Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
.
gezamenlijkvan te voren het plan voor de beroving hebben gemaakt. De medeverdachte had een duidelijk motief, verdachte had de kennis met betrekking tot het beoogde slachtoffer. Over en weer kan sprake van beïnvloeding zijn geweest. Dat verdachte zich hierin volledig heeft laten meeslepen door de mededaders acht de rechtbank gelet op de inhoud van het dossier ongeloofwaardig. De deskundige rapporteert dat verdachte zich voorafgaand aan het bewezen geachte wel degelijk bewust was van de wederrechtelijkheid van zijn handelen.
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
240 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen.
365 dagen.
296 dagen, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarennavolgende (bijzondere) voorwaarden niet is nagekomen: