Uitspraak
Zittingslocatie Utrecht
Rechtbank Midden-Nederland
Op 28 februari 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/661119-13, waarin de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf heeft toegewezen. De veroordeelde was eerder op 26 juli 2013 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. Deze voorwaarden omvatten onder andere meldplicht bij de reclassering en deelname aan een cognitieve vaardigheidstraining.
Tijdens de proeftijd heeft de veroordeelde echter geen initiatieven ondernomen om aan zijn meldplicht te voldoen. Het Leger des Heils, dat verantwoordelijk was voor de reclassering, heeft herhaaldelijk geprobeerd contact met de veroordeelde te krijgen, maar zonder succes. De veroordeelde was sinds zijn vrijlating zonder vaste woon- of verblijfplaats en heeft zich niet gemeld bij de reclassering of de nachtopvang.
De rechtbank heeft tijdens de zitting op 28 februari 2014 de officier van justitie en de raadsman van de veroordeelde gehoord. De raadsman pleitte voor aanhouding van de zaak tot de zitting van 26 maart 2014, maar de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om de zaak aan te houden. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde niet gemotiveerd was om zich aan de opgelegde bijzondere voorwaarden te houden en heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen.
De rechtbank heeft de beslissing genomen om de gevangenisstraf van twee maanden, die eerder voorwaardelijk was opgelegd, ten uitvoer te leggen. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van de Rechtbank Midden-Nederland, te Utrecht.