ECLI:NL:RBMNE:2015:1421

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 maart 2015
Publicatiedatum
10 maart 2015
Zaaknummer
16/703307-13 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woningoverval met geweld en afpersing

Op 10 maart 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een man die op 19 november 2013 samen met anderen een woningoverval heeft gepleegd in Vinkeveen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, de aangeefster met geweld heeft bedreigd en gedwongen om de code van haar kluis prijs te geven. De rechtbank achtte de diefstal door meerdere personen en het medeplegen van afpersing bewezen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, conform de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van het feit, de rol van de verdachte en de impact op het slachtoffer meegewogen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, de aangeefster, behandeld en een schadevergoeding toegewezen voor de geleden schade, inclusief immateriële schade en kosten voor therapie. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/703307-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 10 maart 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1991],
thans gedetineerd in PI Amsterdam Over-Amstel, Huis van Bewaring “De Schans” te Amsterdam.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 januari 2015 en 24 februari 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. H. de Kroon, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
ten aanzien van feit 1 primair:
op 19 november 2013 te Vinkeveen samen met anderen een woningoverval heeft gepleegd, waarbij door toepassing van en bedreiging met geweld jegens [slachtoffer] een grote hoeveelheid juwelen (ter waarde van ongeveer 50.000 euro) en een geldbedrag (van ongeveer 60.000 euro) is gestolen;
ten aanzien van feit 1 subsidiair:
medeplichtig is geweest aan het onder feit 1 primair omschreven misdrijf;
ten aanzien van feit 2:
op 19 november 2013 te Vinkeveen samen met anderen door afpersing [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van de code van de kluis in/bij haar woning;
ten aanzien van feit 2 subsidiair:
medeplichtig is geweest aan het onder feit 1 primair omschreven misdrijf.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder feit 1 en 2 primair ten laste gelegde medeplegen van een woningoverval wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hiertoe heeft de raadsman verschillende argumenten naar voren gebracht. De rechtbank zal deze in dit vonnis, op de plaats waar het relevant is, bespreken en daarbij alleen ingaan op de standpunten die deugdelijk zijn onderbouwd en voorzien van een ondubbelzinnige conclusie.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
4.3.1.
De bewijsmiddelen
Aangifte [slachtoffer] d.d. 20 nov 2013
Op woensdag 20 november 2013 deed [slachtoffer] aangifte van afpersing dan wel
diefstal met geweld dat plaatsvond op de locatie Vinkeveen. Zij verklaarde kort weergegeven het volgende:
Op dinsdag 19 november 2013 omstreeks 18:45 uur deed ik de voordeur van mijn woning open. Op dit moment waren er opeens twee donkere figuren met bivakmutsen op. Ik werd door de personen tegen de grond gedrukt met mijn hoofd. Dit was in de hal van mijn woning. Een zilverkleurig vuurwapen werd tegen mijn slaap geduwd. Mijn ogen werden met tape afgeplakt. In eerste instantie heb ik nog teruggevochten, maar toen hoorde ik de mannen zeggen dat ze mij in elkaar zouden slaan als ik daar mee doorging. Van de twee daders kan ik mij herinneren dat er één de leider was. Hij was iets donkerder, deze was ook iets groter dan de andere. De andere was iets kleiner en wat lichter. De grootste van de twee heeft gesproken tegen mij, de andere heb ik helemaal niet gehoord. Hij zei gelijk dat ze geld wilden. In eerste instantie probeerde ik de mannen te negeren en ik begon te huilen want ik werd bang. De mannen werden toen boos. Ze trapten mij in mijn rug en er werd constant met het vuurwapen op mijn hoofd getikt. De leider zei dat hij wist dat er een kluis was in de schuur. Ik was verbaasd dat hij dit wist. Mijn man en ik weten dat er een kluis in de schuur staat en mijn dochter [getuige 2]. Ik heb ze toen de code van de kluis gegeven. Toen heeft de grote man mij naar het toilet gesleept. Ik werd toen nog verder ingetapet door één van de daders. De kleine man is naar de kluis gegaan. De grote bleef voor de deur van het toilet staan. [2]
