Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie ten aanzien van [A] van Financieel Verder en Optima Holding
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling waarbij zij vorderen Financieel Verder en Optima Holding in vrijwaring te mogen oproepen
- de incidentele conclusie van antwoord van [eisers c.s.]
- het vonnis in het incident van 18 juli 2012 waarbij de oproeping in vrijwaring is toegestaan
- de conclusie van antwoord van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling
- conclusie van repliek tevens verandering van eis van [eisers c.s.]
- de conclusie van dupliek tevens houdende antwoordakte en producties van Financieel Verder en Optima Holding
- de conclusie van dupliek houdende producties van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken, zoals vermeld in het proces-verbaal van deze zitting van 14 november 2014
- de fax d.d. 17 december 2014 van mr. Kan voornoemd
- de fax d.d. 22 december 2014 van mr. Donckers-Corten voornoemd
- de fax d.d. 22 december 2014 van mr. Wösten voornoemd.
2.De feiten
een aantal van 8 netto afspraken per werkzame week gegarandeerd. Daarnaast draagt de franchisenemer zelf zorg voor een minimaal aantal (4) afspraken per week (…). De kosten voor de 10 afspraken per werkzame week zijn verdisconteerd in de jaarlijkse franchisefee. (..) Mocht er in een bepaalde week niet de norm van 8 afspraken behaald worden, dan kan de franchisenemer aanspraak maken op een tegemoetkoming of een compensatie van afspraken in een latere periode. Er wordt per kwartaal gemeten. ”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Toerekenbare tekortkoming Financieel Verder
sederthaar aantreden als bestuurder heeft gehandeld, is die stelling niet voldoende onderbouwd. [eisers c.s.] heeft immers niet voldoende gesteld wat Optima Holding had kunnen en moeten doen, maar niet gedaan heeft. Dat de overige franchisenemers hun franchiseovereenkomst met Financieel Verder hebben beëindigd is een gevolg van de in de koopovereenkomst overeengekomen voorzieningen ten behoeve van de franchisenemers. Dat Optima Holding als bestuurder van Financieel Verder aan de franchisenemers van Financieel Verder alternatieven heeft voorgelegd kan aan Optima Holding niet worden verweten, evenmin als het feit dat de overige franchisenemers voor een toekomst elders hebben gekozen. Voor zover [eisers c.s.] heeft gesteld dat niet duidelijk is of de € 1,5 miljoen die Aegon Nederland aan Financieel Verder ter beschikking stelde, daadwerkelijk (tot dat bedrag) door Financieel Verder is geïnd, faalt ook die stelling (als onderbouwing van het beroep op bestuurdersaansprakelijkheid van Optima Holding) nu onweersproken is gesteld dat die som op 1 april 2011 onder de instrumenterende notaris is gestort met de (nadien niet herroepen, doch telkens uitgevoerde) instructie die som in 18 gelijke maandtermijnen aan Financieel Verder uit te keren. Voorts brengt ook de enkele, met jaarstukken onderbouwde, stelling dat Optima Holding ruim € 2 miljoen in rekening courant heeft geleend van Financieel Verder op zichzelf geen bestuurdersaansprakelijkheid van Optima Holding met zich mee, ook niet in combinatie met de staking van de bedrijfsactiviteiten omdat er geen franchisenemers meer waren.
5.De beslissing
- € 131,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis,