ECLI:NL:RBMNE:2014:7700

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 december 2014
Publicatiedatum
6 september 2019
Zaaknummer
2883837 / MC EXPL 14-2941
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake annulering opleiding en betalingsverplichtingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen IMKO Opleidingen B.V. en een gedaagde, die een opleidingsovereenkomst had gesloten voor een beroepsopleiding tot kapster. De gedaagde had de opleiding geannuleerd wegens gezondheidsklachten en stelde dat zij op grond van onvoorziene omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 6:258 BW, de overeenkomst diende te ontbinden. IMKO vorderde betaling van het volledige cursusgeld, terwijl de gedaagde verweer voerde en haar betalingsverplichting wilde laten ontbinden.

De rechtbank oordeelde dat de gedaagde gehouden was aan de annuleringsvoorwaarden die in de algemene voorwaarden van IMKO waren opgenomen. De gedaagde had de opleiding op 9 januari 2012 gestart en had op 31 oktober 2012 geannuleerd. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde niet had kunnen voorzien dat de opleiding lichamelijk te zwaar voor haar zou zijn en dat de gezondheidsklachten niet als onvoorziene omstandigheden konden worden aangemerkt die tot ontbinding van de overeenkomst konden leiden. De rechtbank wees de vordering van IMKO toe en veroordeelde de gedaagde tot betaling van € 7.226,49, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

In reconventie wees de rechtbank de vorderingen van de gedaagde af, waarbij werd geoordeeld dat de gedaagde niet in haar recht stond om de overeenkomst te ontbinden of haar betalingsverplichting te wijzigen. De rechtbank benadrukte dat de gedaagde de kosten van de opleiding diende te voldoen, conform de voorwaarden die bij de overeenkomst waren overeengekomen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter M.C.P. de Ridder.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: 2883837 / MC EXPL 14-2941
Vonnis van 24 december 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMKO OPLEIDINGEN B.V. H.O.D.N. IMKO HSC OPLEIDINGEN EN IMKO OPLEIDINGEN,
gevestigd te Zwolle,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde D. Joustra te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde mr. E. Uijt de Boogaardt te Emmeloord.
Partijen zullen hierna IMKO en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een opleidingsovereenkomst gesloten voor een beroepsopleiding kapster (MBO junior kapper niveau 2) voor de duur van 1 jaar. Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van IMKO van toepassing.
2.2.
In de algemene voorwaarden is onder meer opgenomen:
Annuleringsregeling
Annulering van de opleiding kan alleen geschieden per aangetekend schrijven gericht aan IMKO Opleidingen, [adres] , [postcode] [vestigingsplaats] . Bij annulering tot 28 dagen voor de eerste lesdag is het inschrijfgeld en 10% van het lesgeld aan IMIKO verschuldigd. Bij annulering tot 14 dagen voor de eerste lesdag is het inschrijfgeld en 20% van het lesgeld aan IMKO verschuldigd, Bij annulering binnen 14 dagen voor de eerste lesdag is het
inschrijfgeld en 50% van het lesgeld aan IMKO verschuldigd. Bij beëindiging door de cursist na aanvang van de opleiding zijn alle opleidingskosten verschuldigd waarbij lesgeld tot maximaal 1 jaar na de opzegging verschuldigd is. Bovenstaande regeling is niet van toepassing op schriftelijke opleidingen, zelfstudiepakketten en opleidingen tot 3 dagdelen. Inschrijving voor schriftelijke opleidingen, zelfstudiepakketten en opleidingen tot 3
dagdelen kunnen niet worden geannuleerd het hele bedrag blijft verschuldigd. Indien bij een OCW erkende opleiding IMKO tijdens de eerste drie maanden constateert dat de cursist ongeschikt is voor de gekozen opleiding kan, in overleg met de cursist en ouder(s)/verzorger(s) en vestigingsmanager, de opleiding door IMKO worden
beëindigd. Overige lesgeldtermijnen komen alleen dan te vervallen wanneer de opleiding op advies van IMKO wordt beëindigd binnen drie maanden na aanvang van de OCW erkende opleiding.
2.3.
[gedaagde] is op 9 januari 2012 gestart met de opleiding.
2.4.
Nadat [gedaagde] met de opleiding was begonnen heeft zij last gekregen van pijnklachten in haar onderrug, nek en schouder.
2.5.
Per e-mail van 31 oktober 2012 heeft [gedaagde] de opleiding geannuleerd.
2.6.
Bij brief van 5 december 2012 heeft IMKO aan [gedaagde] bericht:
“(…)
Conform onze voorwaarden zijn wij genoodzaakt u het volledige cursusgeld in rekening te brengen. Dit is reeds aan u gefactureerd. Gezien de bijgevoegde doktersverklaring bieden wij u de mogelijkheid om deze opleiding binnen drie jaar te hervatten. Wij zullen dan geen lesgeld meer factureren. Indien de samenstelling van de boeken en/of materialen wijzigt, zullen wij dit aan uw doorberekenen.”
2.7.
Bij brief van 6 januari 2013 heeft [gedaagde] aan IMKO bericht dat zij van mening is dat zij, omdat zij de opleiding wegens medische redenen niet kan afmaken, de kosten niet hoeft te voldoen.
2.8.
Bij brief van 23 januari 2013 heeft de annuleringscommissie van IMKO het navolgende aan [gedaagde] bericht:
“(…)
Wij vinden het zeer spijtig dat u om gezondheidsredenen niet langer kan deelnemen aan de opleiding, dit heeft u door middel van een doktersverklaring kenbaar gemaakt. Ondanks uw medische verklaring zijn wij genoodzaakt om bij annulering conform onze algemene voorwaarden te handelen. Wij zullen ons dan ook conformeren aan het voorstel wat op 5 december 2012 d.m.v. een brief aan u kenbaar is gemaakt. Wij bieden u de mogelijkheid om de mbo-opleiding kapper (niveau 2) binnen 3 jaar te hervatten of de resterende studieduur te investeren in een opleiding naar keuze.
Er zal geen restitutie plaatsvinden van reeds betaalde gelden.”
2.9.
[gedaagde] heeft de openstaande facturen niet voldaan.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
IMKO vordert, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 7.226,69, vermeerderd met de wettelijke rente over € 6.144,00 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening en de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. de opleidingsovereenkomst tussen [gedaagde] en IMKO met terugwerkende kracht te ontbinden,
subsidiair
II. de opleidingsovereenkomst tussen [gedaagde] en IMKO te wijzigen in die zin dat [gedaagde] wordt ontheven van haar betalingsverplichting op grond van de overeenkomst, voor zover thans nog niet aan die betalingsverplichting is voldaan,
primair en subsidiair
III. IMKO te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.5.
IMKO voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en reconventie

