Uitspraak
Zittingslocatie Utrecht
Rechtbank Midden-Nederland
Op 25 februari 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de veroordeelde, die eerder op 10 december 2010 was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf beoordeeld, nadat de veroordeelde herhaaldelijk de bijzondere voorwaarden had overtreden. De veroordeelde was opgenomen in de Oostvaarderskliniek, maar haar behandeling verliep problematisch, met incidenten van geweld en drugsgebruik. Ondanks de kansen die haar zijn geboden, heeft zij niet voldoende meegewerkt aan de voorwaarden van haar behandeling.
Tijdens de zitting op 11 februari 2014 zijn de officier van justitie, de veroordeelde en haar raadsman gehoord. De reclassering heeft geadviseerd om over te gaan tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, gezien de onhoudbare situatie in de kliniek en het onveilige behandelklimaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van de officier van justitie tijdig is ingediend en dat de veroordeelde meerdere kansen heeft gekregen om aan de voorwaarden te voldoen. Gezien de lange duur van de voorwaardelijke straf en de overtredingen die de veroordeelde heeft begaan, heeft de rechtbank besloten om de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen voor een periode van 9 maanden, terwijl de vordering voor het overige is afgewezen.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor de overtredingen grotendeels bij de veroordeelde ligt, ondanks de coulance van de Oostvaarderskliniek. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid en de effectiviteit van de behandeling.