AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Diefstal met geweld en belediging van een ambtenaar, oplegging van ISD-maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 februari 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in Suriname en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein. De verdachte is beschuldigd van diefstal met geweld, belediging van een ambtenaar en een tweede diefstal. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 13 februari 2015, waar de verdachte in persoon verscheen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.W. Syrier. De officier van justitie heeft de vordering ingediend en de rechtbank heeft kennisgenomen van de verklaringen van de verdachte, zijn raadsman en een reclasseringswerker.
De tenlastelegging omvat drie feiten: de diefstal van drie parfumflesjes, gevolgd door geweld tegen een aangever, de belediging van een politieagente en de diefstal van een harde schijf bij de Media Markt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan alle drie de feiten. De verdachte heeft bekend dat hij de parfumflesjes heeft gestolen om zijn drugsverslaving te bekostigen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte in overweging genomen. De officier van justitie heeft een ISD-maatregel van twee jaar geëist, wat de rechtbank heeft opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van personen en goederen de oplegging van deze maatregel vereist, gezien de ernst van de feiten en de problematiek van de verdachte. De rechtbank heeft bepaald dat het Openbaar Ministerie binnen negen maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis de rechtbank moet informeren over de noodzaak van voortzetting van de maatregel.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal, nr. PL0900 2014197776(Z), bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 56). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [getuige] namens [bedrijf] d.d. 19 juli 2014, opgemaakt door [verbalisant 2], agent van Politie Eenheid Midden-Nederland, opgenomen op pagina 14 tot en met 16.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] d.d. 19 juli 2014, opgesteld door [verbalisant 3], BOA generieke opsporing van Politie Eenheid Midden-Nederland, opgenomen op pagina 23 tot en met 26.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 19 juli 2014, opgemaakt door [verbalisant 2], agent van Politie Eenheid Midden-Nederland, opgenomen op pagina 30 en 31.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door [aangever 2], hoofdagent van Politie Eenheid Midden-Nederland d.d. 19 juli 2014, opgenomen op pagina 9 tot en met 13.
6.Het proces-verbaal van aangifte van verbalisant [aangever 2] d.d. 19 juli 2014, opgenomen op pagina 35 tot en met 36.
7.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 13 februari 2015.
8.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal, nr. PL0900 2014147261, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 21). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
9.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5, Wetboek van Strafvordering, te weten een aangifteformulier voor winkeliers d.d. 7 juni 2014, opgemaakt door [X] namens Media Markt, opgenomen op pagina 3 tot en met 8.
10.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5, Wetboek van Strafvordering, te weten een aangifteformulier voor winkeliers d.d. 7 juni 2014, opgemaakt door [X] namens Media Markt, opgenomen op pagina 3 tot en met 8.
11.Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de aanhouding van verdachte d.d. 7 juni 2014, opgemaakt door [verbalisant 4] en [verbalisant 5], beide hoofdagent van Politie Eenheid Midden-Nederland, opgenomen op pagina 9.
12.Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de herkenning van verdachte d.d. 7 juni 2014, opgemaakt door [verbalisant 1], brigadier van Politie Eenheid Midden-Nederland, opgenomen op pagina 11.