Uitspraak
Zittingslocatie Utrecht
Rechtbank Midden-Nederland
Op 3 maart 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Verzoeker had eerder op 29 oktober 2014 een wrakingsverzoek ingediend tegen kantonrechter mr. Krepel in een procedure tussen de SSH en verzoeker. Dit verzoek werd verzet naar 2 december 2014. Op die datum diende verzoeker ook een conditioneel wrakingsverzoek in tegen de rechters van de wrakingskamer, te weten mr. L.E. Verschoor-Bergsma, mr. M.J. Slootweg en mr. A.C. van den Boogaard. Op 14 januari 2015 diende verzoeker opnieuw een wrakingsverzoek in, ditmaal tegen mr. A. van Holten en mrs. S.M. van Lieshout en H.A. Gerritse, die de wrakingskamer vormden. De rechtbank oordeelde dat verzoeker onvoldoende gronden had aangevoerd om aan te nemen dat de rechters partijdig waren. De rechtbank benadrukte dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is om een heel college van rechters te wraken en dat de gronden van verzoeker voornamelijk procedureel van aard waren. De rechtbank verklaarde het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond en bepaalde dat verdere wrakingsverzoeken van verzoeker niet in behandeling zouden worden genomen, gezien het misbruik van de wrakingsprocedure.