Verklaring getuige [getuige 1]
Getuige [getuige 1], de echtgenoot van aangeefster [slachtoffer], heeft verklaard dat er een hoeveelheid juwelen uit de kluis zijn weggenomen en een bedrag van € 60.000,-. [3]
De verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft onder meer verklaard:
Ik heb het inderdaad gedaan en ik wil ook de identiteit van de tweede dader vertellen. Zijn naam is [medeverdachte 2] een jongen uit Maarssen. [4]
Allereerst kwam het plan om het geld te pakken, om die kluis te pakken officieel van [getuige 2]. Zij wist dat die kluis er was. Nou toen kwamen we op het idee om dat geld te pakken en hoe we dat gingen doen. Wij zijn naar die deur gegaan toen hebben we gewacht naast die deur, rechts naast die deur. Ik had die hond nog vast en toen ze de deur opendeed om de hond te roepen heb ik de hond losgelaten en is [medeverdachte 2] op die deur afgerend. Zij probeerde nog de deur dicht te doen. Ik ben achter op [medeverdachte 2] gesprongen, zodat de deur openging. Toen kwam er een worsteling, toen heeft zij in een worsteling met [medeverdachte 2] het pistool even gepakt en toen heb ik die weer uit haar hand gepakt en haar onder schot gehouden. Toen op een gegeven moment vertelde zij de code van de kluis. Toen ben ik naar de kluis toegegaan omdat ik wist waar de kluis was van [getuige 2]. Ik ben naar die kluis gegaan, ik kreeg hem niet open. Toen ben ik teruggegaan, [medeverdachte 2] was bezig haar vast te binden en toen heb ik hem geholpen met haar polsen vastbinden. Toen is [medeverdachte 2] naar de kluis gegaan en heeft hij hem wel open gekregen en hebben we haar achtergelaten in de wc. Er zat cash in en juwelen. Het geld hebben we verdeeld en die juwelen heeft [medeverdachte 2] nog. [5]
Een maand voor de overval kwam [getuige 2]
, dochter van aangeefster, toevoeging rechtbank)bij iemand wiens naam ik niet wil noemen en vertelde dat ze 10.000 euro uit de kluis had weggenomen. Er zou veel geld in de kluis liggen volgens [getuige 2]. De persoon wiens naam ik niet wil noemen had aan [getuige 2] gevraagd of zij de code kon achterhalen zodat we het geld eruit konden halen. Ik werd door de persoon hierover benaderd. Ik heb [getuige 2] nooit zelf over de kluis en de inhoud gesproken. Toen bleek dat het [getuige 2] niet was gelukt de code van de kluis te achterhalen en dan kwam dezelfde persoon met het idee de vrouw bang te maken en zo de code van de kluis te achterhalen.
Toen het dus niet lukte om de code te achterhalen hebben we een derde persoon benaderd omdat we het met zijn tweeën niet konden doen het bang maken van de vrouw.
Opmerking verbalisanten: Dit is het moment dat jullie eigenlijk terug konden en dat het niet zo zou lopen zoals het uiteindelijk gegaan is.
Antwoord [medeverdachte 1]: Inderdaad [verdachte] wilde dit ook niet.
Vraag verbalisanten: [verdachte] is de persoon die van [getuige 2] heeft gehoord over de kluis en het idee bedacht om het geld uit de kluis te halen?
Antwoord [medeverdachte 1]: Ja dat klopt.
Het oorspronkelijke idee komt van [getuige 2]. [verdachte] heeft aan [getuige 2] gevraagd of zij de code kon achterhalen. Toen dit niet bleek te lukken heeft [verdachte] mij benaderd. [verdachte] heeft geopperd om de vader of moeder van [getuige 2] bang te maken en zo de code van de kluis te achterhalen. We besloten dat iemand benaderd moest worden om mee te doen. Er moest iemand rijden en [verdachte] kende de ouders goed en kon dus sowieso niet naar binnen. De derde persoon die we benaderd hebben komt bij mij vandaan. Deze derde persoon heeft [medeverdachte 2] benaderd.
