ECLI:NL:RBMNE:2014:7358

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 september 2014
Publicatiedatum
4 februari 2015
Zaaknummer
16/711663-08 [P]
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsfraude en oplichting door bestuurder van Hannah Klinieken B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 september 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die als bestuurder van Hannah Klinieken B.V. werd beschuldigd van faillissementsfraude, oplichting en valsheid in geschrift. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het onttrekken van goederen aan de failliete boedel en het niet voldoen aan zijn boekhoudverplichtingen. Daarnaast heeft hij samen met medeverdachten meerdere bedrijven, waaronder Dell B.V. en GE Capital B.V., bewogen tot het afgeven van computers en het aangaan van leaseovereenkomsten door middel van valse hoedanigheden en bedrog. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld en de rechten van de schuldeisers heeft benadeeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met vervangende hechtenis van 60 dagen, en heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de strafprocedure. De verdachte heeft geen inzicht getoond in de ernst van zijn daden en heeft de schuld afgeschoven op anderen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen causaal verband kon worden vastgesteld tussen de schade en de bewezen feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/711663-08 [P]
Vonnisvan de meervoudige kamer voor strafzaken
op tegenspraakgewezen in de zaak tegen
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [postcode] [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
14 augustus 2012 (regiezitting), 6 december 2012, 21 maart 2013 en 8 september 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M. van Stratum, advocaat te ’s-Gravenhage, naar voren hebben gebracht.
De zaak is gelijktijdig, maar niet gevoegd behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (parketnummer 16/711662-08) en [medeverdachte 2] (parketnummer 16/443525-09).

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 6 december 2012 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat:
Ten aanzien van feit 1:
verdachte in de periode van 13 juni 2008 tot en met 16 december 2008, als bestuurder van Hannah Klinieken B.V. die op 21 oktober 2008 in staat van faillissement is verklaard, zich schuldig heeft gemaakt aan faillissementsfraude, door de volgende handelingen te verrichten:
A. in de periode van 13 juni 2008 tot en met 16 december 2008, een groot aantal computers, althans één computer, en/of een aantal andere goederen aan de boedel te onttrekken, en/of
B. in de periode van 1 februari 2008 tot en met 16 december 2006 niet te voldoen aan zijn verplichting tot het voeren van een administratie, het bewaren hiervan en het aan de curator ter beschikking stellen van deze administratie.
Ten aanzien van feit 2:
Hannah Klinieken B.V. in de periode van 30 juni 2008 tot en met 1 oktober 2008, samen met anderen, Dell B.V. en/of GE Capital B.V. en/of IBM Nederland Financieringen B.V. door middel van oplichting heeft bewogen tot:
- de afgifte van een (groot) aantal computers (met toebehoren) ter waarde van € 104.298,81, en/of
- het aangaan van een schuld, te weten een/meer leaseovereenkomsten,
terwijl verdachte en/of zijn mededaders daaraan feitelijk leiding en/of daartoe opdracht heeft/hebben gegeven.
Ten aanzien van feit 3:
verdachte in de periode van 31 december 2007 tot en met 15 juli 2008 een geschrift valselijk heeft opgemaakt/vervalst en dit heeft gebruikt/doen gebruiken, terwijl hij wist/moest vermoeden dat dit stuk/deze stukken bestemd was/waren ter onderbouwing van een aanvraag tot het openen van (een) bankrekening(en) met kredietfaciliteit;
alternatief ten laste gelegd als:verdachte in de periode van 1 juli 2008 tot en met 15 juli 2008, samen met anderen, Coöperatieve Rabobank Zuid-Holland Midden U.A. door middel van oplichting heeft bewogen tot:
- de afgifte van een geldbedrag (ter waarde van € 28.006,98), althans enig goed, en/of
- het aangaan van een schuld, te weten een tweetal bankrekeningen met kredietfaciliteit.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten 1, 2 en 3 (eerste alternatief) heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen en de verklaringen van verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de aan verdachte ten laste gelegde feiten. Hiertoe heeft de raadsman verschillende argumenten naar voren gebracht. De rechtbank zal deze in het vonnis - op de plaats waar dat relevant is - bespreken, en daarbij enkel ingaan op die standpunten die deugdelijk zijn onderbouwd en zijn voorzien van een ondubbelzinnige conclusie.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ten aanzien van de ten laste gelegde feiten zijn hieronder eerst de algemene bewijsmiddelen opgenomen, waarna per feit de verder van toepassing zijnde bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen zijn weergegeven.
