In deze zaak vordert de Vereniging van Eigenaars van Waterbungalows in de Watertuin te Wilnis (hierna: Watertuin) betaling van contributie door [gedaagde], eigenaar van een woonark binnen het complex. Watertuin fungeert als een vereniging zoals bedoeld in artikel 2:26 BW en onderhoudt de basisinfrastructuur van het complex, waaronder wegen, bruggen en riolering. [gedaagde] heeft zijn lidmaatschap opgezegd, maar maakt nog steeds gebruik van de voorzieningen die Watertuin onderhoudt. Watertuin stelt dat [gedaagde] ongerechtvaardigd wordt verrijkt door geen bijdrage te betalen voor de kosten van instandhouding van de basisinfrastructuur. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] een vergoeding verschuldigd is aan Watertuin, gelijk aan de jaarcontributie die door de leden wordt betaald. De vordering van Watertuin wordt toegewezen, en [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 1.890,00, vermeerderd met wettelijke rente. In reconventie vordert [gedaagde] teruggave van een borgsom, maar deze vordering wordt afgewezen omdat de borgsom is gekoppeld aan de afrekening van nutskosten bij vertrek. De proceskosten worden toegewezen aan Watertuin.