Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 december 2014;
- de akte overlegging producties van [eisers c.s.] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 september 2014.
2.De feiten
“(…) [gedaagde sub 1] heeft IBB reeds aansprakelijk gesteld voor alle schade, welke het gevolg is van bovengenoemd gebrek. Naast het dichtsmeren van de uitgedrukte stukken beton en het vergoeden van eventuele door [gedaagde sub 1] geleden schade – hieronder valt derhalve ook de door de bewoner van [adres] gevorderde schade -, is IBB gehouden het gebrek op deugdelijke wijze te herstellen. (…)”.
“(…) U hebt aan ons gevraagd wat bij benadering de schade voor de projectontwikkelaar is v.w.b. de verkoop van de nog resterende huizen. Voor ons is het helaas een zekerheid: verkopen met de aanwezigheid van ongebluste kalk zal zeer moeilijk zijn. Veel mogelijke kopers zullen afhaken, zodra wij dit mankementmoeten
melden aan geïnteresseerden.
“(…) Volgens een door ons benaderde Registermakelaar-Taxateur is de waardevermindering van de woningen€ 100.000,-- (2x € 50.000,--). (…)”.
te betalen schadebedrag in verband met de aanzienlijke waardevermindering van de woningen gelegen aan de [adres] en [adres] , alsmede aan de [adres] , [adres] , [adres] , [adres] , [adres] en [adres] . Dit betreft de 6 onverkochte woningen en de 2 woningen, waarvan de bewoners DLL reeds aansprakelijk hebben gesteld. (…)
“(…) Op 15 juli 2011 heeft ondergetekende een schriftelijk advies afgegeven aan de heer [eiser sub 1] voor de mogelijke verkoop van zijn woning aan de [adres] te [woonplaats] . (…)
3.Het geschil
I. [gedaagden c.s.] hoofdelijk, in die zin dat als de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan [eisers c.s.] van een bedrag van € 50.000,-- inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 september 2013, althans vanaf een door de rechtbank te bepalen datum, te voldoen binnen twee weken na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan [gedaagden c.s.] ;
II. [gedaagden c.s.] hoofdelijk, in die zin dat als de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan [eisers c.s.] van de buitengerechtelijke kosten van
€ 1.275,--, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te voldoen binnen twee weken na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan [gedaagden c.s.] , alsmede
III. [gedaagden c.s.] hoofdelijk, in die zin dat als de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling
De vaststellingsovereenkomst
Aan mijn cliënt is bovendien een concept vaststellingsovereenkomst voorgelegd en er zijn diverse e-mails waaruit blijkt dat [gedaagde sub 1] voornemens was om de schadevergoeding van € 50.000,- aan mijn cliënten uit te betalen.”
27 maart 2012 van [gedaagde sub 1] aan [onderneming 2] . Hierin wordt wel een bedrag van
€ 100.000,-- genoemd voor de afwikkeling van de aansprakelijkheid betreffende de woning van [eisers c.s.] en zijn buurman, de eigenaar van de woning aan de [adres] te Baarn, maar dit zegt niets over de daadwerkelijke waardevermindering van de woning van [eisers c.s.]
De rechtbank kan in dit stadium dan ook geen eindbeslissing geven. De rechtbank is voorshands voornemens ten aanzien van de door [eisers c.s.] geleden schade een deskundigenbericht te gelasten. De rechtbank denkt daarbij aan de benoeming van een makelaar. Om proceseconomische redenen zullen partijen bij de hiervoor onder 4.9 genoemde akte in de gelegenheid worden gesteld zich tevens uit te laten omtrent de persoon van de te benoemen deskundige en de aan hem te stellen vragen, een en ander op de voet van artikel 194 Rv. Partijen wordt verzocht met elkaar in overleg te treden en zich zoveel mogelijk eensluidend over een en ander uit te laten.
5.De beslissing
21 januari 2015te
9.30 uurvoor het nemen van een akte met het hiervoor onder 4.9 en 4.10 omschreven doel, eerst aan de zijde van [eisers c.s.] en vervolgens aan de zijde van [gedaagden c.s.] ;