Algemene bewijsmiddelen
Stichting Cozijnsen Beheer B.V.[medeverdachte 1] (verder: [medeverdachte 1]) was vanaf 1 februari 2008 tot en met – in ieder geval – 11 december 2008 bestuurder van Stichting Cozijnsen Beheer B.V. [2] Van 24 juni 2008 tot en met – in ieder geval – 11 december 2008 was [medeverdachte 2] (verder: [medeverdachte 2]) tevens bestuurder van Stichting Cozijnsen Beheer B.V. [3]
Oosten Multi Media B.V.[medeverdachte 1] was in de periode van 1 februari 2008 tot 24 juni 2008 bestuurder van Oosten Multi Media B.V. [4] Van 24 juni 2008 tot en met – in ieder geval – 11 april 2009 was [medeverdachte 2] bestuurder van Oosten Multi Media B.V. [5]
Hannah Klinieken B.V.Hannah Klinieken B.V. is begin 2008 verkocht aan Oosten Multi Media B.V. [6] Van 16 april 2008 tot 13 juni 2008 was Stichting Cozijnsen Beheer B.V. alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van Hannah Klinieken B.V. [7] [verdachte] was vanaf 13 juni 2008 alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van Hannah Klinieken B.V. [8]
[medeverdachte 1] heeft ter terechtzitting als getuige verklaard dat hij vanaf mei 2008 voor Hannah Klinieken B.V. is gaan werken. [medeverdachte 2], [verdachte] en hijzelf kenden geen hiërarchie in hun onderlinge samenwerking. Het klopt dat zij één keer in de week gezamenlijk overleg voerden. Dat kan een soort managementoverleg worden genoemd. [9]
[medeverdachte 2] heeft als getuige verklaard dat hij vanaf ongeveer juli 2008 werkzaam is bij Hannah Klinieken B.V. [medeverdachte 1] is volgens hem de eigenaar/baas en [verdachte] de directeur. [10]
Volgens getuige [getuige 1] (verder: getuige [getuige 1]) werd [medeverdachte 1] de eigenaar/baas toen Hannah Klinieken B.V. in 2008 werd overgenomen. Hij gaf feitelijk leiding. [11] [verdachte] was directeur van het bedrijf Hannah Klinieken. [12]
Hannah Klinieken B.V. werd volgens getuige [getuige 2] (verder: getuige [getuige 2]) geleid door [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte]. [13]
Financiële positie Hannah Klinieken B.V. voor faillissementGetuige [getuige 3] (verder: getuige [getuige 3]) heeft verklaard dat vanaf mei 2008 de salarissen en overige betalingen niet of nauwelijks meer werden uitgevoerd. Er waren collega’s met een betalingsachterstand van drie maanden. [14] Zelf heeft ze na juli 2008 geen salaris meer gekregen. [15]
Getuige [getuige 2] heeft sinds augustus 2008 geen salaris meer ontvangen. [16] Ook werden leveranciers niet meer betaald. Ze kreeg alleen maar boze mensen aan de telefoon die hun geld wilden hebben. Ze heeft die mensen doorverwezen naar [medeverdachte 1] en [verdachte]. [17]
[medeverdachte 2] heeft als getuige verklaard dat hij wist dat er salarisproblemen waren omdat er over werd gepraat en omdat mensen daarover tegen hem gingen aanzeiken. Hij wist ook dat er huurachterstanden waren. [18]
Omstreeks de jaarwisseling van 2008 betaalde Hannah Klinieken B.V. ineens geen huur meer aan de eigenaar van het pand, de heer [benadeelde 1]. [19] Blijkens het vonnis van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht van 23 juli 2008 is Hannah Klinieken B.V. hoofdelijk veroordeeld tot ontruiming van het pand voor 23 augustus 2008 en tot betaling van de huurachterstand van € 77.775,00, vermeerderd met de verbeurde boetes ter hoogte van € 13.500,- alsmede de proceskosten van [benadeelde 1] ter hoogte van € 1.155,44. [20]
Faillissement Hannah Klinieken B.V.
Hannah Klinieken B.V. is bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 oktober 2008 in staat van faillissement verklaard, met aanstelling van mr. M. Verhoeff als curator. [21]
Verdere bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1:
Onttrekken goederen aan de boedel - A
Op naam van Hannah Klinieken B.V. is in de periode van 30 juni 2008 tot en met
4 september 2008 een grote hoeveelheid computers met toebehoren besteld bij Dell B.V. [22]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij van deze bestellingen één Dell laptop heeft ontvangen. Hij heeft nooit voor deze laptop betaald. Hij heeft deze laptop ook niet aangeboden aan de curator in het faillissement. [23]
Boekhoudplicht - B
De curator heeft aan [verdachte] en [medeverdachte 1] verzocht om de administratie van Hannah Klinieken B.V. ter beschikking te stellen. De curator heeft vervolgens geconstateerd dat niet is voldaan aan de boekhoudverplichting op grond van artikel 3:15a BW (de rechtbank begrijpt: 3:15i BW), namelijk de verplichting tot het te voorschijn brengen van de tot de administratie behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarover de bewaarplicht zich uitstrekt. [24]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat [verdachte] de loonadministratie deed. [25] Ze noemt hem de boekhouder. [26] De administratie werd bewaard in de villa, op de begane grond. [27]
Volgens getuige [getuige 3] deed [verdachte] de boekhouding. [28] De boekhouding stond bij haar op kantoor in de villa. Het klopt niet dat die verloren is gegaan bij de brand. Op verzoek van [medeverdachte 1] is de administratie in de week voor de brand op 5 september 2008 ingepakt, omdat deze naar het kantoor van [verdachte] zou gaan.
Op 3 september 2008 zag zij dat de villa en het bedrijf compleet gestript waren. Alles was weg. De administratie en boekhouding is dus absoluut niet verbrand. [29]
Getuige [getuige 4] van verhuis- en opslagbedrijf [bedrijf] heeft op 2 september 2008 telefonisch van [medeverdachte 2] opdracht gekregen om met spoed spullen op te halen bij Hannah Klinieken op de [adres] in [plaats]. Vervolgens is een kantoorinventaris bestaande uit onder meer twee à drie dozen administratie uit de villa van genoemd bedrijf bij zijn bedrijf opgeslagen. [30]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft verklaard dat uit een afgeluisterd en opgenomen tapgesprek van 23 september 2008, met het bij [medeverdachte 1] in gebruik zijnde telefoonnummer [nummer], blijkt dat [medeverdachte 1] een gesprek voert met ene ‘[A]’ (fonetisch). [31]
W = [medeverdachte 1].
O = [A].
“W: Wij houden wel bij wat voor omzet er iedere maand gemaakt is, alleen op het moment dat wij die villa zo snel mogelijk leeg moesten maken is alles in dozen gegaan. Dus wij zijn nu al die dozen aan het nalopen waar de omzetgegevens zijn gebleven, maar we kunnen tot op heden de server niet in.
O: En wat is er dan met de server?
W: Die zit zo vast als een huis. En wat ik nu gedaan heb, is gekeken om de harde schijf er uit te trekken en te kijken of ik die extern kan laten uitlezen.” [32]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1:
Bestuurder
Door de verdediging is aangevoerd dat het enkele feit dat de verdachte korte tijd bestuurder is geweest, niet zonder meer redengevend is voor het bewijs. Verdachte zou een zeer beperkt takenpakket hebben gehad en slechts als boekhouder de loonadministratie hebben gevoerd.
