4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, aangezien uit het dossier onvoldoende kan worden afgeleid dat verdachte het opzet heeft gehad op het verwerven of het in bezit hebben van deze dierenpornografische films. Niet duidelijk is of verdachte zich bewust was dat hij deze dierenpornografische films in zijn bezit had. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat sprake is van ‘slechts’ twee filmbestanden die identiek zijn. De mogelijkheid dat deze films een ‘onbewuste bijvangst’ zijn, kan met onvoldoende mate van zekerheid worden uitgesloten. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder feit 2 ten laste gelegde.
Het bewijs ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 ten laste gelegde heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen.
Op 8 mei 2014 is in het opsporingsonderzoek tegen verdachte de woning op het adres [adres] te [woonplaats] doorzocht.,Daarbij zijn onder meer een PC Pentium, een PC Writemaster en 3 USB-sticks in beslag genomen.Na onderzoek door de verbalisanten
[A] en [B] , beiden gecertificeerde zedenrechercheurs,bleek dat 1200 afbeeldingen voorkwamen die kinderpornografisch zijn. Het betreft 1023 foto’s en 177 films/video’s.Van het strafbare materiaal was het merendeel gedeletet. Alleen op de PC Writemaster werden 39 foto’s aangetroffen die accessible waren. Voornoemde foto’s stonden in mappen die als “verborgen” stonden ingesteld, waardoor de inhoud van de mappen voor de gebruiker van de computer niet inzichtelijk is.
De inhoud van de afbeeldingen zijn door de verbalisanten weergegeven in een collectiescan, waarin is beschreven welke vormen van seksuele gedragingen zichtbaar zijn.In deze collectiescan is aangegeven dat dit betreft:
- het oraal penetreren met de penis door een minderjarige en
- het anaal penetreren met de penis en met een voorwerp door een minderjarige en
- het betasten en het aanraken van de geslachtsdelen door een minderjarige met een penis, met een vinger/hand, met een voorwerp en met de mond/tong en
- het betasten en het aanraken van de billen door een minderjarige met een penis en
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een minderjarige, waarbij sprake is van onnatuurlijke voorwerpen en/of een striptease-act/houding en/of waarbij door de onnatuurlijke houding en/of het camerastandpunt en/of de uitsnede van de afbeeldingen de nadruk op geslachtsdelen/borsten en billen ligt en
- het spuiten van / zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een minderjarige en
- het houden van een penis dicht bij het lichaam van een minderjarige.
Uit onderzoek blijkt dat de installatiedatum van de PC Writemaster 22 oktober 2010 is.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op internet afbeeldingen heeft gezocht. Een aantal bestanden heeft verdachte op USB-sticks gezet, zodat hij die op een televisiescherm kon bekijken.Verdachte heeft verder verklaard dat hij alle afbeeldingen ongeveer in dezelfde periode, ergens in 2013, heeft verwijderd. Verdachte denkt dat dit na de zitting van het Hof was (de rechtbank begrijpt: de zitting van het Gerechtshof Arnhem op 26 april 2013).
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van de bovengenoemde beschrijvingen en de bevindingen van de verbalisanten vast dat de genoemde afbeeldingen, zoals deze ook zijn ten laste gelegd onder feit 1, een kinderpornografisch karakter hebben.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw dat van een groot deel van de afbeeldingen niet kan worden vastgesteld of verdachte deze in de ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad. Door verdachte is meerdere malen verklaard dat hij na zijn detentie en de opname in het ziekenhuis in 2013 alle afbeeldingen heeft verwijderd. Verdachte denkt dat dit was na de zitting van het Gerechtshof op 26 april 2013. De rechtbank concludeert op basis van die verklaringen dat verdachte, voorafgaand aan het moment van het verwijderen van de bestanden in 2013, de betreffende bestanden in zijn bezit heeft gehad. Dit valt binnen de ten laste gelegde periode.
Voorts heeft de raadsvrouw betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte op de hoogte was van de 39 afbeeldingen die op de PC Writemaster in verborgen mappen zijn aangetroffen. De rechtbank verwerpt dit verweer. Door verdachte is verklaard dat hij op internet naar afbeeldingen heeft gezocht, welke afbeeldingen later als kinderpornografisch zijn gekwalificeerd. Niet aannemelijk is geworden dat de voornoemde 39 afbeeldingen door een ander dan verdachte zijn gedownload. Uit het dossier blijkt dat de PC Writemaster op
22 oktober 2010 is geïnstalleerd. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verdachte de betreffende afbeeldingen in de ten laste gelegde periode heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad.
In het dossier zijn onvoldoende aanwijzingen dat verdachte de kinderpornografische afbeeldingen ook tijdens zijn proeftijd, die is aangevangen op 11 mei 2013, nog in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank zal om die reden de bewezen verklaarde periode beperken tot en met 10 mei 2013.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 22 oktober 2010 tot en met 10 mei 2013 kinderpornografisch materiaal heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte (opzettelijk) een of meerdere kinderpornografische afbeelding(en) heeft verspreid of aangeboden of openlijk tentoongesteld of vervaardigd of door- of uitgevoerd of zich daartoe toegang heeft verschaft.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet kan worden afgeleid dat verdachte van het verwerven en het in bezit hebben van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook partieel vrijspreken.