ECLI:NL:RBMNE:2014:909

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 maart 2014
Publicatiedatum
10 maart 2014
Zaaknummer
16/702716-13 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen en kinderpornografie door zorgverlener

Op 10 maart 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een negenjarig meisje dat aan zijn zorg was toevertrouwd. De feiten vonden plaats tussen 21 en 23 februari 2013 in Utrecht. De verdachte heeft niet alleen ontuchtige handelingen gepleegd, maar ook kinderpornografische afbeeldingen gedownload en opgeslagen op zijn computer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, en een werkstraf van 180 uur. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, gezien zijn psychische toestand, waaronder een persoonlijkheidsstoornis en een parafilie die als niet-exclusieve pedofilie kan worden geclassificeerd.

Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 24 februari 2014, waarbij de verdachte in persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn advocaat. De tenlastelegging is tijdens de zitting gewijzigd, en de rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging in overweging genomen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de getuigen, waaronder het slachtoffer, gewogen en kwam tot de conclusie dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.

De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft het vertrouwen van de ouders van het slachtoffer misbruikt en heeft haar lichamelijke integriteit ernstig aangetast. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de blanco justitiële documentatie van de verdachte en de adviezen van de reclassering en de psycholoog. De uitspraak is gedaan in het belang van de bescherming van de maatschappij en ter voorkoming van herhaling van dergelijk gedrag.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/702716-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 10 maart 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1980] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres], [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 februari 2014. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. S.J. Daniëls, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is ter terechtzitting gewijzigd.
De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 primair: ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige;
Feit 1 subsidiair: ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een minderjarige;
Feit 2 en feit 3: kinderpornografische afbeeldingen voorhanden heeft gehad.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd alle feiten wettig en overtuigend bewezen te verklaren, gelet op het dossier en de verklaringen van verdachte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft opgemerkt dat alle feiten bewezen kunnen worden, maar dat verdachte ten aanzien van feit 2 geen gewoonte heeft gemaakt van het downloaden van kinderporno. Ten aanzien van het gewoonte maken onder feit 3 heeft de raadsman opgemerkt dat hij daar een vraagteken bij plaatst.
4.4
Het oordeel van de rechtbank [1]
Het bewijs ten aanzien van feit 1
[aangever] heeft aangifte gedaan tegen verdachte. Hij heeft verklaard dat zijn dochters [slachtoffer] en [naam] in het weekend van 21 op 22 februari 2013 bleven slapen bij verdachte en dat verdachte tussen de meiden in sliep. Verdachte heeft toen aan het lichaam van [slachtoffer] gezeten. Hij heeft over haar buikje en borstjes gewreven. Vervolgens heeft hij haar hand over zijn piemel gelegd. [2]
[slachtoffer] heeft verklaard dat [verdachte] aan haar buik en borsten heeft gezeten. De laatste keer logeren was de keer met de piemel. Hij wreef met zijn hand onder haar t-shirt en wreef met zijn hand over haar blote borst. Hij pakte haar rechterhand en legde deze op zijn blote piemel. Hij deed haar vingers om zijn piemel heen. [3]
[slachtoffer] is geboren op [2003]. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij in het weekend van 22 en 23 februari 2013 bij [slachtoffer] in bed heeft geslapen. De eerste nacht heeft hij over haar buik en borsten gewreven en de tweede nacht heeft hij over haar buik en borsten gewreven en haar hand op zijn blote penis gelegd. Verdachte heeft ook verklaard dat hij meermalen eerder bij [slachtoffer] in bed heeft geslapen. [5]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
De rechtbank gaat voor het bewijs uit van de verklaring van verdachte, waarin hij verklaart dat hij meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] in het weekend van 22 en 23 februari 2013. De rechtbank ziet geen duidelijke aanknopingspunten in het dossier waaruit blijkt dat het plegen van ontuchtige handelingen vaker is gebeurd dan in dit weekend. De rechtbank zal de bewezenverklaring dan ook beperken tot omstreeks de periode van 21 februari 2013 tot en met 23 februari 2013.
Het bewijs ten aanzien van feit 2
Op 15 maart 2013 is de laptop van verdachte in beslag genomen. [6]
Op de laptop worden 19 afbeeldingen aangetroffen die als kinderpornografisch worden geclassificeerd. [7]
Verdachte heeft verklaard dat hij de afbeeldingen genoemd in de tenlastelegging heeft gedownload en dat de periode wel zou kunnen kloppen. [8]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Gelet op de periode van zes maanden en het gegeven dat verdachte op verschillende momenten afbeeldingen heeft gedownload, is de rechtbank van oordeel dat verdachte van het downloaden van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt.
Feit 3
Op 2 oktober 2013 is de telefoon van verdachte in beslag genomen. [9]
Op de mobiele telefoon van verdachte worden 95 afbeeldingen aangetroffen die als kinderpornografisch worden geclassificeerd. [10]
Verdachte heeft verklaard dat hij de afbeeldingen genoemd in de tenlastelegging gedownload heeft. [11]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 3
De rechtbank acht het onder feit 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank is ook van oordeel dat verdachte van het downloaden van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank weegt daarbij met name mee dat de computer van verdachte eerder in het jaar in beslag is genomen en dat verdachte na een aantal maanden opnieuw is begonnen met het downloaden van kinderporno.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
Primair
op meer tijdstippen omstreeks de periode van 21 februari 2013 tot en met 23 februari 2013 te Utrecht ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige [slachtoffer], geboren op [2003], immers heeft hij, verdachte (meermalen)
-die [slachtoffer] op/over de blote buik en blote borsten betast en
aangeraakt en
-met zijn hand de hand van die [slachtoffer] op zijn blote penis gelegd
en
-bij die [slachtoffer] in bed geslapen;
2.
op meer tijdstippen in de periode van 1 september 2012 tot en met 15 maart 2013 te Utrecht,
(een gegevensdrager te weten: een laptop (merk Acer), bevattende) 19 afbeeldingen
heeft verworven en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van een ander persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met
de penis en/of (een) vinger(s)/hand)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen poseren in houding (op een wijze) die niet bij hun leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven/bij en ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
op meer tijdstippen in de periode van 1 maart 2013 tot en met 12 november 2013 te Utrecht,
(een gegevensdrager te weten: een mobiele telefoon (merk Samsung), bevattende) 95 afbeeldingen heeft verworven en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed zijn en poseren in een omgeving en in (een) (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij hun leeftijd past en waarbij deze personen zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van hun kleding ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze personen en de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Feit 1:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren die aan zijn zorg is toevertrouwd buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
Feit 2 en feit 3: telkens:
Van het plegen van het misdrijf van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst daartoe de toegang verschaffen, een gewoonte maken.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