De rechtbank acht evenwel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte - sinds zijn inschrijving als alleen/bevoegd bestuurder in het handelsregister van de Kamers van Koophandel op 13 juni 2008 tot en met de aangiftedatum van de curator op 16 december 2008 - bestuurder van Hannah Klinieken B.V. is geweest. Naast deze statutaire inschrijving acht de rechtbank voornoemde getuigenverklaringen van [getuige 1], [getuige 2], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] redengevend voor dit ten laste gelegde onderdeel.
Onttrekken goederen aan de boedel - A
Gelet op de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte één ten laste gelegde computer aan de boedel heeft onttrokken voordat het faillissement is uitgesproken.
Door de verdediging is aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het bedrieglijk verkorten van de rechten van de schuldeisers door goederen aan de boedel te onttrekken.
Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat verdachte minstens voorwaardelijk opzet moet hebben gehad om de rechten van schuldeisers te verkorten.
De gedragingen van verdachte hebben de aanmerkelijke kans op verkorting van de rechten van de schuldeisers doen ontstaan, nu de computer anders in de failliete boedel zou zijn gebleven waaruit de schuldeisers voldaan zouden kunnen worden. Uit de bewijsmiddelen volgt tevens dat verdachte deze kans bewust heeft aanvaard.
Boekhoudplicht - B
Door de verdediging is met betrekking tot de boekhoudplicht ook aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het bedrieglijk verkorten van de rechten van de schuldeisers. Bovendien zou onvoldoende zijn gebleken dat de rechten van de schuldeisers daadwerkelijk zijn verkort.
Zoals hiervoor al aangegeven volgt uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dat verdachte minstens voorwaardelijk opzet moet hebben gehad om de rechten van schuldeisers te verkorten en dat niet vereist is dat de rechten van schuldeisers als gevolg van dat handelen ook daadwerkelijk zijn verkort.
Door het niet op vordering van de curator uitleveren van de bestaande administratie heeft verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op benadeling van de schuldeisers doen ontstaan. Zonder administratie heeft de curator immers geen zicht op de baten en lasten van de vennootschap en weet hij daarmee niet wat hij onder welke schuldeisers kan verdelen.
Uit het voorgaande volgt dat ook ten aanzien van deze gedraging aan de voorwaarde is voldaan dat verdachte heeft gehandeld ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers.
Verdere bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2:Bestelling I bij Dell B.V.
Op 30 juni 2008 is er op naam van Hannah Klinieken B.V. een order voor een grote hoeveelheid computers met toebehoren geplaatst bij Dell B.V. De order met nummer 14312883.5 is op 4 juli 2008 op naam van [verdachte] ondertekend. [33] Hetzelfde geldt voor de bijbehorende lease- en/of financieringsovereenkomst met nummer 103224-0 van G.E. Capital B.V. [34]
[medeverdachte 1] heeft ter terechtzitting als getuige verklaard dat hij de order van Dell B.V. en de lease- en/of financieringsovereenkomst van GE Capital B.V. voor [verdachte] heeft ondertekend, omdat [verdachte] had aangegeven daarvoor geen tijd te hebben. [35]
Blijkens de lease- en financieringsovereenkomst heeft Hannah Klinieken B.V. aan
GE Capital B.V. een machtiging tot automatische incasso verleend tot het afschrijven van het geld van bankrekeningnummer [nummer]. [36]
Hierna is de bestelling I in gedeelten afgeleverd in de periode van 7 juli 2008 tot en met 25 juli 2008 op de [adres] te [plaats]. [37]
Bestelling II bij Dell B.V.
Op 7 augustus 2008 heeft [medeverdachte 1] opnieuw contact met Dell B.V. opgenomen voor nog een order. [38]
Op 4 september 2008 is vanaf het e-mailadres [E-mailadres] de navolgende e-mail gestuurd aan [E-mailadres]. Touch N’Lease is een tussenpersoon van IBM Nederland Financieringen B.V. [39]
“Hierbij deel ik u mee, dat de heer [medeverdachte 2] (…) vandaag bij u langs komt om de contracten te tekenen. Hij heeft hierbij volledige volmacht om namens HannaH Klinieken BV (Amersfoort) rechtsgeldig alle handelingen te verrichten die noodzakelijk en gewenst zijn om de continuïteit van onze onderneming te waarborgen en te garanderen.
