In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 februari 2014 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen. De verdachte heeft op 8 oktober 2012 ingebroken in een pand van Emmaus, waar hij eerder had gewerkt en gewoond, en heeft daarbij twee auto’s en andere goederen ontvreemd. Daarnaast heeft hij in de periode van 10 tot en met 17 oktober 2012 samen met een ander meerdere keren brandstof gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 11 februari 2014 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, de feiten bekend. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor alle ten laste gelegde feiten schuldig werd verklaard.
De rechtbank heeft de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie gevolgd, waarbij de verdachte alle feiten heeft bekend. De rechtbank heeft de ten laste gelegde feiten bewezen verklaard, waaronder diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd en het verlaten van de plaats van een ongeval. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de ad informandum gevoegde vernieling, omdat hij dit feit had ontkend. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die kampt met een drugsverslaving. De rechtbank heeft een onvoorwaardelijke werkstraf van 240 uur opgelegd, alsook een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken met een proeftijd van 2 jaar, onder voorwaarden van reclasseringstoezicht.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers in overweging hebben genomen. De rechtbank heeft benadrukt dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie als ex-medewerker van Emmaus en dat zijn daden een gevoel van onveiligheid in de maatschappij hebben veroorzaakt. De rechtbank heeft de verdachte ook de kans gegeven om zijn leven te beteren door middel van begeleiding van de reclassering.