Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 oktober 2013, waarin een comparitie is gelast;
- de akte met de wijziging van eis en wijziging partij aanduiding van [eiser];
- de akte met de aanvulling van eis van [eiser].
- de akte overlegging producties van Yarden Franchise
- het proces-verbaal van comparitie van 16 januari 2014, met de daarin genoemde pleitaantekeningen;
- de brief van Yarden Franchise van 30 januari 2014 en de brief van [eiser] van 6 februari 2014, beide met betrekking tot het proces-verbaal van comparitie;
- de brief van Yarden Franchise van 11 februari 2014 en de brief van [eiser] van 11 februari 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
- een verklaring voor recht dat de franchise overeenkomst tussen partijen gesloten in 2008 nietig is en veroordeling van Yarden Franchise de schade te vergoeden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- een verklaring voor recht dat de non-concurrentie bepalingen van artikel 14 van de franchise overeenkomst nietig zijn;
- een verklaring voor recht dat het non-concurrentie beding van artikel 14 lid 3 van de franchise overeenkomst nietig is;
- een verklaring voor recht dat de non-concurrentie bepalingen van artikel 14 uit de franchise overeenkomst niet zien op de feitelijke werkzaamheden van [eiser] in zijn voormalige verzorgingsgebied en [eiser] deswege niet in overtreding kan zijn;
- een verklaring voor recht dat een beroep door Yarden Franchise op de non-concurrentie bepalingen van artikel 14 van de franchise overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
- een verklaring voor recht dat een beroep door Yarden Franchise op de non-concurrentie bepaling van artikel 14 lid 3 van de franchise overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is;
4.De beoordeling
Franchisenemer zal gedurende een periode van één (1) jaar na beëindiging van de overeenkomst in het verzorgingsgebied […] niet direct of indirect […] financiële dan wel andere zakelijke belangen hebben bij activiteiten die soortgelijk zijn aan de door franchisenemer in het kader van deze overeenkomst uitgeoefende activiteiten […].Ook een taalkundige uitleg van dit artikel geeft geen steun aan de stelling van [eiser] dat het hem vrij zou staan om bepaalde handelingen wel te mogen uitvoeren in het voormalige verzorgingsgebied. Dit zou mogelijk anders zijn als het zou gaan om handelingen die [eiser] als franchisenemer niet had verricht, maar dit heeft [eiser] niet gesteld, noch is dit gebleken.