Hoogachtend,[verdachte]HannaH Klinieken B.V. [40]
Namens Hannah Klinieken B.V. heeft [medeverdachte 2] op 4 september 2008 de lease- en/of financieringsovereenkomst van IBM Nederland Financieringen B.V. met nummer 15000027 getekend. [medeverdachte 2] geeft daarbij als functie ‘manager’ op. [41]
Blijkens deze lease- en/of financieringsovereenkomst heeft Hannah Klinieken B.V. aan IBM Nederland Financieringen B.V. een machtiging tot automatische incasso verleend tot het afschrijven van het geld van bankrekeningnummer [nummer]. [42]
Vervolgens heeft de levering van bestelling II plaatsgevonden op de [adres] te [plaats]. [43]
In totaal is er voor € 104.298,81 aan computers met toebehoren besteld en afgeleverd bij Hannah Klinieken B.V. [44]
Volgens getuige [getuige 3] zouden de computers gebruikt worden in het bedrijf, maar zijn ze door [medeverdachte 1] meegenomen. Sinds de aflevering van de dozen op de [adres] heeft ze de computers niet meer gezien. Ze vond dit gek omdat Hannah Klinieken er financieel niet sterk voor stond. [45]
Uit afgeluisterde en opgenomen tapgesprekken tussen onder meer verdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte] is gebleken dat [medeverdachte 1] op 11 september 2008 Dell B.V. maant tot het leveren van de computers, omdat hij anders zal stoppen met het afnemen van goederen bij Dell B.V. Daarnaast blijkt uit de afgeluisterde en opgenomen tapgesprekken dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] tussen 15 september 2008 en 3 oktober 2008 computers aan derden verkochten. [46] [medeverdachte 1] heeft ter terechtzitting als getuige verklaard dat hij deze afgeluisterde en opgenomen tapgesprekken heeft gevoerd en de daarin beschreven handelingen heeft gepleegd. [47]
[medeverdachte 1] heeft verder als getuige ter terechtzitting verklaard dat de 36 dozen met computers en toebehoren - welke dozen op 26 november 2008 in de berging van zijn woning in Nootdorp zijn aangetroffen [48] - onderdeel uitmaakten van de bestellingen die op naam van Hannah Klinieken B.V. bij Dell B.V. zijn gedaan. [49]
Uit de afgeluisterde en opgenomen tapgesprekken blijkt daarnaast dat [verdachte] op 8 oktober 2008 door de heer [benadeelde 2] van Capital Solutions wordt gebeld over de financiering en verzekering van de geleverde Dell apparatuur. [verdachte] zegt dat hij daarover terug zal bellen. [50]
Uit de aangifte van [benadeelde 3] namens Dell B.V. en de overige benadeelden blijkt dat Hannah Klinieken B.V. nooit een termijn heeft betaald aan de financierders. [51]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2:De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte niemand heeft bewogen tot de afgifte van computers of het aangaan van een schuld in de vorm van een leaseovereenkomst. Verdachte was – anders dan zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] – geen feitelijk leidinggever of feitelijk opdrachtgever van de verboden gedragingen. Ook kan niet worden bewezen dat verdachte door zijn handelen het oogmerk heeft gehad zichzelf of anderen wederrechtelijk te bevoordelen.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat Hannah Klinieken B.V. door middel van het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels Dell B.V. heeft bewogen tot de afgifte van goederen, te weten een groot aantal computers met toebehoren ter waarde van € 104.298,81. Daarnaast heeft Hannah Klinieken B.V. de bedrijven GE Capital Lease en IBM Nederland Financieringen door middel van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels bewogen tot het aangaan van een schuld in de vorm van leaseovereenkomsten.
Het door Hannah Klinieken B.V. aannemen van een valse hoedanigheid en samenweefsel van verdichtsels heeft er feitelijk uit bestaan dat verdachte en zijn medeverdachten zich hebben voorgedaan als vertegenwoordigers van de betalende klant Hannah Klinieken B.V. ten tijde van het ondertekenen van de offerten en leaseovereenkomsten bij voornoemde bedrijven. Zij hebben dit onder meer gedaan door machtigingen tot automatische incasso af te geven op naam van Hannah Klinieken B.V. die – naar zij wisten – in zeer slechte financiële omstandigheden verkeerde en niet in staat was aan de afgesproken betalingsverplichtingen te voldoen.
Uit niets is gebleken dat Hannah Klinieken B.V., verdachte en zijn medeverdachten de intentie hebben gehad namens Hannah Klinieken B.V. voor de geleverde computers te betalen. Uit de bewijsmiddelen volgt zelfs dat de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] direct na de levering van de Dell-computers aan Hannah Klinieken B.V. over zijn gegaan tot het verkopen van deze computers aan derden. Het kan dan ook niet anders zijn dan dat het oogmerk bestond om Dell B.V., GE Capital B.V. en IBM Nederland Financieringen B.V. op te lichten.
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen en voornoemde overwegingen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn medeverdachten telkens feitelijk leiding hebben gegeven aan die verboden gedraging.
De rechtbank stelt vast dat verdachte en zijn medeverdachten geen maatregelen ter voorkoming van de oplichting hebben getroffen, terwijl zij daartoe wel bevoegd en redelijkerwijs gehouden waren. Het waren verdachte en zijn medeverdachten die de feitelijke oplichtingshandelingen namens de rechtspersoon Hannah Klinieken B.V. hebben gepleegd. Zij hebben dan ook bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de oplichting zich voor zou doen, waardoor ze die gedraging opzettelijk hebben bevorderd.
Verdere bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3:
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de periode van 31 december 2007 tot en met 15 juli 2009 een balans per 31 december 2007 voor CosMedischCentrum B.V. en een financiële prognose voor de jaren 2008 en 2009 voor CosMedischCentrum Amersfoort B.V. heeft opgemaakt. Hij heeft deze stukken ter beschikking gesteld aan [medeverdachte 2]. [52]
In de financiële prognose voor de jaren 2008 en 2009, gedateerd 14 juli 2008, wordt vermeld dat CosMedischCentrum Amersfoort B.V. op 21 maart 2002 is opgericht. [53]
Blijkens informatie van de Kamers van Koophandel zijn CosMedischCentrum Amersfoort B.V. en CosMedischCentrum B.V. geen bestaande rechtspersonen noch rechtspersonen die in het verleden hebben bestaan. [54]
Wel volgt uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel dat CMC Cosmedisch Centrum Amersfoort een handelsnaam is van Oosten Multi Media B.V. Deze handelsnaam staat echter pas met ingang van 1 februari 2008 en tot en met 24 juni 2008 in het handelsregister geregistreerd. [55]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 3:
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is niet gebleken dat verdachte de ‘print voor eigen administratie’ betreffende de aangifte inkomstenbelasting 2007 van [medeverdachte 2] heeft opgesteld. Daarnaast is niet gebleken dat verdachte wist dan wel had moeten vermoeden dat de balans en de financiële prognose die door hem zijn opgesteld bestemd waren ter onderbouwing van een aanvraag tot het openen van (een) bankrekening(en) met kredietfaciliteit. Verdachte moet dan ook partieel worden vrijgesproken van deze onderdelen van de tenlastelegging.
Gelet op de bewijsmiddelen is de rechtbank met betrekking tot de balans en de financiële prognose van oordeel dat verdachte deze stukken valselijk heeft opgemaakt, met het oogmerk deze als echt en onvervalst door anderen te doen gebruiken. De rechtbank baseert dit oordeel op het door de verdachte opmaken van die stukken op naam van rechtspersonen die nooit bestaan hebben, alsmede het door de verdachte aan [medeverdachte 2] ter beschikking stellen van deze stukken.
