ECLI:NL:RBMNE:2015:147
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- O.E. Mulder
- P.S. Elkhuizen-Koopmans
- A. van Holten
- K.F. van Dam
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in omgangsregeling en ondertoezichtstelling
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft verzoeker op 10 december 2014 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.A.T. van Rens, die betrokken was bij de behandeling van een verzoek tot wijziging van de omgangsregeling en verlenging van de ondertoezichtstelling van zijn kinderen. Verzoeker stelde dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om zijn kinderen ter zitting te horen en dat de rechter hem onvoldoende ruimte gaf om zijn verhaal te doen. De wrakingskamer, bestaande uit mr. G. Perrick, mr. I.P.H.M. Severeijns en mr. M.J. Slootweg, heeft het wrakingsverzoek op 16 december 2014 afgewezen.
De behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 19 december 2014, waarbij verzoeker aanwezig was, maar mr. A.A.T. van Rens niet. De rechter verdedigde zijn beslissing om de kinderen niet ter zitting te horen, met het argument dat dit niet in het belang van de kinderen was en dat verzoeker in hoger beroep had kunnen klagen over de eerdere beslissing. De rechtbank oordeelde dat de beslissing van de rechter om de kinderen niet te horen een procesbeslissing was en dat onvrede over deze beslissing op zichzelf onvoldoende grond voor wraking opleverde.
De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die duidden op partijdigheid van de rechter. Het wrakingsverzoek werd afgewezen, en de rechtbank bepaalde dat verdere wrakingsverzoeken van verzoeker tegen leden van de rechtbank niet in behandeling zouden worden genomen, aangezien dit als misbruik van bevoegdheid werd beschouwd. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 19 december 2014.