ECLI:NL:RBMNE:2014:7387

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2014
Publicatiedatum
13 februari 2015
Zaaknummer
16-702733-13; 21-004220-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor kinderporno met voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 november 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verwerven, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 22 oktober 2010 tot en met 10 mei 2013 een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen en films in zijn bezit heeft gehad. De tenlastelegging omvatte 1.023 kinderpornografische foto's en 177 films, die tijdens een doorzoeking op 8 mei 2014 in de woning van de verdachte zijn aangetroffen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van 100 uren toegewezen. De rechtbank heeft echter de verdachte vrijgesproken van het tweede feit, dat betrekking had op het in bezit hebben van dierenpornografisch materiaal, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte opzet had op het verwerven of in bezit hebben van deze films. De rechtbank heeft in haar overwegingen ook rekening gehouden met het feit dat de verdachte alle afbeeldingen op eigen initiatief had verwijderd voordat deze door de politie in beslag werden genomen. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de opgelegde straffen gemotiveerd, waarbij de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging zijn genomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/702733-13 en 21/004220-12 (vordering tenuitvoerlegging) (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 26 november 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] [1950],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres], [postcode] [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 november 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn advocaat, mr. I.E. Leenhouwers, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: 1.023 kinderpornografische foto’s en 177 kinderpornografische films heeft verworven, verspreid en in zijn bezit heeft gehad;
feit 2: 2 dierenpornografische films in zijn bezit heeft gehad.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd het onder feit 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te verklaren wat betreft het verwerven en het in bezit hebben van de kinderpornografische foto’s en films. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 betoogd dat uit het dossier niet kan worden afgeleid, dat verdachte de kinderpornografische bestanden die op de Pentium computer zijn aangetroffen in de ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad. Ook van de verwijderde bestanden op de USB-sticks kan niet met zekerheid worden gezegd dat verdachte deze bestanden in de ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad.
De 39 bestanden die accessible waren, stonden in verborgen mappen. Het is goed mogelijk dat verdachte niet wist dat deze bestanden (nog) op zijn computer stonden, zodat niet bewezen kan worden dat verdachte deze bestanden opzettelijk in zijn bezit heeft gehad.
In elk geval blijkt uit het dossier niet dat verdachte zich tijdens zijn proeftijd heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten.
De raadsvrouw heeft voorts bepleit dat het erg onwaarschijnlijk is dat verdachte zelf een kinderpornografische afbeelding op zijn Facebookpagina heeft gezet. De verklaring die verdachte hierover heeft afgelegd, is voldoende aannemelijk.
Ook kan niet worden bewezen verklaard dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van dit strafbare feit.
Ten aanzien van feit 2 dient verdachte te worden vrijgesproken. USB-sticks worden vaak door meerdere personen binnen een gezin gebruikt. Verdachte weet niets af van de dierenporno, dus wellicht heeft iemand anders uit het gezin van verdachte deze bestanden op de USB-stick gezet.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, aangezien uit het dossier onvoldoende kan worden afgeleid dat verdachte het opzet heeft gehad op het verwerven of het in bezit hebben van deze dierenpornografische films. Niet duidelijk is of verdachte zich bewust was dat hij deze dierenpornografische films in zijn bezit had. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat sprake is van ‘slechts’ twee filmbestanden die identiek zijn. De mogelijkheid dat deze films een ‘onbewuste bijvangst’ zijn, kan met onvoldoende mate van zekerheid worden uitgesloten. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder feit 2 ten laste gelegde.
Het bewijs ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen. [1]
Op 8 mei 2014 is in het opsporingsonderzoek tegen verdachte de woning op het adres [adres] te [woonplaats] doorzocht. [2] , [3] Daarbij zijn onder meer een PC Pentium, een PC Writemaster en 3 USB-sticks in beslag genomen. [4] Na onderzoek door de verbalisanten
[A] en [B] , beiden gecertificeerde zedenrechercheurs, [5] bleek dat 1200 afbeeldingen voorkwamen die kinderpornografisch zijn. Het betreft 1023 foto’s en 177 films/video’s. [6] Van het strafbare materiaal was het merendeel gedeletet. Alleen op de PC Writemaster werden 39 foto’s aangetroffen die accessible waren. Voornoemde foto’s stonden in mappen die als “verborgen” stonden ingesteld, waardoor de inhoud van de mappen voor de gebruiker van de computer niet inzichtelijk is. [7]
De inhoud van de afbeeldingen zijn door de verbalisanten weergegeven in een collectiescan, waarin is beschreven welke vormen van seksuele gedragingen zichtbaar zijn. [8] In deze collectiescan is aangegeven dat dit betreft:
- het oraal penetreren met de penis door een minderjarige en
- het anaal penetreren met de penis en met een voorwerp door een minderjarige en
- het betasten en het aanraken van de geslachtsdelen door een minderjarige met een penis, met een vinger/hand, met een voorwerp en met de mond/tong en
- het betasten en het aanraken van de billen door een minderjarige met een penis en
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een minderjarige, waarbij sprake is van onnatuurlijke voorwerpen en/of een striptease-act/houding en/of waarbij door de onnatuurlijke houding en/of het camerastandpunt en/of de uitsnede van de afbeeldingen de nadruk op geslachtsdelen/borsten en billen ligt en
- het spuiten van / zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een minderjarige en
- het houden van een penis dicht bij het lichaam van een minderjarige. [9]
