In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, betreft het een geschil tussen AnderZorg N.V., een zorgverzekeraar, en een gedaagde die als verzekeringnemer fungeert. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De kern van het geschil draait om de vraag of de zorgkosten die door Stichting GGZ Centraal aan de gedaagde zijn gedeclareerd, onder het eigen risico van de gedaagde vallen. De gedaagde heeft in 2012 ongevraagd zorg ontvangen van de Stichting GGZ Centraal, terwijl hij in bewaring was gesteld. AnderZorg heeft de gedaagde een nota gestuurd van € 256,58 voor deze zorg, die na reclamatie is aangepast naar € 115,44. AnderZorg vordert nu betaling van € 168,88, inclusief rente en incassokosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de zorg die aan de gedaagde is verleend, valt onder de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en dat de kosten daarvan mogelijk niet onder het eigen risico van de gedaagde vallen. De Ombudsman Zorgverzekeringen heeft bemiddeld en een bindend advies gegeven, waarin is geconcludeerd dat de zorg onder de Wet maatschappelijke ondersteuning valt. De kantonrechter heeft besloten dat AnderZorg moet reageren op de productie die door de gedaagde is overgelegd, waarin het bindend advies van de Geschillencommissie Zorgverzekeringen is opgenomen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en de kantonrechter heeft een rolzitting gepland voor 24 september 2014.