Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 april 2015
- de brief van [eiser] q.q. van 18 augustus 2014 met als bijlagen drie producties
- het proces-verbaal van comparitie van 26 januari 2015.
2.De feiten
Betreft [B]-[C] wilsgebrek” Deze declaratie bevat verder geen specificatie.
Betreft: advies erfpacht/partnerschap/huwelijk”. Deze declaratie bevat verder geen specificatie. [gedaagde] heeft [curanda]juridisch geadviseerd inzake het aangaan van een huwelijk met [A].
Naar aanleiding van het eerste gesprek op 31 oktober 2008 ben ik met mijn werkzaamheden gestart met het doel op moment om een onderbewindstelling te realiseren teneinde financieel misbruik door haar achterneef (de heer [A]) voor de toekomst te voorkomen. Tijdens het onderzoek in aanloop naar een procedure tot onderbewindstelling zijn wij erachter gekomen dat mevrouw [curanda]eerder in juli 2008 met de heer [A] was gehuwd. Ik heb dat uitdrukkelijk met mevrouw [curanda]zelf, persoonlijk besproken en zij kon zich niet herinneren te hebben ingestemd met een huwelijk.
5.2. Klachtonderdeel a
) verweten klaagster ([curanda]
) op 3 april 2008 en op 27 mei 2008 (dus kort voor het huwelijk) bedragen van € 17.500,- resp. € 25.000,- in rekening te hebben gebracht.
), maar dat hem niet meer bekend is of hij deze afspraken schriftelijk heeft vastgelegd. Ook op grond van deze stelling valt niet met voldoende zekerheid vast te stellen dat de gestelde lumpsumafspraak is gemaakt, en evenmin dat daar de nodige werkzaamheden tegenover hebben gestaan.
3.Het geschil
4.De beoordeling
2008. Volgens [gedaagde] heeft hij in februari
2009met [curanda]een van het declareren op uurbasis, afwijkende afspraak heeft gemaakt. Niet alleen onverklaarbaar en daardoor onbegrijpelijk is dan dat [gedaagde] reeds tien maanden vóór het maken van de lumpsumafspraak al declaraties met lumpsumbedragen verstuurde, maar ook dat hij in april 2008 zijn werkzaamheden niet meer specificeerde, terwijl hij, door het ontbreken van een andersluidende afspraak, daartoe toen nog wel gehouden was. De afspraak van februari 2009 geeft dus geen verklaring voor het ontbreken van iedere specificatie in de facturen van april/mei 2008.
€ 22.000,00(= € 25.000,00 - € 3.000) terug te betalen. Wat betreft de procedure tegen [B][C] gaat het dan om 10 uur x € 185,00 te vermeerderen met BTW, totaal € 2.238,50. Het terug te betalen deel is dan
€ 15.261,50(= € 17.500,00 - € 2.238,50).
€ 37.261,50te vermeerderen met de wettelijke rente op de voet van artikel 6:119 BW vanaf 19 september 2013.
€ 2.682,00(3,0 punten tarief € 894,00)