[verdachte] had gehoord dat de vader van [getuige 2] naar Ghana was en dat de moeder alleen thuis zou zijn. [getuige 2] zou ook weg zijn maar die bleek toch niet weg te gaan. Daarom heeft [verdachte] [getuige 2] meegenomen naar de bioscoop. Ik heb het geld vanaf de locatie waar we het hebben verdeeld meegenomen voor [verdachte]. Ik heb [verdachte] die avond in de kroeg ontmoet. [6]
Verklaring getuige [getuige 2]
Ik heb de kluis aan [verdachte] laten zien. [verdachte] heeft mij gevraagd om die code van de kluis te achterhalen. Ik ben gaan denken en dat is mij niet gelukt. Hij is zelfs op het idee gekomen als mijn ouders er niet zijn om de kluis weg te halen en alles uit de kluis te halen.
Eerst belde zijn zusje mij. Na het telefoontje van zijn zus belde [verdachte]. We zijn om 18.05 uur weggereden bij mijn huis om naar de bioscoop te gaan. [7]
Verklaringen verdachte
In de avond van dinsdag 19 november 2013 ben ik naar de bioscoop geweest, Pathé Arena in Amsterdam, met mijn zusje en [getuige 2]. [8]
[getuige 2] heeft aan mij verteld dat er een kluis was in de woning. [9]
4.3.2.
De bewijsoverwegingen
Betrouwbaarheid verklaring getuige [getuige 2]
De verdediging heeft aangevoerd dat de verklaringen van getuige [getuige 2] niet betrouwbaar zijn. [getuige 2] belast meerdere personen, heeft volgens haar vader een laag IQ en ADHD, manipuleert en liegt.
De rechtbank is van oordeel dat de belastende verklaring van [getuige 2] voor het bewijs kan worden gebezigd. Deze verklaring wordt op onderdelen ondersteund door ander bewijs. Zo verklaart ook medeverdachte [medeverdachte 1] dat verdachte aan getuige [getuige 2] heeft gevraagd de code van de kluis te achterhalen. Ook aangeefster [slachtoffer] heeft tegenover de politie verklaard dat [getuige 2] een tijd voor de overval aan haar de code van de kluis heeft gevraagd (p. 227 dossier, onderaan).
Betrouwbaarheid medeverdachte [medeverdachte 1]
De verdediging heeft voorts aangevoerd dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] niet betrouwbaar zijn. [medeverdachte 1] zou gedurende een half uur zijn ondervraagd door opsporingsambtenaren waarbij hem strafvermindering of een lagere strafeis als mogelijkheid is voorgehouden. Verder hebben opsporingsambtenaren [medeverdachte 1] namen in de mond gelegd.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van [medeverdachte 1] worden ondersteund door verklaringen van getuige [getuige 2], de aangifte van [slachtoffer] en het aantreffen van DNA-celmateriaal op het t-shirt van het slachtoffer [slachtoffer] waarvan de kans dat dit van medeverdachte [medeverdachte 2] afkomstig is zeer groot is. De verklaringen van [medeverdachte 1] omtrent verdachte worden ondersteund door hetgeen [getuige 2] over verdachte heeft verklaard en door de verklaring van verdachte zelf omtrent zijn bioscoopbezoek op 19 november 2013 en zijn bekendheid met de kluis. De rechtbank heeft daarom geen reden te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1].
Rol van verdachte
Op basis van de onder 4.3.1. genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte een aandeel heeft gehad in de planning van de voorafgaande aan de overval. Hij had de informatie over waar de kluis stond vergaard en heeft deze aan zijn medeverdachten verstrekt. Hij wist ook dat de heer [getuige 1] in het buitenland was en mevrouw alleen thuis zou zijn. Toen bleek dat dochter [getuige 2] onverhoopt wel thuis zou zijn, is hij tijdens het delict met deze dochter naar de bioscoop in Amsterdam gegaan om te voorkomen dat zij tijdens de overval in de woning aanwezig zou zijn. Na afloop heeft verdachte meegedeeld in de buit.
