ECLI:NL:RBMNE:2014:7701

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 september 2014
Publicatiedatum
11 februari 2020
Zaaknummer
C/16/373403 / KG ZA 14-512 AK/4075
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Naleving van een relatiebeding in freelance overeenkomst

In deze zaak, die op 12 september 2014 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vorderde de besloten vennootschap Interwork Bouwbedrijven B.V. (hierna: Interwork) in kort geding dat de gedaagde, die werkzaamheden verrichtte voor de gemeente [gemeente], [stadsdeel], zou worden veroordeeld om de overtreding van een relatiebeding te staken. De gedaagde had op 31 maart 2014 een freelance overeenkomst met Interwork gesloten, waarin een relatiebeding was opgenomen dat hem verbood om zonder schriftelijke toestemming van Interwork werkzaamheden te verrichten voor de relaties van Interwork gedurende de looptijd van de overeenkomst en tot één jaar na afloop daarvan.

De procedure begon met een dagvaarding en mondelinge behandeling op 29 augustus 2014. Interwork stelde dat de gedaagde in strijd met het relatiebeding handelde door werkzaamheden te verrichten voor de gemeente [gemeente], [stadsdeel], terwijl de gedaagde betwistte dat hij het relatiebeding overtrad, omdat het beding volgens hem alleen betrekking had op de specifieke relatie die in de overeenkomst was genoemd.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het relatiebeding inderdaad uitsluitend betrekking had op de gemeente [gemeente], [stadsdeel], en dat de gedaagde geen overtreding beging door werkzaamheden voor [stadsdeel] te verrichten. De rechter concludeerde dat de vordering van Interwork niet voldoende aannemelijk was om te worden toegewezen, en wees de vordering af. Interwork werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die tot dat moment waren begroot op € 1.135,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/373403 / KG ZA 14-512 AK/4075
Vonnis in kort geding van 12 september 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERWORK BOUWBEDRIJVEN B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
advocaat mr. A.C. Kool te Amsterdam ,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. G. Gabrelian te Utrecht.
Partijen zullen hierna Interwork en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met productie 1 tot en met 7;
  • de producties 1 tot en met 4 van [gedaagde] ;
  • de mondelinge behandeling van 29 augustus 2014;
  • de pleitnota van Interwork;
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen is op 31 maart 2014 een freelance overeenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan [gedaagde] in de periode van 1 april 2014 tot en met 30 juni 2013 bij de gemeente [gemeente] , [stadsdeel] , werkzaamheden heeft verricht inzake de opdracht ‘Zaak coördinatie omgevingsvergunningen Bouw voor de gemeente [gemeente] , [stadsdeel] ’. De inhoud van deze overeenkomst luidt voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang:
‘(…)
In achtnemend dat:
 opdrachtnemer een opdracht heeft aangenomen van opdrachtgever, zijnde; Zelfstandig behandelen van aanvragen voor omgevingsvergunningen die de activiteit bouwen bevatten en behandelen van aanvragen die strijdig zijn met ruimtelijke regelgeving voor de Gemeente [gemeente] , [stadsdeel] ; (…)
Artikel 7
Opdrachtnemer is gerechtigd naast de werkzaamheden voor opdrachtgever tevens activiteiten voor andere opdrachtgevers te verrichten, zolang de werkzaamheden ten behoeve van opdrachtgever hier niet door geschaad worden. Opdrachtnemer zal gedurende de looptijd van de opdracht tot 1 jaar na afloop, zonder schriftelijke toestemming van opdrachtgever geen werkzaamheden verrichten, hetzij direct hetzij indirect, bij de relatie(s) van opdrachtgever welke op deze overeenkomst van toepassing is.(…)
2.2.
Op 24 april 2014 heeft [gedaagde] een freelance overeenkomst gesloten met [stadsdeel] [gemeente] . Naar aanleiding daarvan verricht [gedaagde] vanaf 9 mei 2014 werkzaamheden voor stadsdeel [gemeente] [stadsdeel] .

