Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- de rolbeslissing van 4 juni 2014
- de brief van de gemachtigde van [gedaagde] van 26 juni 2014
- de conclusie van repliek in conventie/antwoord in reconventie van 30 juli 2014
- de conclusie van dupliek (naar de kantonrechter aanneemt: in conventie/tevens repliek in reconventie) van 8 oktober 2014
- de conclusie van dupliek in reconventie van 5 november 2014.
2.De feiten in conventie en in reconventie
3.Het geschil
4.De beoordeling
"veel te onbekwaam"was om een geldig testament te kunnen maken. Omdat de geneeskundige verklaringen als bijlagen bij het deskundigenbericht van de psycholoog ontbraken kon de rechtbank tot de conclusie komen dat uit de verklaring van deze deskundige niet viel af te leiden dat [A] niet in staat was de (veronderstelde) vraag van de notaris te begrijpen en te beantwoorden overeenkomstig zijn wil.
"volledig (voor deze zaak) wilden gaan, zo nodig inclusief hoger beroep/cassatie". Hieruit valt af te leiden dat [gedaagde] hoe dan ook van de beslissing van de rechtbank in hoger beroep zou zijn gegaan. Dit wordt bevestigd door het feit dat zij cassatie heeft aangetekend van de uitspraak van het hof, ook al heeft het hof met alle door haar (alsnog) aangevoerde omstandigheden en stukken rekening gehouden.
- dagvaarding € 76,17
- vastrecht € 462,--
- salaris gemachtigde
- totaal € 938,17.