Aldus heeft verdachte niet alleen een cruciale rol gespeeld bij het bedenken van de overval, maar heeft hij ook ten tijde van de overval een belangrijke faciliterende rol gespeeld. Een reden dat verdachte niet tijdens de overval in de woning aanwezig was, is dat verdachte door het slachtoffer kon worden herkend. De rechtbank acht de rol van verdachte zodanig groot dat – gelet op het bepaalde in overweging 3.2.3. van het arrest van de Hoge Raad van 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474 – sprake is van medeplegen van de overval.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1. primair
hij op 19 november 2013 te Vinkeveen tezamen en in vereniging met een ander of
anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid juwelen en een geldbedrag geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], waarbij zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
hebben verschaft en die juwelen en geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel en welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat een ander of anderen die [slachtoffer]
- tegen de grond hebben gedrukt en
- een vuurwapen hebben getoond en
- dat vuurwapen tegen de slaap hebben gedrukt en gehouden en meermalen met dat (vuur)wapen tegen de slaap, hebben getikt en
- de ogen met tape hebben afgeplakt en
- de handen en voeten met tape aan elkaar geplakt en
- in het toilet heeft geplaatst en geplaatst gehouden en
- een of meermalen tegen de rug, hebben geschopt en daarbij dreigend de woorden toegevoegd: "We slaan je in elkaar als je doorgaat met vechten" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2. primair
hij op of omstreeks 19 november 2013 te Vinkeveen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van de code van de kluis,
welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat een ander of anderen die [slachtoffer]
- tegen de grond hebben gedrukt en
- een vuurwapen hebben getoond en
- dat vuurwapen tegen de slaap hebben gedrukt en gehouden en meermalen met dat vuurwapen tegen de slaap hebben getikt en
- de ogen met tape hebben afgeplakt en
- de handen en voeten met tape aan elkaar geplakt en
- in het toilet heeft geplaatst en geplaatst gehouden en
- een of meermalen tegen de rug, hebben geschopt en daarbij dreigend de woorden toegevoegd: "We slaan je in elkaar als je doorgaat met vechten" en "We willen geld" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Ten aanzien van feit 1:diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
Ten aanzien van feit 2:medeplegen van afpersing.
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte en/of zijn mededaders de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels. In het kader van de kwalificatie merkt de rechtbank op dat dit niet anders kan worden gekwalificeerd dan als het zich de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaffen door middel van valse sleutels.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1. en 2. bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 (vijf) jaren, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Om te bevorderen dat landelijk door gerechten in gelijke gevallen gelijke straffen worden opgelegd heeft het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht van de gerechtshoven en de rechtbanken (LOVS) oriëntatiepunten voor straftoemeting opgesteld. De rechtbank heeft mede gelet op het voor woningovervallen opgestelde oriëntatiepunt, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, indien sprake is van meer dan het toepassen van licht geweld. De rechtbank beschouwt beide feiten gezamenlijk voor wat betreft de strafoplegging als één feit, namelijk een woningoverval waarbij meer dan licht geweld is gebruikt.
Ten bezware van verdachte zal de rechtbank bij het bepalen van de straf rekening houden met de volgende omstandigheden.
Verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] hebben tevoren plannen gemaakt om de inhoud van de kluis van het slachtoffer te ontvreemden. Nadat dit niet is gelukt, heeft verdachte het plan geopperd de code van de kluis te bemachtigen door het slachtoffer bang te maken. Voor de uitvoering van de overval hebben verdachte en diens medeverdachte derden benaderd. De mededaders hebben de toegang tot de woning verkregen op een moment waarop zij wisten dat het slachtoffer alleen thuis was, aangezien verdachte de verder nog aanwezige dochter van het slachtoffer had meegenomen naar de bioscoop. Het slachtoffer is bang gemaakt. De mededaders van verdachte hebben haar met een vuurwapen bedreigd, geschopt en met tape vastgebonden en onder andere met tape haar mond en ogen afgeplakt.