De rechtbank let met betrekking tot de strafbaarheid van verdachte op het hem betreffende pro justitia rapport d.d. 21 januari 2014, opgesteld door D.J. Burck, gz-psycholoog. In dit rapport wordt geconcludeerd dat verdachte lijdende is aan een gebrekkige ontwikkeling van de persoonlijkheid in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis NAO en aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een parafilie die nader valt te classificeren als een vorm van niet exclusieve pedofilie. Ook ten tijde van het ten laste gelegde was verdachte lijdende aan deze stoornissen. Het advies van de gz-psycholoog is om verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
De rechtbank neemt deze conclusies en adviezen over en maakt deze tot de hare. De rechtbank beschouwt verdachte daarom als verminderd toerekeningsvatbaar.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met aftrek van de duur van het voorarrest en een werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
De verdediging heeft zich verzet tegen de manier waarop de officier van justitie haar eis heeft geformuleerd, te weten in twee termijnen. De rechtbank merkt daartoe op dat er geen rechtsregel is die zich daar tegen verzet en gaat uit van de vordering zoals hiervoor is weergegeven.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd zich te kunnen vinden in een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden, maar niet in de werkstraf die daarnaast wordt gevorderd. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat gelet op de persoon van de verdachte, zijn blanco justitiële documentatie en de tijd die verdachte reeds heeft vastgezeten geen ruimte meer is voor het opleggen van een werkstraf naast een deels voorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met een negenjarig meisje dat aan zijn zorg was toevertrouwd. Verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen van de ouders in hem stelden en ook heeft hij [slachtoffer] ernstig in haar lichamelijke integriteit aangetast.
Daarnaast heeft verdachte kinderpornografische afbeeldingen gedownload en opgeslagen op zijn computer. Nadat de computer in beslag was genomen door de politie is verdachte enkele maanden later opnieuw kinderporno gaan downloaden met zijn telefoon. De rechtbank neemt dit verdachte zeer kwalijk.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op:
  • een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 13 januari 2014;
  • een de verdachte betreffend reclasseringsrapport d.d. 18 februari 2014;
  • een de verdachte betreffend pro justitia rapport d.d. 21 januari 2014, opgesteld door D.J. Burck, gz-psycholoog.
Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. De rechtbank houdt daar in het voordeel van verdachte rekening mee. De reclassering adviseert om verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling. Ook de gz-psycholoog adviseert een behandeling in het kader van een voorwaardelijke straf. De rechtbank neemt deze adviezen mee in haar afwegingen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en de na te noemen bijzondere voorwaarden, met aftrek van de duur van het voorarrest en een werkstraf voor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis passend en geboden is. De rechtbank zal die straf dan ook aan verdachte opleggen. De werkstraf is lager dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank meer dan de officier van justitie rekening houdt met alle bijzondere voorwaarden waaraan verdachte zich zal moeten gaan houden.

9.Het beslag

Onttrekking aan het verkeer
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • Laptop Acer (PL0901-2012255370-850863)
  • Telefoon Samsung (PL0981-2013051697-1015129)
Nu deze voorwerpen zijn aangetroffen in het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven, terwijl zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven en van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.

