Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
GEMEENTE HILVERSUM,
zetelend te Hilversum,
opposant in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde mr. A. van der Hilst,
wonende te [woonplaats],
geopposeerde in conventie,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde mr. C.A. Fokker.
1.De procedure
- inleidende dagvaarding;
- het verstekvonnis van 9 juli 2014 (zaaknummer/rolnummer 3159759 MC EXPL 14-7182);
- de verzetdagvaarding (aan te merken als de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie tevens conclusie van eis in het incident);
- conclusie van antwoord in het incident;
- het incidenteel vonnis van 17 september 2014;
- de conclusie van antwoord in oppositie, tevens van antwoord in reconventie (aan te merken als de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie);
- de conclusie van repliek in oppositie tevens van repliek in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis (aan te merken als de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis);
- het tussenvonnis van 10 december 2014;
- de conclusie van dupliek in reconventie tevens antwoordakte vermeerdering van eis.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
in conventie
ongerechtvaardigdis verrijkt. Daarvoor is van belang dat De Gemeente Hilversum ook daadwerkelijk profijt heeft (gehad) c.q. zal hebben van de aangebrachte veranderingen. Daarvan is in het onderhavige geval naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake. De Gemeente Hilversum heeft nadat de huurovereenkomst is beëindigd het gehuurde om haar moverende redenen gesloopt. Aldus heeft De Gemeente Hilversum geen hogere prijs bij verkoop kunnen realiseren noch bij een opvolgend huurder een hogere huur kunnen bedingen. De stelling van [gedaagde] dat van ongerechtvaardigde verrijking ook sprake kan zijn indien De Gemeente Hilversum profijt had kunnen hebben vindt geen bevestiging in de jurisprudentie. De bepalingen omtrent ongerechtvaardigde verrijking dienen restrictief te worden toegepast. De Gemeente Hilversum had bovendien niet de plicht het gehuurde weder te verhuren of te verkopen om zo een mogelijk profijt te realiseren. Het stond De Gemeente Hilversum vrij een andere bestemming te geven aan het gehuurde en over te gaan tot sloop. Aldus is van een verrijking die tevens ongerechtvaardigd zou zijn geen sprake.