Uiteindelijk hebben de medeverdachten de code van de kluis van het slachtoffer afgeperst en de kluis geopend, van waaruit zij geld en juwelen hebben meegenomen.
Verdachte heeft met het medeplegen van de bewezen verklaarde overval blijk gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke integriteit van een ander, diens gezondheid, veiligheid en eigendom. Het slachtoffer was een vrouw die zich niet kon verweren tegen de twee gewapende medeverdachten. Slachtoffers van dergelijke overvallen ondervinden daarvan vaak nog gedurende lange tijd de nadelige gevolgen. Bovendien veroorzaken dergelijke feiten grote onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Ter terechtzitting is bij het voordragen van de slachtofferverklaring van aangeefster nog eens naar voren gekomen hoe zwaar het slachtoffer ook nu nog lijdt onder de gevolgen van hetgeen haar is overkomen.
Tot slot overweegt de rechtbank dat verdachte zich heeft laten leiden door geldelijk gewin en misbruik heeft gemaakt met de zogenaamde vertrouwensband die hij met de dochter van het slachtoffer had opgebouwd. Verdachte heeft voorts nimmer verantwoordelijkheid willen nemen voor zijn daden.
De rechtbank heeft acht geslagen op een omtrent verdachte opgesteld uittreksel justitiële documentatie van 10 november 2014, waaruit volgt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld.
Door de Reclassering Nederland is op 30 december 2014 omtrent verdachte rapport uitgebracht waarin wordt geadviseerd om een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Indien het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf langer dan een jaar beslaat, is het advies om in het kader van een reïntegratietraject of voorwaardelijke invrijheidstelling opnieuw over verdachte een rapport aan te vragen.
De rechtbank is al met al van oordeel dat er geen reden is om af te wijken van de oriëntatiepunten van de LOVS. De conclusie is dan ook dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur van vijf jaren.

9.Het beslag

Onder verdachte zijn voorwerpen in beslag genomen. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat deze voorwerpen retour kunnen naar verdachte, met uitzondering van het aangetroffen horloge van het merk Edox, model WRC Classic. Ten aanzien van dit voorwerp acht de officier van justitie aannemelijk dat dit is verkregen vanuit de opbrengst van de overval.
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen goederen, inclusief het Edox WRC Classic horloge, moeten worden teruggegeven aan verdachte. Het lijkt er weliswaar op dat verdachte enkele dagen na de overval vrienden heeft bericht dat hij over het horloge beschikt, maar dit is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om aan te nemen dat het horloge vanuit de opbrengst van de overval is verkregen.

10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De inhoud van de vordering
De vordering van [slachtoffer] (geboren: [slachtoffer]) strekt tot vergoeding van geleden schade ten gevolge van het ten laste gelegde, te weten een totaalbedrag van € 3.000,00 ter zake van immateriële schade en de navolgende bedragen aan materiële schade:
€ 724,01 reiskosten vanwege neurotherapeutische behandeling vanwege PTSS,
€ 7.695,00 kosten ter zake de hiervoor genoemde behandeling,
€ 1.000,00 kosten vanwege het verplaatsen van een geplande reis naar Thailand voor
het slachtoffer en een vriendin,
€ 3.982,70 reiskosten van de echtgenoot van slachtoffer, om het slachtoffer bij te staan
€ 725,00 en
€ 3.000,00 cosmetische behandelingen, noodzakelijk vanwege het bij de overval
opgelopen letsel,
€ 75,00 telefoon- en portikosten,
€ 251,38 vervangen autosleutels, weggenomen bij overval,
€ 189,78 vervangen paaltjes met plankjes,
€ 87.000,00 contant geld, weggenomen uit de kluis,
-/- € 2.500,- door verzekeraar vergoed bedrag aan weggenomen contanten,
€ 56.700,- waarde uit de kluis weggenomen juwelen,
-/- € 7.500,- door verzekeraar vergoed bedrag ter zake weggenomen juwelen,
€ 4.473,- proceskostenvergoeding.