Nu de rechtbank de aan verdachte onder 3 eerste alternatief ten laste gelegde valsheid in geschrift bewezen acht, komt de rechtbank niet toe aan een oordeel over de onder 3 als tweede alternatief ten laste gelegde oplichting.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Ten aanzien van feit 1:op meerdere tijdstippen in de periode van 13 juni 2008 tot en met 16 december 2008, in Nederland, zijnde hij, verdachte, toen bestuurder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hannah Klinieken B.V., welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 oktober 2008 in staat van faillissement is verklaard, telkens ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van die rechtspersoon
A.
één computer, merk Dell, aan de boedel van die rechtspersoon heeft onttrokken, en
B.
niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 2:10 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 3:15i lid 1 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld.
Ten aanzien van feit 2:De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hannah Klinieken B.V.
op een of meer tijdstippen in de periode van 30 juni 2008 tot en met 1 oktober 2008, in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, telkens met het oogmerk zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dell B.V. meerdere malen heeft bewogen tot afgifte van een groot aantal computers met toebehoren, ter waarde van in totaal 104.298,81 euro,
en GE Capital B.V. en IBM Nederland Financieringen B.V. heeft bewogen tot het aangaan van een schuld, te weten het aangaan van een of meer zogeheten leaseovereenkomsten,
hebbende verdachte en/of zijn mededaders telkens met bovenomschreven oogmerk opzettelijk valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telkens
- de hoedanigheid aangenomen van vertegenwoordiger van een betalende klant en
- een offerte van genoemde Dell B.V. met nummer 14312883.5 ondertekend en
- een zogeheten leaseovereenkomst van genoemde GE Capital B.V. met nummer
103114-0 ondertekend en
- een zogeheten leaseovereenkomst van genoemde IBM Nederland Financieringen
B.V. met nummer 15000027 ondertekend en
- volmachten tot automatische incasso ten laste van bankrekeningnummers [nummer] en [nummer] verleend en
- op 4 september 2008 een e-mail verzonden, inhoudende - zakelijk weergegeven - dat
[medeverdachte 2] was gevolmachtigd om namens genoemde Hannah Klinieken B.V. rechtshandelingen te verrichten en
- op 11 september 2008 gemaand tot levering van die computers,
tot welke bovenomschreven verboden gedraging hij, verdachte, en zijn mededaders feitelijk leiding heeft/hebben gegeven.
Ten aanzien van feit 3:hij in de periode van 31 december 2007 tot en met 15 juli 2008, in Nederland, een geschrift dat is bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, met
het oogmerk om het als echt en onvervalst door anderen te doen gebruiken, immers heeft hij, verdachte, telkens valselijk en in strijd met de waarheid
- een balans per 31 december over 2007 opgesteld voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CosMedischCentrum B.V., terwijl die rechtspersoon op die datum niet bestond en vervolgens dit stuk ter beschikking gesteld van [medeverdachte 2] en
- een financiële prognose voor de jaren 2008 en 2009 voor CosMedischCentrum Amersfoort B.V. opgesteld, gedateerd 14 juli 2008, terwijl die rechtspersoon op het tijdstip van opstellen niet bestond en onder de valse vermelding dat die rechtspersoon op 21 maart 2002 is opgericht en vervolgens dit stuk ter beschikking gesteld van [medeverdachte 2].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

6.De strafbaarheid van het feit

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van feit 1:als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon,
enig goed aan de boedel onttrekken,
en
niet voldoen aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld.
Ten aanzien van feit 2:
oplichting, gepleegd door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Ten aanzien van feit 3:valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren (heeft) verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen, met aftrek van het voorarrest.
De officier van justitie heeft bij haar strafeis rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en het uittreksel uit het justitieel documentatieregister van de verdachte.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft met betrekking tot een eventuele strafoplegging gewezen op de navolgende omstandigheden:
- het onherstelbare vormverzuim waarvan verdachte nadeel heeft ondervonden. Dit betreft het vernietigen van bewijs, te weten de originele geschriften op basis waarvan een handschriftvergelijkend onderzoek plaats had kunnen vinden. Op grond van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering zou dit tot een passende strafreductie dienen te leiden;
- de overschrijding van de redelijke termijn;
- de beperkte rol die verdachte in vergelijking met de medeverdachten heeft gespeeld;
- het meewerken van verdachte aan het onderzoek door politie en justitie;
- het uittreksel uit het justitieel documentatieregister van verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld.
De verdediging heeft zich verder op het standpunt gesteld dat verdachte mogelijk zijn baan en woning kwijt zal raken indien hij tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal worden veroordeeld. Volstaan kan worden met een voorwaardelijke straf of een taakstraf.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan faillissementsfraude, oplichting en valsheid in geschrift.
Kort voor het faillissement is op naam van Hannah Klinieken B.V. een grote hoeveelheid Dell-computers besteld en afgeleverd. Verdachte was op dat moment alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van Hannah Klinieken B.V. en heeft zich één van deze computers toegeëigend zonder daar voor te betalen of hiervan melding aan de curator te maken.
Door aldus te handelen heeft verdachte als bestuurder van de failliete rechtspersoon de schuldeisers in het faillissement benadeeld. Deze computer had de curator immers kunnen verkopen en de opbrengst (na aftrek van de kosten) onder de gezamenlijke schuldeisers kunnen verdelen.
Door bovendien na te laten een deugdelijke administratie te voeren en deze administratie aan de curator te overhandigen, zijn de rechten van de schuldeisers eveneens benadeeld. De verdachte heeft het de curator door zijn handelen immers lastig gemaakt het faillissement op een juiste wijze af te wikkelen en de schuldeisers (voor zover mogelijk) schadeloos te stellen. De rechtbank neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij zich als boekhouder van Hannah Klinieken B.V. schuldig heeft gemaakt aan dit strafbare handelen.
