Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
"de telkens geldende"cao voor het Bakkersbedrijf (hierna: de cao) van toepassing is.
Ten aanzien van een werknemer die aan de vakopleiding deelneemt geldt in afwijking van artikel 7:668a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd indien:
arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van niet meer dan drie maanden hebben opgevolgd en een periode van 72 maanden, deze tussenpozen inbegrepen, hebben overschreden;
meer dan 6 voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan 3 maanden.
Indien redelijkerwijs verwacht mag worden dat de vakopleiding binnen een jaar kan worden afgerond, mag de duur van een af te sluiten arbeidsovereenkomst maximaal één jaar bedragen.
"Onderwijsovereenkomst beroepsonderwijs"met de Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Zuid-Holland Zuid (hierna: het ROC) gesloten voor de opleiding
"Brood en banket (Brood- en banketbakker)". De normduur van deze opleiding bedraagt 2 jaar.[verzoeker] en het ROC zijn vervolgens een verlenging van deze onderwijsovereenkomst overeengekomen voor de periode 1 augustus 2012 tot 31 juli 2013. De opleiding is gekwalificeerd als BBL Deeltijd Niveau 2.
"Praktijkovereenkomst bbl"gesloten tussen het ROC,[verzoeker] en [verweerder].
"Onderwijsovereenkomst beroepsonderwijs"gesloten voor de opleiding Brood en banket (Zelfstandig werkend broodbakker). Deze opleiding heeft niveau BBL Deeltijd Niveau 3. De normduur voor deze opleiding is 36 maanden. De overeenkomst is aangegaan op 1 september 2012 en eindigt uiterlijk op 31 augustus 2015.
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
"zwart"op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden voor [verweerder] verricht als zaterdaghulp.
4.Het verweer
5.De beoordeling
"een kader vast te stellen om misbruik als gevolg van het gebruik van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voor bepaalde tijd te voorkomen".De raamovereenkomst dient te worden beschouwd als een onderdeel van de richtlijn (HvJ EG 22 november 2005, LJN AU8663, (Mangold)).
- de objectieve reden die vernieuwing van overeenkomsten voor bepaalde tijd rechtvaardigt is vastgesteld, namelijk het volgen van een vakopleiding;
- de maximale totale duur van de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten is vastgesteld: 72 maanden; kennelijk is daarbij aangesloten op de duur van de opleiding;
- het aantal malen dat dergelijke overeenkomsten mogen worden vernieuwd is vastgesteld: zesmaal.
"bij collectieve arbeidsovereenkomst"is afgeweken overweegt de kantonrechter nog het volgende.