De benadeelde partij heeft gevorderd deze kosten toe te wijzen te vermeerderen met de executiekosten en de wettelijke rente.
Het oordeel van de rechtbank
De door de rechtbank toegewezen bedragen, zullen steeds hoofdelijk worden toegewezen, nu verdachte niet als enige verantwoordelijk is voor de gepleegde woningoverval.
De behandeling van de vordering van [slachtoffer] levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen geachte feiten rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank zal aan immateriële schade een bedrag groot € 3.000,00 toewijzen.
Uit de bewezenverklaarde feiten en de toelichting van behandelaar SNCH volgt dat sprake is van een posttraumatische stress stoornis, waarvoor de benadeelde partij wordt behandeld. De rechtbank acht de kosten van de gehele behandeling, inclusief reiskosten, toewijsbaar. Dat een deel van deze behandelingen in de toekomst ligt, maakt dit niet anders. De posten ad € 724,01 en € 7.695,00 zullen derhalve worden toegewezen.
Dat de benadeelde een vakantiereis heeft uitgesteld vloeit voort uit het gepleegde feit. De kosten voor uitstel van de vakantie van de vriendin vloeien echter niet rechtstreeks voort uit de bewezen verklaarde feiten, zodat de benadeelde niet-ontvankelijk is voor dit deel. Al met al komt een bedrag van € 500,- van de gevorderde € 1.000,- voor toewijzing in aanmerking.
De reiskosten van de echtgenoot van de benadeelde zien, gelet op de gevoegde bijlage, op een op 1 november 2013 reeds geboekte reis. Dat de echtgenoot daarnaast meer reizen heeft gemaakt is niet onaannemelijk, de kosten hiervan zijn door de benadeelde echter niet voldoende onderbouwd. De benadeelde is niet-ontvankelijk in dit deel van de vordering.
Dit geldt eveneens voor de gevorderde cosmetische kosten, nu het rechtstreeks verband tussen deze kosten en het ten laste gelegde onvoldoende (met stukken) is onderbouwd.
De vorderingen ter zake de porti- en telefoonkosten en de autosleutels, zullen worden toegewezen.
De benadeelde is niet-ontvankelijk in haar vordering met betrekking tot “vervangen paaltjes met plankjes”, nu het verband tussen de bewezen verklaarde feiten en deze schadepost niet blijkt.
Wat betreft de waarde van de weggenomen contanten acht de rechtbank aannemelijk dat een bedrag van € 50.000,00 uit de kluis is weggenomen. Het bedrag van € 60.000 is door de echtgenoot van de benadeelde genoemd tijdens een verhoor (p. 215 van het dossier). Op dit bedrag moet in mindering worden gebracht het door dochter [getuige 2], voorafgaand aan de overval uit de kluis, weggenomen bedrag van € 10.000,-. Na aftrek van het door de verzekering vergoede bedrag resteert een schadepost van € 47.500,00. De vordering ter zake contanten zal tot dit bedrag worden toegewezen en voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
Wat betreft de waarde van de weggenomen juwelen sluit de rechtbank aan bij de waarde van de door de benadeelden ten opzichte van de verzekeraar aangetoonde bedrag, te weten € 28.900,00. Na aftrek van het door de verzekeraar vergoede bedrag resteert dan toe te wijzen een bedrag van € 21.400,00.
Het totaal aan toe te wijzen posten beloopt € 78.145,39 aan materiële schade.
Aangezien de raadsman van de benadeelde partij de vordering heeft opgesteld en zowel op 6 januari 2015 als op 24 februari 2015 ter zitting aanwezig was, zal de rechtbank de proceskosten toewijzen zoals gevorderd, te weten tot het bedrag van € 4.473,00 (3 punten x het toepasselijke liquidatietarief).