Verdachte heeft daarnaast feitelijk leiding gegeven aan het oplichten van de bedrijven Dell B.V., GE Capital Lease, IBM Nederland Financieringen door Hannah Klinieken B.V. Voornoemde bedrijven zijn door deze oplichting bewogen tot de afgifte van een groot aantal computers met toebehoren ter waarde van € 104.298,81 en bijbehorende leaseovereenkomsten. Er is nooit voor deze computers met toebehoren betaald.
Tot slot heeft verdachte een valse balans en een valse financiële prognose opgesteld teneinde deze valse stukken door anderen te laten gebruiken. Hiermee is het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer bestaat in de juistheid van dit soort geschriften beschaamd. Verdachte heeft deze stukken onder de naam van zijn bedrijf ‘CLW Accountancy’ opgesteld en de rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij zich in die hoedanigheid schuldig heeft gemaakt aan dit strafbare handelen.
Daar komt nog bij dat de verdachte geen enkel inzicht heeft getoond in het laakbare van zijn handelen. Hij schuift de schuld in de schoenen van andere natuurlijke personen alsmede rechtspersonen.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op de inhoud van een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 juli 2014, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Met betrekking tot het door de verdediging gestelde vormverzuim waardoor strafreductie plaats zou moeten vinden, te weten het gestelde vernietigen van bewijs in de zin van originele geschriften overweegt de rechtbank het volgende.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is op geen enkele wijze gebleken dat tijdens het voorbereidend onderzoek enig bewijs is vernietigd. De raadsman heeft deze stelling ook niet onderbouwd. Reeds om die reden kan dit verweer worden gepasseerd.
De rechtbank betrekt wel bij haar oordeel dat de redelijke termijn waarbinnen de strafzaak moest zijn behandeld is overschreden. Als beginpunt van de redelijke termijn heeft te gelden het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De rechtbank heeft als aanvangsdatum van de redelijke termijn de datum van de inverzekeringstelling van verdachte genomen, te weten 9 maart 2009. Op 10 maart 2009 is verdachte weer in vrijheid gesteld.
Het uitgangspunt is dat de behandeling ter terechtzitting van een verdachte, die zich niet in voorlopige hechtenis bevindt, dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren.
De zaak is voor het eerst op 6 december 2012 inhoudelijk ter zitting behandeld en eerst vandaag, op 22 september 2014, is onderhavig eindvonnis gewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een dermate omvangrijk of ingewikkeld dossier dat dit de termijn waarbinnen de zaak in eerste aanleg is afgedaan rechtvaardigt. De redelijke termijn is dan ook overschreden met ruim 3,5 jaar.
Gelet op die aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn ziet de rechtbank reden om - in plaats van een voor voornoemde feiten en omstandigheden op zijn plaats zijnde onvoorwaardelijke gevangenisstraf - een forse taakstraf aan de verdachte op te leggen, zodat recht wordt gedaan aan de ernst van de gepleegde feiten.
Alles afwegende zal de rechtbank een taakstraf voor de duur van 120 uren, te vervangen door hechtenis voor de duur van 60 dagen, aan de verdachte opleggen.
De tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht dient bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering te worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.

9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De rechtbank kan ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij, de Coöperatieve Rabobank Zuid-Holland Midden U.A., thans niet met zekerheid vaststellen dat sprake is van causaal verband tussen de gevorderde schade en het feit zoals dat jegens verdachte is bewezenverklaard, hetgeen noodzakelijk is om tot toewijzing van de vordering te komen. Nader onderzoek op dat punt brengt een onevenredige belasting van het strafgeding met zich, zodat de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering moet worden verklaard
De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank begroot de proceskosten tot op heden op nihil.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 51, 57, 225, 326 en 343 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring:
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid:- het bewezen verklaarde levert op:
-feit 1: als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon,
enig goed aan de boedel onttrekken,
en
niet voldoen aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld;-feit 2: oplichting, gepleegd door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;-feit 3: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
- verklaart het bewezene strafbaar;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging:- veroordeelt verdachte tot een
TAAKSTRAFvoor de duur van
120 uren, te vervangen door
hechtenisvoor de duur van
60 dagenindien de veroordeelde deze straf niet naar behoren verricht;
- beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht bij de uitvoering van de taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag inverzekeringstelling.
Vordering benadeelde partij- verklaart de benadeelde partij, de Coöperatieve Rabobank Zuid-Holland Midden U.A., niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- begroot de proceskosten tot op heden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Maanen, voorzitter, mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen en mr. A.M. Verhoef, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. Borg, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 september 2014.
BIJLAGE : De tenlastelegging
1.
(zaak 4)
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 13 juni 2008 tot en met
16 december 2008, te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, althans in Nederland, zijnde hij, verdachte, toen bestuurder van de besloten vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid Hannah Klinieken B.V., welke rechtspersoon bij
vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 oktober 2008 in staat van
faillissement is verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de
rechten van de schuldeisers van die rechtspersoon
A.
in de periode van 13 juni 2008 tot en met 16 december 2008
-een (groot) aantal, althans één, computer(s) (met toebehoren)(merk Dell) en/of
-een aantal goederen zoals weergegeven in Bijlage A,
althans enig goed, aan de boedel van die rechtspersoon heeft onttrokken;
en/of
B.
in de periode van 1 februari 2008 tot en met 16 december 2008 niet heeft
voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van
een administratie ingevolge artikel 2:10 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek
en/of artikel 3:15i lid 1 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en te
voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die
artikelen bedoeld.
