overgelegde productie 9
- de op 2 maart 2015 door het Waterschap overgelegde productie 1
- de mondelinge behandeling van 3 maart 2015
- de pleitnota van het Waterschap.
2.De feiten
(€ 2.000,00). Het dwangbevel is op 5 februari 2015 aan [eiseres] betekend.
3.Het geschil
toevoeging voorzieningenrechter] te schorsen en geschorst te houden, totdat in een bodemprocedure of hoger beroep is beslist over de rechtmatigheid van het dwangbevel, dan wel enig andere beslissing te geven die de voorzieningenrechter in goede justitie geraden acht,
4.De beoordeling
naastde bestuursrechtelijke bevoegdheden van afdeling 4.4 (zoals invordering door middel van een dwangbevel)
ookgebruik mag maken van de privaatrechtelijke invorderingsbevoegdheden. Er is dus sprake van een open systeem, met andere woorden: het gebruik van bestuursrechtelijke bevoegdheden sluit het gebruik van civielrechtelijke bevoegdheden niet uit. Echter, in casu heeft het Waterschap ervoor gekozen in te vorderen via de bestuursrechtelijke weg, te weten via een dwangbevel. Daaruit volgt, volgens het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, dat de bestuursrechtelijke (verjarings-)regels op dit traject van toepassing zijn. (Ook) op grond van het door het Waterschap (overig) aangevoerde, valt niet in te zien waarom het civiele (verjarings-)regime toepasselijk is.
816,00