4.1.
Tussen partijen staat vast dat zij een opleidingsovereenkomst hebben gesloten voor een beroepsopleiding kapster (MBO junior kapper niveau 2) voor de duur van 1 jaar. Voorts staat tussen partijen vast dat op deze overeenkomst de algemene voorwaarden van IMKO van toepassing zijn en dat daarin een annuleringsregeling is opgenomen. Dit betekent dat [gedaagde] op grond van de overeenkomst en de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden gehouden is de volledige kosten van de opleiding te voldoen.
4.2.
[gedaagde] doet een beroep op artikel 6:258 BW, stellende dat de onvoorziene omstandigheid op grond waarvan ontbinding dient plaats te vinden is gelegen in haar lichamelijke gezondheidstoestand die haar verhinderde verder deel te nemen aan de studie en gebruik te maken van de aangeboden studiefaciliteiten. [gedaagde] stelt dat zij bij het aangaan van de studie niet heeft kunnen voorzien dat de studie lichamelijk te zwaar voor haar was en dat partijen zulks bij het aangaan van de overeenkomst nimmer hebben voorzien. De opgetreden gezondheidsklachten zijn verder van dien aard dat het voor IMKO ook duidelijk moet zijn dat de studieovereenkomst niet in stand kan worden gelaten, aldus [gedaagde] . Voorts beroept [gedaagde] zich op de redelijkheid en billijkheid van artikel 6:248 BW.
4.3.
Artikel 6:258 BW geeft de rechter de mogelijkheid om op verlangen van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst te wijzigen of deze geheel (of gedeeltelijk) te ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Lid 2 van genoemd artikel bepaalt dat een wijziging of ontbinding niet wordt uitgesproken, voor zover de omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening komen van degene die zich erop beroept. Dit betekent dat niet snel aangenomen dient te worden dat sprake is van onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258 BW. De door [gedaagde] aangevoerde omstandigheden, hoe betreurenswaardig ook, komen voor haar eigen rekening en zijn niet aan te merken als omstandigheden als hiervoor bedoeld. Het beroep op de redelijkheid en billijkheid maakt dit niet anders, nu het gaat om omstandigheden, die weliswaar zijn ingetreden ná het sluiten van de overeenkomst, maar die partijen wel in hun overeenkomst hebben verdisconteerd. Immers, in de algemene voorwaarden is een regeling opgenomen die juist voorziet in de situatie dat een cursist de cursus annuleert na aanvang van de cursus.
4.4.
Nu [gedaagde] de hoogte van de vordering van IMKO in conventie niet heeft betwist, zal de kantonrechter deze toewijzen.
4.5.
IMKO maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De onderhavige vordering heeft ten dele betrekking op één van de situaties waarop het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is (verzuim op of na 1 juli 2012). Ten dele heeft de vordering betrekking op de situatie waarop rapport Voor-Werk II van toepassing is (verzuim vóór 1 juli 2012). De rechtbank zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom toetsen aan de voor de individuele delen van de vordering geldende vereisten.
4.6.
Het deel van de vordering waarop rapport Voor-Werk II ziet bedraagt € 2.460,00. Conform rapport Voor-Werk II bedragen de incassokosten alsdan € 369,00. De kantonrechter is van oordeel dat IMKO voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze inrichten van het dossier. Daarmee is de vordering toewijsbaar.
4.7.
Het deel van de vordering waar het Besluit van toepassing is bedraagt € 3.684,00, zodat conform het besluit de buitengerechtelijke kosten € 493,40 bedragen. IMKO heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, zodat deze kosten voor toewijzing in aanmerking komen. Echter, IMKO heeft slechts in totaal een bedrag van € 682,20 aan buitengerechtelijke kosten gevorderd, zodat de kantonrechter dit bedrag zal toewijzen.
4.8.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van IMKO worden begroot op:
- dagvaarding € 95,60
- griffierecht 462,00
- salaris advocaat
500,00(2,0 punt × tarief € 250,00)
Totaal € 1.057,60

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan IMKO te betalen een bedrag van € 7.226,49 (zevenduizendtweehonderdzesentwintig euro en negenenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 6.144,00 vanaf 28 februari 2014 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van IMKO tot op heden begroot op € 1.057,60,
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen af,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van IMKO tot op heden begroot op € 0,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.P. de Ridder en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2014.