Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het vonnis in incident van 9 juli 2014
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie tevens akte in conventie en in de incidenten ex 705 Rv. en 843a Rv.
- de akte overlegging producties van [gedaagden]
- het proces-verbaal van comparitie van 9 december 2014.
2.De feiten
In conventie en in voorwaardelijke reconventie
[gedaagden]] alsmede 9 [
[gedaagde sub 1]]
[eisers]] ter andere zijde doen hierbij over en weer af-stand van elke vordering die zij op elkaar hebben, in de toekomst nog mochten verkrijgen of mochten menen te hebben in verband met de tussen hen bestaande maatschaps- en detachteringsovereenkomst, een en ander in de ruimste zin, en genoemde partijen verlenen elkaar hierbij over en weer finale kwijting ter zake. Het in de vorige zin bedoelde afstand doen en de daarin bedoelde finale kwijting omvatten uitdrukkelijk niet de rechten en ver-plichtingen zoals opgenomen in deze overeenkomst, indien en voor zover daar nog geen (algehele) uitvoering aan is gegeven. Evenmin vallen daaronder bedragen die na onderteke-ning van deze overeenkomst voor rekening komen van de vennootschap, doch die rede-lijkerwijs voor rekening dienen te komen van partij 8 (zoals, maar niet beperkt tot, bijdra-gen aan de Orde van Advocaten die betrekking hebben op de periode na 30 november 2013, abonnements- en gesprekskosten van de bij mevrouw mr. [A] in gebruik zijnde tweede (privé) mobiele telefoon, te rekenen vanaf 1 juli 2013).”
3.De vordering en het verweer
In conventie
4.De beoordeling
In conventie en in voorwaardelijke reconventie
elke vordering die zij op elkaar hebben, in de toekomst nog mochten verkrijgen of mochten menen te hebben in verband met de tussen hen bestaande maatschaps- en detachteringsovereenkomst, een en ander in de ruimste zin, en genoemde partijen verlenen elkaar hierbij over en weer finale kwijting ter zake”.
“dat er een punt moest worden gezet achter alles en er geen losse eindjes moesten zijn”. Uit de bewoordingen van de kwijtingsclausule blijkt zon-neklaar dat afstand is gedaan van alle (toekomstige) vorderingen die verband houden met de tussen partijen bestaande maatschaps- en detacheringsovereenkomst. Die tekst mocht [eisers] ook als zodanig begrijpen. Immers, van [gedaagden] mocht, gelet op haar deskundigheid, worden verwacht dat indien zij dit anders had bedoeld of gewild zij niet een dergelijke verstrekkende kwijtingsclausule had opgenomen in de vaststellingsovereen-komst en zij bovendien mogelijke vorderingen, zoals die waarvan [gedaagden] thans van [eisers] betaling vordert, hiervan had uitgezonderd. Dat geen afstand zou kunnen worden gedaan van toekomstige vorderingen, zoals [gedaagden] stelt, omdat deze ten tijde van het aangaan van de vaststellingsovereenkomst nog niet bekend waren, is niet juist.
1.158,00(2 punten x tarief € 579,00)