AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Diefstal van pinpassen door middel van babbeltruc en het pinnen met deze gestolen passen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van pinpassen en het pinnen met deze gestolen passen. De verdachte, geboren in Italië in 1980, was niet aanwezig tijdens de zitting op 8 oktober 2014, waar zijn advocaat, mr. B.J. de Pree, het woord voerde. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder de diefstal van pinpassen van twee benadeelden en het pinnen van een bedrag van € 1.250,- met een van deze passen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank heeft de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie en de verdediging gewogen. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, terwijl de verdediging betoogde dat de verdachte niet op de hoogte was van de diefstallen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte samen met anderen de pinpassen had gestolen en met een van deze passen geld had gepind. De modus operandi van de diefstallen was vergelijkbaar, waarbij de slachtoffers werden aangesproken door een man die hen hielp bij het pinnen, waarna hun pinpas werd gestolen.
De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte, als chauffeur, betrokken was bij de diefstallen en dat hij op de hoogte was van de gepleegde misdrijven. De verdachte werd ook beschuldigd van gevaarlijk rijgedrag, waarbij hij met hoge snelheid reed en een aanrijding veroorzaakte. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie maanden op, met aftrek van voorarrest, en daarnaast hechtenis voor twee maanden voor het gevaarlijk rijgedrag. De benadeelde partij werd schadeloosgesteld voor de geleden schade van € 205,10, bestaande uit immateriële en materiële schade.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal, nummer PL0900-2014165717Z en A, B, C en D, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 358). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[benadeelde 1], d.d. 21 juni 2014, p. 23.
3.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[benadeelde 1], d.d. 21 juni 2014, p. 24.
4.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1], d.d. 22 juni 2014, p. 29.
5.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1], d.d. 22 juni 2014, p. 30.
6.Het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 2], d.d. 22 juni 2014, p. 73.
7.Het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 2], d.d. 22 juni 2014, p. 74 en 75.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 21 juni 2014, p. 31.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 21 juni 2014, p. 33.
10.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [benadeelde 2], d.d. 24 juni 2014, p. 123.
11.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [benadeelde 2], d.d. 24 juni 2014, p. 124.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 23 juni 2014, p. 8.
13.Het proces-verbaal van relaas, d.d. 25 augustus 2014, p. 325.
14.Het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 2], d.d. 25 juni 2014, p. 117.
15.Het proces-verbaal verhoor verdachte[verdachte], d.d. 4 juli 2014, p. 242.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 21 juni 2014, p. 34.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 21 juni 2014, p. 35.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 21 juni 2014, p. 36.
19.Het proces-verbaal verhoor benadeelde [C], d.d. 21 juni 2014, p. 187.
20.Het proces-verbaal verhoor verdachte[verdachte], d.d. 22 juni 2014, p. 80.