[gedaagde] heeft met betrekking tot het door [eiseres] gestelde psychische letsel, met name de PTSS, aangevoerd dat er wel een oorzakelijk verband lijkt te bestaan met het gebeurde (punt 8 van de conclusie van antwoord). Zij voert echter aan dat deze diagnose niet is vastgesteld door een arts of psychiater “hetgeen mag worden verwacht”.
De rechtbank overweegt als volgt.
De huisarts heeft blijkens het huisartsjournaal op 20 september 2011 vermeld:
“sinds aanval ptss verschijnselen. P02.01 Post-traumatische stress stoornis verschijnselen”,
waarna verwijzing volgde naar NOAGG.
Vervolgens heeft NOAGG een intakegesprek met [eiseres] gehouden. Het resultaat daarvan was dat NOAGG [eiseres] in behandeling heeft genomen op grond van de diagnose Acute stress-stoornis (punt 2.5). Uit het verslag van NOAGG blijkt dat de behandeling op 17 oktober 2011 is begonnen. Uit de tweede brief van NOAGG aan de advocaat van [eiseres] (punt 2.6) is de behandeling van [eiseres] (kort) beschreven, is een conclusie daarover verwoord en is een (nieuwe) diagnose gesteld, namelijk de posttraumatische stressstoornis , gedeeltelijk in remissie. Deze brief is ondertekend door H. Eren, GZ psycholoog. De rechtbank tekent hierbij aan dat een GZ-psycholoog (sinds 1998) een speciale, door de overheid goedgekeurde opleiding moet hebben gevolgd, Big-geregistreerd dient te zijn en dat deze bevoegd is een diagnose te stellen.
Voor zover het verweer van [gedaagde] aldus moet worden verstaan dat de GZ-psycholoog die bevoegdheid niet heeft, verwerpt de rechtbank dat verweer, ten eerste omdat het verweer onjuist is en ten tweede omdat het niet onderbouwd is, met name niet door gegevens te overleggen waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de GZ-psycholoog de hier bedoelde bevoegdheid niet had. Dat had wel op de weg van [gedaagde] gelegen.
De conclusie die uit deze rechtsoverweging volgt is dat ook als vaststaand moet worden aangenomen dat het psychisch letsel van [eiseres], zoals omschreven in de brieven van NOAGG aan de advocaat van [eiseres] niet alleen door een bevoegde persoon is vastgesteld maar tevens in oorzakelijk verband staat met de mishandeling.