Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 augustus 2014
- de akte houdende producties vermeerdering van eis van de VvE
- de akte houdende producties van [gedaagde]
- het proces-verbaal van pleidooi van 6 november 2014
2.De feiten
3.Het geschil
- de VvE ten onrechte de dagvaarding niet ook tegen de heer [naam] , de echtgenoot van [gedaagde] , heeft uitgebracht;
- de VvE de stukken waarop zij zich beroept niet heeft overgelegd;
- de VvE geen machtiging heeft overgelegd waaruit de bevoegdheid van het bestuur van de VvE tot procederen blijkt;
- de VvE in strijd met het bepaalde in artikel 2:48 BW, het splitsingsreglement en de statuten al jaren geen begrotingen, jaarverslagen en exploitatierekeningen vaststelt en ter goedkeuring voorlegt, geen kascommissie en accountant benoemt, zodat het niet mogelijk is om vast te stellen wat er met de betaalde voorschotbijdragen is gebeurd.
4.De beoordeling
dater een (incasso)procedure voor de behandeling van betalingsachterstanden van de leden wordt vastgesteld en niet (ook) dat het bestuur van de VvE gemachtigd wordt om in rechte betaling te vorderen. Niet ter discussie staat dat het bestuur van de VvE op zichzelf bevoegd/gemachtigd is om namens de VvE (rechts)handelingen te verrichten/ in rechte op te treden. Uit de door [gedaagde] overgelegde notulen van de algemene ledenvergadering van 19 juni 2014 blijkt verder dat in die vergadering expliciet het mandaat aan het bestuur is verleend tot het starten van een incassoprocedure. Dit besluit dateert weliswaar van na het uitbrengen van de dagvaarding, maar indien en voor zover het bestuur van de VvE niet reeds tot het voeren van een procedure gemachtigd zou zijn geweest, acht de kantonrechter dit besluit voldoende om de bevoegdheid van (het bestuur van) de VvE in deze procedure (achteraf) te bekrachtigen. Dit betekent dat ook dit verweer van [gedaagde] , ten aanzien van de ontvankelijkheid van de VvE faalt en de kantonrechter toekomt aan de behandeling van het laatste, inhoudelijk, door [gedaagde] gevoerde verweer.
450,00(3 punten x tarief € 150,00)