Uit onderzoek blijkt dat de installatiedatum van de PC Writemaster 22 oktober 2010 is. [10]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op internet afbeeldingen heeft gezocht. Een aantal bestanden heeft verdachte op USB-sticks gezet, zodat hij die op een televisiescherm kon bekijken. [11] Verdachte heeft verder verklaard dat hij alle afbeeldingen ongeveer in dezelfde periode, ergens in 2013, heeft verwijderd. Verdachte denkt dat dit na de zitting van het Hof was (de rechtbank begrijpt: de zitting van het Gerechtshof Arnhem op 26 april 2013). [12]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van de bovengenoemde beschrijvingen en de bevindingen van de verbalisanten vast dat de genoemde afbeeldingen, zoals deze ook zijn ten laste gelegd onder feit 1, een kinderpornografisch karakter hebben.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw dat van een groot deel van de afbeeldingen niet kan worden vastgesteld of verdachte deze in de ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad. Door verdachte is meerdere malen verklaard dat hij na zijn detentie en de opname in het ziekenhuis in 2013 alle afbeeldingen heeft verwijderd. Verdachte denkt dat dit was na de zitting van het Gerechtshof op 26 april 2013. De rechtbank concludeert op basis van die verklaringen dat verdachte, voorafgaand aan het moment van het verwijderen van de bestanden in 2013, de betreffende bestanden in zijn bezit heeft gehad. Dit valt binnen de ten laste gelegde periode.
Voorts heeft de raadsvrouw betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte op de hoogte was van de 39 afbeeldingen die op de PC Writemaster in verborgen mappen zijn aangetroffen. De rechtbank verwerpt dit verweer. Door verdachte is verklaard dat hij op internet naar afbeeldingen heeft gezocht, welke afbeeldingen later als kinderpornografisch zijn gekwalificeerd. Niet aannemelijk is geworden dat de voornoemde 39 afbeeldingen door een ander dan verdachte zijn gedownload. Uit het dossier blijkt dat de PC Writemaster op
22 oktober 2010 is geïnstalleerd. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verdachte de betreffende afbeeldingen in de ten laste gelegde periode heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad.
In het dossier zijn onvoldoende aanwijzingen dat verdachte de kinderpornografische afbeeldingen ook tijdens zijn proeftijd, die is aangevangen op 11 mei 2013, nog in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank zal om die reden de bewezen verklaarde periode beperken tot en met 10 mei 2013.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 22 oktober 2010 tot en met 10 mei 2013 kinderpornografisch materiaal heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte (opzettelijk) een of meerdere kinderpornografische afbeelding(en) heeft verspreid of aangeboden of openlijk tentoongesteld of vervaardigd of door- of uitgevoerd of zich daartoe toegang heeft verschaft.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet kan worden afgeleid dat verdachte van het verwerven en het in bezit hebben van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook partieel vrijspreken.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 22 oktober 2010 tot en met 10 mei 2013 te Kockengen een groot
aantal afbeeldingen, te weten 1023 foto's en 177 films en gegevensdragers bevattende die afbeeldingen en/of films te weten 3 USB-sticks en meerdere personal computers heeft
verworven en/of in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen en films (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en/of een voorwerp en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of een mond/tong en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren met (een) voorwerp(en) en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
- het spuiten van een op sperma gelijkende substantie op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het houden van een penis bij/naast het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar
seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Feit 1: een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1 en 2 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf van 100 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de werkstraf niet naar behoren (heeft) verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 50 dagen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht aan verdachte een geheel voorwaardelijke straf op te leggen, met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Subsidiair heeft de raadsvrouw bepleit dat aan verdachte een gevangenisstraf dient te worden opgelegd die gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en dat daarnaast eventueel een werkstraf kan worden opgelegd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en het in bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen. Kinderporno is verwerpelijk, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te verwerven en in zijn bezit te hebben, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die naar kinderporno op zoek gaan.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal afbeeldingen dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de plaatjes en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen. In het voordeel van verdachte neemt de rechtbank mee dat verdachte alle afbeeldingen op eigen initiatief heeft verwijderd, voordat de gegevensdragers door de politie in beslag zijn genomen. Hoewel een klein deel van de afbeeldingen wel accessible was, waren deze niet zichtbaar en zonder meer benaderbaar voor de gebruiker.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 10 september 2014, waaruit blijkt dat verdachte niet voorafgaand aan de bewezen verklaarde periode is veroordeeld voor soortgelijke delicten.
Voorts heeft de rechtbank gelet op een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland
d.d. 2 oktober 2014, waarin de reclassering adviseert aan verdachte als bijzondere voorwaarden op te leggen dat hij zich zal melden bij de reclassering, zal meewerken aan een ambulante behandeling (welke reeds is gestart) en dat hij medewerking zal verlenen aan onderzoek van zijn gegevensdragers.
De rechtbank zal aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 2 maanden, met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.
Voorts zal de rechtbank aan verdachte een werkstraf opleggen van 100 uren, te vervangen door hechtenis van 50 dagen indien deze werkstraf door verdachte niet (geheel) zal worden verricht.