Artikel 343 ahf/sub 1 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 343 ahf/sub 4 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
Bijlage A bij tenlastelegging voor zaak 4 (pv d.d. 27-08-2009 PL0940/08-012864)
-4 kasten met inhoud en/of
-27 dozen met inhoud en/of
-10 lederen fauteuils en/of
-1 behandeltafel en/of
-1 behandelstoel en/of
-5 werkkrukken en/of
-1 meubel met reclamebord Hannah en/of
-9 werktafels en/of
-1 tafel beuken met zilver op de poten en/of
-2 reclamezuilen met opschrift 'CMC Amersfoort Hannah Klinieken' en/of
-1 balie van Hannah Klinieken en/of
-4 lederen kuipstoeltjes en/of
-14 rieten stoelen en/of
-1 grote tafel met aan de zijkant houtsnijwerk en/of
-1 Nifisk schoonmaakapparaat en/of
-2 geisers merk Vaillant en/of
-1 geiser merk Remeha en/of
-1 kopieermachine merk Toshiba en/of
-1 printer HP laserjet 4100 en/of
-1 kerkbank en/of
-Een of meer barkrukken en/of
-Een of meer Ikeakasten en/of
-Een magnetron en/of
-Een of meer vloerkleden en/of
-Een of meer kranen
art 343 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
(zaak 5)
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hannah Klinieken B.V.
op een of meer tijdstippen in de periode van 30 juni 2008 tot en met 1
oktober 2008, te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans
eenmaal, (telkens) met het oogmerk zich of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels de besloten
vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Dell B.V. en/of GE Capital
B.V. en/of IBM Nederland Financieringen B.V. een of meerdere ma(a)l(en)
bewogen tot afgifte van een (groot) aantal computers (met toebehoren) (ter
waarde van in totaal 104.298,81 euro), althans enig goed,
en/of
genoemde Dell B.V. en/of GE Capital B.V. en/of IBM Nederland Financieringen
B.V. bewogen tot het aangaan van een schuld, te weten het aangaan van een of
meer zogeheten lease overeenkomsten,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) telkens met bovenomschreven
oogmerk opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid (telkens)
-de hoedanigheid aangenomen van (vertegenwoordiger van) een betalende klant
en/of
-(een) offerte(s) en/of (een) overeenkomst(en) van genoemde Dell B.V. met
nummer(s) 14312883.5 en/of 614840033 ondertekend en/of
-een zogeheten leaseovereenkomst van genoemde GE Capital B.V. met nummer
103114-0 ondertekend en/of
-een zogeheten leaseovereenkomst van genoemde IBM Nederland Financieringen
B.V. met nummer 15000022 ondertekend en/of
-volmacht(en) tot automatische incasso (ten laste van bankrekeningnummer(s)
[nummer] en/of [nummer]) verleend en/of
-(op 4 september 2008) een e-mail verzonden aan genoemde IBM Nederland
Financieringen, inhoudende - zakelijk weergegeven - dat [medeverdachte 2] was
gevolmachtigd om namens genoemde Hannah Klinieken B.V. rechtshandelingen te
verrichten en/of
-(op 11 september 2008) gemaand tot levering van die computers
tot welk(e) bovenomschreven feit(en) hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
(telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden
gedraging, verdachte, en/of zijn mededader(s), feitelijk leiding heeft gegeven;
Artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
3.
(Zaak 6)
hij in de periode van 31 december 2007 tot en met 15 juli 2008 te Delft en/of
Rotterdam en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging
met (een) ander(en), althans alleen, een geschrift dat is bestemd om tot
bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met
het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid
-een balans per 31 december over 2007 opgesteld voor de besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid CosMedischCentrum B.V., terwijl die
rechtspersoon op die datum niet bestond en (vervolgens) dit stuk ter
beschikking gesteld van [medeverdachte 2] en/of
-een financiële prognose voor de jaren 2008 en 2009 voor genoemde
CosMedischCentrum Amersfoort B.V. opgesteld (gedateerd 14 juli 2008), terwijl
die rechtspersoon op het tijdstip van opstellen niet bestond en/of onder de
valse vermelding dat die rechtspersoon op 21 maart 2002 is opgericht en
(vervolgens) dit stuk ter beschikking gesteld van [medeverdachte 2] en/of
-een zogenaamde 'print voor eigen administratie' betreffende de aangifte
inkomstenbelasting over 2007 van [medeverdachte 2] opgesteld en (vervolgens) dit stuk
ter beschikking gesteld van [medeverdachte 2],
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit/deze
stuk(ken) was/waren bestemd ter onderbouwing van een aanvraag tot het openen
van (een) bankrekening(en) met kredietfaciliteit;
Artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 225 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
Alternatief
hij in de periode van 1 juli 2008 tot en met 15 juli 2008 te Delft en/of
Rotterdam en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
(een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels de
coöperatie met uitsluiting van aansprakelijkheid Coöperatieve Rabobank
Zuid-Holland Midden U.A. bewogen tot afgifte van een geldbedrag (ter waarde
van in totaal 28.006,98), althans enig goed en/of het aangaan van een schuld
(te weten een tweetal bankrekeningen met kredietfaciliteit),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) telkens met bovenomschreven oogmerk opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid (telkens)
- zich voorgedaan als klant te goeder trouw en/of
- een balans per 31 december 2007 overgelegd voor genoemde CosMedischCentrum
B.V., terwijl die rechtspersoon op die datum niet bestond en/of
-een financiële prognose voor de jaren 2008 en 2009 voor genoemde
CosMedischCentrum Amersfoort B.V. opgesteld (gedateerd 14 juli 2008), terwijl
die rechtspersoon op het tijdstip van opstellen niet bestond en/of onder de
valse vermelding dat die rechtspersoon op 21 maart 2002 is opgericht en/of
-een zogenaamde 'print voor eigen administratie' betreffende de aangifte
inkomstenbelasting over 2007 van [medeverdachte 2] opgesteld en/of overgelegd en/of
-medegedeeld dat de bedoelde schuld/kredietfaciliteit - zakelijk weergegeven -
ten doel had het 'opvangen van incidentele liquiditeitskrapte';
Artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om het proces-verbaal van de Politie Regio Utrecht, District Eemland-Zuid, met nummer PL0940 / 08-012864, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Schriftelijk bescheid, zijnde een online inzage uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel, opgenomen op p. 39.