10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De behandeling van de vordering van [slachtoffer], levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 1.037,64 (éénduizendzevenendertig euro en vierenzestig eurocent), te weten € 1.000,- aan immateriële schade en € 37,64 aan materiële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
De rechtbank merkt op dat de raadsvrouw van de benadeelde partij, mr. J.W. Verhoef, ter zitting een voorwaardelijke verhoging van de vordering heeft ingediend, mocht verdachte worden veroordeeld voor meer ontuchtige handelingen dan de handelingen in het weekend eind februari 2013. Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring daarvan komt, zal de rechtbank deze voorwaardelijke verhoging buiten beschouwing laten.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 36f, 57, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen

12.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren die aan zijn zorg is toevertrouwd buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
Feit 2 en feit 3: telkens:
Van het plegen van het misdrijf van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst daartoe de toegang verschaffen, een gewoonte maken.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
12 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, te weten
10 maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarden niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
de veroordeelde moet zich persoonlijk binnen een werkdag volgend op de datum van onherroepelijk worden van het vonnis melden bij Reclassering Nederland op het adres Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht. Hierna moet de veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
de veroordeelde moet meewerken aan een therapeutische behandeling bij een forensische psychiatrische instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland, afdeling Reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van 180 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen.
Benadeelde partij (feit 1)
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot € 1.037,64 (éénduizendzevenendertig euro en vierenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag van € 1.037,64, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1.037,64 (éénduizendzevenendertig euro en vierenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 1 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 20 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Beslag
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
  • Laptop Acer (PL0901-2012255370-850863)
  • Telefoon Samsung (PL0981-2013051697-1015129)
Voorlopige hechtenis
Heft op het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis op het moment dat dit vonnis onherroepelijk wordt.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.P.H.M. Severeijns, voorzitter, mrs. V. van Dam en J.A. Schuman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Willemsen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 maart 2014.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt ten laste gelegd dat
1.
Primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2012 tot en met 23 februari 2013 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en / of opleiding en / of
waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer], geboren op [2003], immers heeft hij, verdachte
(meermalen)
-die [slachtoffer] op/over de (blote) buik en/of (blote) borst(en) betast en/of
gekriebeld en/of aangeraakt en/of
-(met zijn hand) de hand van die [slachtoffer] op zijn (blote) penis gelegd
en/of
-bij die [slachtoffer] in bed geslapen;
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2012 tot en met 23 februari 2013 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
met [slachtoffer], geboren op [2003], die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige
handeling(en) heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
(meermalen)
-die [slachtoffer] op/over de (blote) buik en/of (blote) borst(en) betasten
en/of kriebelen en/of aanraken en/of
-(met zijn hand) de hand van die [slachtoffer] op zijn (blote) penis leggen
en/of
-bij die [slachtoffer] in bed slapen;
art 247 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2012
tot en met 15 maart 2013 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
(een gegevensdrager [te weten: een laptop (merk Acer)], bevattende)
19, althans een of meer afbeelding(en)
heeft verspreid en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of
ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd
en/of
heeft aangeboden en/of verworven en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft
en/of
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met
de penis en/of (een) vinger(s)/hand)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving en/of in (een)(erotisch
getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
______________________________________________________
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een representatieve collectie van
bovengenoemde afbeeldingen/filmfragmenten is samengesteld, maar ter voorkoming
van strafbare feiten en verdere
verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet in het dossier zijn gevoegd en
ook niet in afschrift zullen worden verstrekt. De officier van justitie zal
deze collectie als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben
en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage
in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2013
tot en met 12 november 2013 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
(een gegevensdrager [te weten: een mobiele telefoon (merk Samsung)],
bevattende) 95, althans een of meer afbeelding(en)
heeft verspreid en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of
ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd
en/of
heeft aangeboden en/of verworven en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft
en/of
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of
in (een) (erotisch getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze
van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten
en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
______________________________________________________
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een representatieve collectie van
bovengenoemde afbeeldingen/filmfragmenten is samengesteld, maar ter voorkoming
van strafbare feiten en verdere
verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet in het dossier zijn gevoegd en
ook niet in afschrift zullen worden verstrekt. De officier van justitie zal
deze collectie als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben
en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage
in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, te weten einddossier 0913CASHEW, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344.1.5° Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
2.De aangifte, gedaan door [aangever] namens [slachtoffer] en [naam], pagina 80 tot 88.
3.Het studioverhoor van [slachtoffer], pagina 108 tot en met 114.
4.De geboorteakte van [slachtoffer], pagina 118.
5.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 februari 2014.
6.Het proces-verbaal van doorzoeking, pagina 24 tot en met 27.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 33 tot en met 64.
8.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 februari 2014.
9.Het proces-verbaal van doorzoeking, pagina 161 tot en met 195.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 234 tot en met 256.
11.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 februari 2014.