9.Het beslag

9.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen gegevensdragers waarop kinderporno of dierenporno is aangetroffen te onttrekken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over de in beslag genomen voorwerpen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat feit 1 is begaan met betrekking tot deze voorwerpen. De rechtbank zal dan ook besluiten tot onttrekking aan het verkeer van deze voorwerpen.

10.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

10.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tenuitvoerlegging af te wijzen, aangezien niet kan worden bewezen dat verdachte onderhavige feiten tijdens zijn proeftijd heeft gepleegd.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat uit het dossier niet kan worden afgeleid dat verdachte tijdens zijn proeftijd een strafbaar feit heeft gepleegd.
Uiterst subsidiair heeft de raadsvrouw opgemerkt dat uit alles blijkt dat verdachte na zijn veroordeling niet opnieuw in de fout wilde gaan. Gelet daarop dient de proeftijd te worden verlengd.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De in deze zaak door de rechtbank bewezenverklaarde periode omvat niet de periode dat verdachte in een proeftijd liep. Om die reden zal de rechtbank de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 21/004220-12 afwijzen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 63 en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder feit 2 ten laste gelegde;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Feit 1: een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 2 (twee) maanden;
- beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* omdat verdachte geen medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd (een van) de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich, binnen een week na het onherroepelijk worden van dit vonnis, meldt bij Reclassering Nederland (Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht) en zich hierna meldt zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich zal laten behandelen bij De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
* dat verdachte zal meewerken aan onderzoek van zijn gegevensdragers;
- geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
100 (honderd) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 5
0 (vijftig) dagen;
- bepaalt dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
één computer, Super Writemaster, goednummer: [nummer]
één USB-stick zwart, Kruidvat, goednummer: [nummer]
één USB-stick oranje, goednummer: [nummer]
één USB-stick grijs, goednummer: [nummer]
één computer, Pentium, goednummer: [nummer];
Vordering tenuitvoerlegging
- wijst af de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 21/004220-12;
Voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter, mrs. P.J.M. Mol en G.A. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 november 2014.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt tenlastegelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 22 oktober 2010 tot en met 8 mei 2014 te
Kockengen, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot
aantal) afbeelding(en), te weten 1023 foto('s) en/of 177 film(s) en/of (een)
gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) en/of film(s) te weten één
of meerdere (3) USB-stick(s) en/of één of meerdere personal computer(s) heeft
verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd
en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in
bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of
met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) en/of film(s) (een) seksuele gedraging(en)
zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was
betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
met de penis en/of een voorwerp en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog
niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp
en/of een mond/tong en/of
- het betasten van de geslachtsdelen vagina van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt met de penis
en/of een vinger(s)/hand en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of
poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in
(een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun
leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding
ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de
(onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of
de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij)
de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt
tot seksuele prikkeling en/of
- het spuiten van een op sperma gelijkende substantie op het lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam
van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft/hebben bereikt terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende
substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar
seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(artikel 240b lid en lid 2 Wetboek van Strafrecht)
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat de hierboven omschreven
afbeeldingen/filmfragmenten ter voorkoming van strafbare feiten en verdere
verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet in het dossier zijn gevoegd en
ook niet in afschrift zullen worden verstrekt. De officier van justitie zal
voorbeelden van genoemde afbeeldingen/filmfragmenten op de terechtzitting
aanwezig hebben en desgewenst aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de
terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met
de officier van justitie.
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 22 oktober 2010 tot en met 8 mei 2014 te
Kockengen, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (aantal)
afbeelding(en), te weten 2 film(s) en/of een gegevensdrager bevattende (een)
afbeelding(en), in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar
is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier is/zijn betrokken of
schijnbaar is/zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven - bestonden
uit:
- het door een dier (hond) vaginaal penetreren van een volwassen persoon en/of
- het door een volwassen persoon betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen
van een dier (hond);
art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal, nummer 2013228274 (pagina 1 tot en met 140) en 14-2549-A (pagina 1 tot en met 3), bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, d.d. 8 mei 2014, p. 107.
3.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, d.d. 3 juli 2014, p. 115.
4.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, d.d. 3 juli 2014, p. 116.
5.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, d.d. 3 juli 2014, p. 116.
6.Het aanvullend proces-verbaal, d.d. 14 juli 2014, p. 136.
7.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, d.d. 3 juli 2014, p. 119.
8.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, d.d. 3 juli 2014, p. 118.
9.Bijlage I en Ia bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, pagina 121 tot en met 124.
10.Het proces-verbaal digitaal onderzoek (kinderpornografie), d.d. 18 augustus 2014, proces-verbaalnummer 14-2549-A, BVH-nummer 2013228274, p. 2 van 3.
11.De verklaring van verdachte ter terechtzitting, d.d. 12 november 2014.
12.De verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris, d.d. 11 juli 2014.