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Behandeling van het restant van de vordering levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Daarom is de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan het bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen , 24c,, 36f, 47, 57, 63, 310, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.

12.Beslissing

Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
Ten aanzien van feit 2:medeplegen van afpersing
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Straf
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beslag
Gelast de teruggave aan veroordeelde van de onder hem in beslag genomen voorwerpen.
Benadeelde partij
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 81.145,39 (zegge één en tachtigduizend honderd en vijfenveertig euro en negenendertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 72.726,38 vanaf 19 november 2013 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Wijst toe de wettelijke rente over de therapiekosten en bijbehorende reiskosten vanaf de respectievelijke data waarop deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 4.473,00.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het schadebedrag en/of de kostenveroordeling door zijn mededaders is betaald.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer], € 81.145,39 (zegge één en tachtigduizend honderd en vijfenveertig euro en negenendertig eurocent) aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 365 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover door verdachte of één van zijn mededaders aan een van de genoemde betalingsverplichtingen is voldaan, daarmee de andere betalingsverplichtingen zijn vervallen.
Voorlopige hechtenis
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het moment waarop dit vonnis onherroepelijk is geworden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J.P. Schotman, voorzitter,
mrs. M.C. Oostendorp en J.G. van Ommeren, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 maart 2015.
Mr. A.J.P. Schotman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt tenlastegelegd dat
1.
Primair
hij op of omstreeks 19 november 2013 te Vinkeveen, in ieder geval binnen het
arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
heeft weggenomen een grote hoeveelheid juwelen (ter waarde van ongeveer 50.000
euro) en/of een geldbedrag (van ongeveer 60.000 euro), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en/of dat/die juwelen en/of geld onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of
een valse sleutel en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s)
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, die [slachtoffer]
- tegen de grond heeft/hebben gedrukt en/of
- een (vuur)wapen heeft/hebben getoond en/of
- dat (vuur)wapen tegen de slaap, althans het gezicht, heeft/hebben gedrukt
en/of gehouden en/of meermalen met dat (vuur)wapen tegen de slaap, althans
het gezicht heeft/hebben getikt en/of
- de ogen met tape heeft/hebben afgeplakt en/of
- de handen en/of voeten met tape aan elkaar geplakt/gebonden en/of
- in het toilet heeft geplaatst en/of geplaatst gehouden en/of
- een of meermalen tegen de rug, althans het lichaam, heeft/hebben
geschopt/getrapt en/of daarbij dreigend de woorden toegevoegd: "We slaan je in
elkaar als je doorgaat met vechten" althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking;
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 19 november 2013 te
Vinkeveen, in ieder geval binnen het
arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
heeft weggenomen een grote hoeveelheid juwelen (ter waarde van ongeveer 50.000
euro) en/of een geldbedrag (van ongeveer 60.000 euro), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en/of dat/die juwelen en/of geld onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of
een valse sleutel en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s)
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, die [slachtoffer]
- tegen de grond heeft/hebben gedrukt en/of
- een (vuur)wapen heeft/hebben getoond en/of
- dat (vuur)wapen tegen de slaap, althans het gezicht, heeft/hebben gedrukt
en/of gehouden en/of meermalen met dat (vuur)wapen tegen de slaap, althans
het gezicht heeft/hebben getikt en/of
- de ogen met tape heeft/hebben afgeplakt en/of
- de handen en/of voeten met tape aan elkaar geplakt/gebonden en/of
- in het toilet heeft geplaatst en/of geplaatst gehouden en/of
- een of meermalen tegen de rug, althans het lichaam, heeft/hebben
geschopt/getrapt en/of daarbij dreigend de woorden toegevoegd: "We slaan je in