3.Schriftelijk bescheid, zijnde een online inzage uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel, opgenomen op p. 39.
4.Schriftelijk bescheid, zijnde een online inzage uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel, opgenomen op p. 30 en 34.
5.Schriftelijk bescheid, zijnde een online inzage uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel, opgenomen op p. 30; alsmede PV bevindingen [verbalisant 1] d.d. 11 april 2009, opgenomen op p. 13 en 16.
6.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 september 2014.
7.Schriftelijk bescheid, zijnde een online inzage uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel, opgenomen op p. 28.
8.Schriftelijk bescheid, zijnde een online inzage uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel, opgenomen op p. 22 en 23.
9.Verklaring van [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 8 september 2014.
10.PV verhoor [medeverdachte 2] als getuige, opgenomen op p. 220.
11.PV verhoor getuige [getuige 1] bij de RC op 15 november 2012.
12.PV verhoor getuige [getuige 1], opgenomen op p. 353.
13.PV verhoor getuige [getuige 2] bij de RC d.d. 15 november 2012.
14.PV verhoor getuige [getuige 3], opgenomen op p. 201.
15.PV verhoor getuige [getuige 3], opgenomen op p. 367.
16.PV verhoor getuige [getuige 2], opgenomen op p. 358.
17.PV verhoor getuige [getuige 2], opgenomen op p. 359.
18.PV verhoor [medeverdachte 2] als getuige, opgenomen op p. 221.
19.PV aangifte [B] namens [benadeelde 1], opgenomen op p. 231.
20.Vonnis in kort geding van de Rechtbank Utrecht van 23 juli 2008, opgenomen op p. 447 en 450.
21.Vonnis faillietverklaring van de rechtbank Utrecht van 21 oktober 2008, opgenomen op p. 296-297.
22.PV aangifte Dell B.V. van oplichting, opgenomen op p. 389-390.
23.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 september 2014.
24.PV aangifte curator van bedrieglijke bankbreuk, opgenomen op p. 279 tot en met 281.
25.PV verhoor getuige [getuige 2] 27 december 2008, opgenomen op p. 196.
26.PV verhoor getuige [getuige 2] bij de RC d.d. 15 november 2012.
27.PV verhoor getuige [getuige 2] 27 december 2008, opgenomen op p. 197.
28.PV verhoor getuige [getuige 3], opgenomen op p. 370.
29.PV verhoor getuige [getuige 3], opgenomen op p. 370 en 371.
30.PV verhoor getuite [getuige 4], opgenomen op p. 376.
31.PV bevindingen verbalisant [verbalisant 1], opgenomen op p. 275.
32.Proces-verbaal van de Politie Regio Utrecht, District Eemland-Zuid, met nummer PL0940-/08-012864E, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, inhoudende op p. 52 een uitgewerkt tapgesprek.
33.PV aangifte Dell B.V. van oplichting inclusief bijlagen, opgenomen op p. 389-390 en 397-399.
34.PV aangifte Dell B.V. van oplichting inclusief bijlagen, opgenomen op p. 389-390 en 393-396.
35.Verklaring van [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 8 september 2014.
36.PV aangifte Dell B.V. van oplichting inclusief bijlagen, opgenomen op p. 389 en p. 393.
37.PV aangifte Dell B.V. van oplichting, opgenomen op p. 389-390.
38.PV aangifte Dell B.V. van oplichting, opgenomen op p. 390.
39.PV aangifte Dell B.V. van oplichting inclusief bijlagen, p. 390 en p. 424.
40.PV aangifte Dell B.V. van oplichting inclusief bijlagen, p. 390 en p. 424.
41.PV aangifte Dell B.V. van oplichting inclusief bijlagen, opgenomen op p. 389 en p. 393.
42.PV aangifte Dell B.V. van oplichting inclusief bijlagen, opgenomen op p. 390 en 420.
43.PV aangifte Dell B.V. van oplichting, opgenomen op p. 389-390, alsmede PV bevindingen [verbalisant 1], opgenomen op p. 384.
44.PV bevindingen [verbalisant 1], opgenomen op p. 384, alsmede PV aangifte Dell B.V. van oplichting, inclusief bijlagen, opgenomen op p. 389, 390, en 393 tot en met 432.
45.PV verhoor getuige [getuige 3], opgenomen op p. 370.
46.PV bevindingen [verbalisant 1], opgenomen op p. 385, alsmede proces-verbaal van de Politie Regio Utrecht, District Eemland-Zuid, met nummer PL0940-/08-012864E, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, inhoudende op pagina’s 9 tot en met 81 uitgewerkte tapgesprekken.
47.Verklaring van [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 8 september 2014.
48.PV binnentreden/inbeslagneming [verbalisant 2], d.d. 26 november 2008, opgenomen op. 503 tot en met 505.
49.Verklaring van [medeverdachte 1] als getuige ter terechtzitting van 8 september 2014.
50.PV bevindingen [verbalisant 1], opgenomen op p. 385, alsmede proces-verbaal van de Politie Regio Utrecht, District Eemland-Zuid, met nummer PL0940-/08-012864E, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, inhoudende op pagina’s 9 tot en met 81 uitgewerkte tapgesprekken.
51.PV aangifte Dell B.V. van oplichting, opgenomen op p. 390.
52.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 september 2014.
53.PV aangifte [C] namens Coöperatieve Rabobank Zuid-Holland Midden U.A. incl. bijlagen, opgenomen op p. 535.
54.PV bevindingen [verbalisant 1], opgenomen op p. 521; alsmede een feit van algemene bekendheid door raadplegen van het openbare gedeelte van het online handelsregister van de Kamers van Koophandel.
55.Schriftelijk bescheid, zijnde een online inzage uittreksel uit het handelsregister van de Kamers van Koophandel, opgenomen op p. 30 en 31; alsmede PV bevindingen [verbalisant 1], opgenomen op p. 521.