2.9Bij schrijven van 29 november 2012 heeft [gedaagde] [eiser] op non actief gesteld. In deze brief staat onder meer:
“(…)
Na het gesprek van 5 juni 2012 is de situatie niet verbeterd. Integendeel, het aantal problemen waarmee de [gedaagde] geconfronteerd wordt, is alleen maar groter geworden. En in een groot aantal gevallen ontkomt het bestuur niet meer aan de conclusie dat jij daarvoor verantwoordelijk bent dan wel hebt nagelaten om als eerstverantwoordelijke op tijd passende maatregelen te nemen of voorstellen tot verbetering te doen. Zonder volledigheid na te streven kunnen in dit verband worden genoemd:
Bestuursbesluiten worden niet uitgevoerd (…),
Er worden geen stukken aan het bestuur aangereikt op basis waarvan behoorlijke besluitvorming kan plaatsvinden (brief accountant n.a.v. de jaarrekeningcontrole, stukken m.b.t. doping),
Je hebt onvoldoende controle op de financiën (…),
Bestuursvergaderingen worden niet danwel onvoldoende en in de meeste gevallen hopeloos te laat voorbereid (…),
Er is onvoldoende controle over de personeelsportefeuille (…),
Je hebt niet waarneembaar opgetreden toen de personeelsvertegenwoordiging heeft geprobeerd een bestuurslid weg te laten sturen (…),
Het bestuur wordt onvolledig, te laat of helemaal niet geïnformeerd (…),
Je neemt onvoldoende initiatieven om vraagstukken voor de [gedaagde] op te lossen maar laat die vraagstukken liggen in afwachting van initiatieven van een ander (…),
Je hebt het imago van de [gedaagde] tot tweemaal toe onherstelbaar geschaad door je zonder welke relevante noodzaak dan ook niet aan het Dopingreglement te houden (…),
Je hebt het imago van de [gedaagde] geschaad en haar positie tekort gedaan door je onvoldoende te presenteren (…),
Je hebt nagelaten concrete maatregelen te nemen om de bureaus en dat van de nationale bond te integreren (…),
Je hebt herhaaldelijk incorrecte en incomplete financiële informatie verstrekt, waardoor het vertrouwen in verstrekte financiële informatie ernstig is aangetast (…).
Behalve de meer vakinhoudelijke bezwaren die hiervoor zijn opgesomd, heeft het bestuur ook bezwaren tegen het feit dat je bij herhaling niet aanwezig bent wanneer er belangrijke zaken voor de [gedaagde] aan de orde zijn.
Het bestuur is van mening dat hier sprake is van een onoverbrugbare vertrouwensbreuk. Het bestuur heeft er geen vertrouwen meer in dat je er nog in slaagt om het vertrouwen te herstellen dat het bestuur van een sportbond en haar relaties in een directeur moet kunnen stellen. Integendeel, het bestuur ontkomt niet meer aan de conclusie dat jouw aanblijven als directeur verbetering van de positie van de [gedaagde] en herstel van de verhoudingen met haar relaties in de weg staat. Het is daarom dat de wens bestaat om jouw arbeidsovereenkomst tegen uiterlijk 1 februari 2013 te beëindigen.
Vanaf heden ben je vrijgesteld van de verplichtingen om nog langer arbeid voor de [gedaagde] te verrichten. Het bestuur wil ook niet dat je nog werkzaamheden voor de [gedaagde] verricht, anders dan nadrukkelijk door het bestuur opgedragen en in het kader van overdracht van taken en verantwoordelijkheden. (…)
Je wordt hierbij uitgenodigd om binnen een week na dagtekening van deze brief contact met de voorzitter of met [A] op te nemen om de condities te bespreken waaronder een einde aan de arbeidsovereenkomst kan worden gemaakt, bij gebreke waarvan het bestuur zich genoodzaakt ziet de zaak uit handen te geven.
(…).”