ECLI:NL:RBMNE:2014:7345
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden
Op 7 november 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Strafrecht, uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde die eerder een gevangenisstraf van 24 maanden had gekregen, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank behandelde een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf, omdat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden. De veroordeelde had zich niet gemeld bij de reclassering en weigerde medewerking aan het toezicht. De rechtbank heeft geconstateerd dat de veroordeelde in het verleden niet had meegewerkt aan afspraken met de reclassering en dat zijn recidiverisico hoog werd ingeschat. De verdediging pleitte voor een kans voor de veroordeelde, die recentelijk verbeteringen in zijn leven had doorgemaakt, maar de rechtbank oordeelde dat de kans van slagen voor verdere begeleiding minimaal was. De rechtbank besloot om een gedeelte van de voorwaardelijke gevangenisstraf, groot 4 maanden, ten uitvoer te leggen, de vordering van de officier van justitie voor het overige af te wijzen, de bijzondere voorwaarde te vervallen en de proeftijd met één jaar te verlengen. Deze beslissing werd genomen met inachtneming van de artikelen 14f en 14g van het Wetboek van Strafrecht.