3.Het geschil

3.1.
Interwork vordert - na vermindering van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de overtreding van het relatiebeding te staken en gestaakt te houden, met bevel aan [gedaagde] om zijn werkzaamheden voor de gemeente [gemeente] binnen dezelfde periode te beëindigen en niet te hervatten noch op andere wijze bij de gemeente [gemeente] betrokken te zijn gedurende de looptijd van het relatiebeding, alsmede zich te onthouden van verdere schending van deze bedingen gedurende de looptijd ervan, op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- voor iedere overtreding, alsmede van € 1.000,-- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over die kosten vanaf de vierde dag na betekening van dit vonnis tot de voldoening.
3.2.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De spoedeisendheid van de zaak is gegeven met de aard van de vordering.
4.2.
Voor toewijzing van een voorlopige voorziening zoals door Interwork wordt gevorderd, moet het in hoge mate waarschijnlijk zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen.
4.3.
Interwork heeft naleving van het op 31 maart 2014 tussen partijen overeengekomen relatiebeding gevorderd en daaraan ten grondslag gelegd dat het beding niet alleen ziet op gemeente [gemeente] , [stadsdeel] , maar op de gehele gemeente [gemeente] . Interwork stelt dat, nu [gedaagde] desondanks sinds mei 2014 werkzaam is voor de gemeente [gemeente] , [stadsdeel] , het relatiebeding door [gedaagde] wordt overtreden. [gedaagde] heeft deze stellingen weersproken en in dat kader aangevoerd dat het relatiebeding duidelijk vermeldt dat het uitsluitend om de in de overeenkomst genoemde relatie gaat, te weten gemeente [gemeente] , [stadsdeel] , zodat hij met het verwerven van een opdracht bij [stadsdeel] geen overtreding van het beding begaat.
4.4.
De kantonrechter overweegt als volgt. De letterlijke tekst van het tussen partijen geldende relatiebeding luidt dat [gedaagde] (zonder schriftelijke toestemming) bij de relatie van Interwork die op de freelance overeenkomst van toepassing is, geen werkzaamheden mag verrichten voor de duur van één jaar. Hieruit volgt dat het relatiebeding uitsluitend ziet op gemeente [gemeente] [stadsdeel] , omdat dit de enige partij is die in de freelance overeenkomst wordt genoemd. Hoewel Interwork heeft aangegeven dat deze zinsnede ruimer dient te worden uitgelegd en daarmee de gehele gemeente [gemeente] uitsluit van het werkgebied van [gedaagde] , is de kantonrechter van oordeel dat niet, zoals door Interwork gesteld, het ontbreken van rechtspersoonlijkheid van [stadsdeel] van doorslaggevend belang is, maar wat [gedaagde] bij het tekenen van de freelance overeenkomst mocht begrijpen. Nu in de gehele overeenkomst duidelijk en uitsluitend wordt gesproken over gemeente [gemeente] , [stadsdeel] , waar Interwork had kunnen volstaan met het benoemen van alleen ‘gemeente [gemeente] ’, mocht [gedaagde] begrijpen dat het beding ook uitsluitend betrekking had op dat specifieke onderdeel van de gemeente [gemeente] .
4.5.
Gelet op het vorenstaande, acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat het relatiebeding uitsluitend ziet op gemeente [gemeente] , [stadsdeel] , zodat [gedaagde] het relatiebeding door middel van het verrichten van werkzaamheden voor [stadsdeel] , niet overtreedt. Derhalve acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat een bodemrechter de vordering van Interwork zal afwijzen, zodat de gevorderde staking van de overtreding van het relatiebeding op straffe van een dwangsom zal worden afgewezen.
4.6.
Interwork zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op:
- griffierecht € 608,00
- salaris advocaat €
527,00
Totaal € 1.135,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Interwork in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.135,00;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2014.