elkaar als je doorgaat met vechten" althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere
tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2013 tot en met 19
november 2013 te Vreeland, en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door opzettelijk:
- inlichtingen te verkrijgen en/of verschaffen over de aanwezigheid en/of
plaats van de kluis en/of
- bovenstaand misdrijf te plannen en/of te beramen en/of
- inlichtingen te verkrijgen en/of verschaffen over de
aanwezigheid/afwezigheid van [getuige 1] (zijnde de echtgenoot van
aangeefster) en/of de aanwezigheid van [slachtoffer] (zijnde de
aangeefster) op de avond van 19 november 2013 en/of
- [getuige 2] (zijnde de dochter van aangeefster) mee te nemen en/of
mee te laten nemen op de avond van 19 november 2013;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
Primair
hij op of omstreeks 19 november 2013 te Vinkeveen, in ieder geval binnen het
arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechterlijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van de code van de kluis,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of
zijn mededader(s) die [slachtoffer]
- tegen de grond heeft/hebben gedrukt en/of
- een (vuur)wapen heeft/hebben getoond en/of
- dat (vuur)wapen tegen de slaap, althans het gezicht, heeft/hebben gedrukt
en/of gehouden en/of meermalen met dat (vuur)wapen tegen de slaap, althans
het gezicht heeft/hebben getikt en/of
- de ogen met tape heeft/hebben afgeplakt en/of
- de handen en/of voeten met tape aan elkaar geplakt/gebonden en/of
- in het toilet heeft geplaatst en/of geplaatst gehouden en/of
- een of meermalen tegen de rug, althans het lichaam, heeft/hebben
geschopt/getrapt en/of daarbij dreigend de woorden toegevoegd: "We slaan je in
elkaar als je doorgaat met vechten" en/of "We willen geld" althans woorden van
gelijke dreigende aard en/of strekking;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 19 november 2013 te
Vinkeveen, in ieder geval binnen het
arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechterljk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van de code van de kluis,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2],
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] die [slachtoffer]
- tegen de grond heeft/hebben gedrukt en/of
- een (vuur)wapen heeft/hebben getoond en/of
- dat (vuur)wapen tegen de slaap, althans het gezicht, heeft/hebben gedrukt
en/of gehouden en/of meermalen met dat (vuur)wapen tegen de slaap, althans
het gezicht heeft/hebben getikt en/of
- de ogen met tape heeft/hebben afgeplakt en/of
- de handen en/of voeten met tape aan elkaar geplakt/gebonden en/of
- in het toilet heeft geplaatst en/of geplaatst gehouden en/of
- een of meermalen tegen de rug, althans het lichaam, heeft/hebben
geschopt/getrapt en/of daarbij dreigend de woorden toegevoegd: ‘We slaan je in
elkaar als je doorgaat met vechten” en/of “We willen geld” althans woorden van
gelijke dreigende aard en/of strekking
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere
tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2013 tot en met 19
november 2013 te Vreeland, en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door opzettelijk:
- inlichtingen te verkrijgen en/of verschaffen over de aanwezigheid en/of
plaats van de kluis en/of
- bovenstaand misdrijf te plannen en/of te beramen en/of
- inlichtingen te verkrijgen en/of verschaffen over de
aanwezigheid/afwezigheid van [getuige 1] (zijnde de echtgenoot van
aangeefster) en/of de aanwezigheid van [slachtoffer] (zijnde de
aangeefster) op de avond van 19 november 2013 en/of
- [getuige 2] (zijnde de dochter van aangeefster) mee te nemen en/of
mee te laten nemen op de avond van 19 november 2013;

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, te weten proces-verbaal, nummer 141104.0900.09Goudvink.EIND, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 1770). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer], d.d. 20 november 2013, p. 98 en 99.
3.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], d.d. 25 november 2013, p. 215.
4.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 31 oktober 2014, p. 1366
5.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 31 oktober 2014, p. 1367
6.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 11 november 2014, p. 1382, laatste alinea tot en met p. 1383
7.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], d.d. 23 november 2013, p. 230-231
8.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 8 mei 2014, p. 1431
9.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 18 november 2014, p. 1501