Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
2 (twee) jaren.
1 (één) jaar, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.