ECLI:NL:RBMNE:2015:1127
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van seksueel binnendringen door fysiotherapeut
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 februari 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een fysiotherapeut uit Lelystad, die beschuldigd werd van seksueel binnendringen van een vrouw. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij zich schuldig had gemaakt aan de beschuldigingen. De aangeefster had verklaard dat de verdachte op 10 mei 2013, tijdens een behandeling, zijn vinger in haar vagina had gestoken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van de aangeefster onvoldoende onderbouwd waren door andere getuigenverklaringen. De verklaringen van de getuigen gaven geen steun aan de beschuldigingen, en er was twijfel over de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster en de getuigen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor het primair ten laste gelegde en had het subsidiair ten laste gelegde, met uitzondering van het binnendringen met de vinger, bewezen willen verklaren. De verdediging heeft algehele vrijspraak bepleit, stellende dat de aangifte inconsistent en onbetrouwbaar was. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde en de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard.