ECLI:NL:RBMNE:2014:941
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing moratoriumverzoek in het kader van de schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 februari 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot het instellen van een moratorium op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw). Verzoekster, die zich in een stabilisatiefase bevindt, heeft het moratorium aangevraagd om een minnelijke schuldregeling met haar schuldeisers te kunnen treffen. Tijdens de zitting op 26 februari 2014 was de schuldhulpverlener van verzoekster aanwezig, maar er was nog geen begin gemaakt met het minnelijk traject. De verhuurder, Woningbouwvereniging Lopik, heeft zich niet verzet tegen het verzoek en refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank overweegt dat het moratorium bedoeld is om het minnelijk traject te ondersteunen, maar dat verzoekster zich nog in een stabilisatiefase bevindt. Dit betekent dat er nog geen concrete stappen zijn gezet richting een minnelijke regeling. De rechtbank wijst erop dat de wetgever het moratorium heeft gecreëerd om schuldenaren de gelegenheid te geven om hun goede trouw te bewijzen en om hen te ondersteunen in het minnelijk traject. Aangezien verzoekster nog niet in staat is om haar inkomen af te stemmen op haar uitgaven, kan het verzoek niet worden toegewezen.
De rechtbank concludeert dat het verzoek tot het instellen van een moratorium moet worden afgewezen, omdat het niet bedoeld is om de stabilisatiefase te ondersteunen. Verzoekster heeft aangegeven het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsanering te willen handhaven, waarover in een afzonderlijk vonnis zal worden beslist. De rechtbank wijst het verzoek af en spreekt het vonnis uit op 3 maart 2014.