Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘dit proces-verbaal geen betrekking heeft op deze zaak en ook niet relevant is voor deze zaak.’Het is in deze zaak (met nummer 2887611 AE VERZ 14-71) dat [verzoeker] mr. De Laat op 2 oktober 2014 heeft gewraakt.
‘De griffier heeft tijdens de zitting mee getypt en deze digitale aantekeningen zijn verwerkt in het proces-verbaal zoals dat op 29 september 2014 aan u is toegezonden. Andere of meer informatie dan zoals verwerkt in het reeds verstrekte proces-verbaal is niet beschikbaar.’
3.Het verzoek en het verweer
‘gemanipuleerde’- proces-verbaal van de zitting van 27 september 2011 werd gecompleteerd door toevoeging van de daarin ontbrekende uitlatingen die mr. De Laat destijds heeft gedaan. Uit die (in het proces-verbaal weggelaten) uitlatingen blijkt dat mr. De Laat zich in 2011 al een oordeel heeft gevormd over de conflictueuze verhoudingen binnen de VVE en de volgens [verzoeker] gepleegde
‘identiteitsfraude’heeft willen toedekken.
‘wrakingskosten’in rekening te brengen. De gewraakte wrakingskamer had hiernaar een onderzoek, in strafrechtelijke zin of door het horen van getuigen, moeten instellen.
4.De beoordeling
‘plicht om de waarheid boven tafel te krijgen’hebben veronachtzaamd. [verzoeker] doelt hiermee, zo begrijpt de wrakingskamer hem, zowel op de wijze waarop mr. De Laat zich ter zitting van 27 september 2011 (in de zaak met nummer 770597 AE VERZ 11-306) zou hebben uitgelaten over de verhoudingen tussen de leden van de VVE, waarvan [verzoeker] lid is (ad a. tot en met d.), als op de vermeende betrokkenheid (ad e.) van (een groot aantal) anderen, onder wie de president van deze rechtbank, bij onregelmatigheden die zich volgens [verzoeker] binnen de VVE hebben voorgedaan (door hem betiteld als
‘identiteitsfraude’). Zonder nadere toelichting, die [verzoeker] niet heeft gegeven, valt niet in te zien hoe de vermeende betrokkenheid van anderen dan mr. De Laat bij eventuele onregelmatigheden in de VVE van invloed kan zijn op de beoordeling van de rechterlijke (on)partijdigheid van deze rechter. De gewraakte wrakingsrechters hebben slechts tot taak de (on)partijdigheid van de gewraakte rechter te beoordelen. Voor een onderzoek naar mogelijke onregelmatigheden in de VVE is in de wrakingszaak geen plaats. Een debat daarover en de beantwoording van vragen van [verzoeker] hieromtrent behoorden niet tot de taak waarvoor de wrakingskamer zich vanwege het wrakingsverzoek van 2 oktober 2014 gesteld zag. De wrakingskamer komt terzake ook geen bevoegdheid toe. Waar [verzoeker] melding maakt van
‘wrakingskosten’wordt hij erop gewezen dat in wrakingsbeslissingen geen veroordeling in de proceskosten plaatsvindt.
‘wespennest’wilde begeven. Nog afgezien van de vraag of deze uitdrukking, zó al gebezigd, blijk geeft van een vooringenomenheid waar het gaat om de vraag wie van de conflictueuze verhoudingen binnen de VVE een verwijt treft, heeft de wrakingskamer zich dienaangaande niet anders kunnen of dienen op te stellen dan zij heeft gedaan. Het behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de behandelend rechter om van een zitting in een civiel geding een proces-verbaal op te maken. Een dergelijk proces-verbaal bevat geen woordelijk verslag van hetgeen ter zitting is voorgevallen en besproken, doch slechts een zakelijke weergave van hetgeen (de vertegenwoordigers van) partijen in het geding over en weer hebben verklaard. Het is bij uitsluiting de behandelend rechter die bepaalt wat van de uitlatingen van partijen van belang is voor de beoordeling van het geschil. Voor zover een proces-verbaal niet reeds ter zitting is opgesteld en een partij zich niet herkent in de zakelijke weergave in het proces-verbaal of daarop een aanvulling wenst, is het aan deze partij om zich hierover met de zaaksrechter te verstaan. In het geding waarin het proces-verbaal van 27 september 2011 is opgemaakt, was [verzoeker] geen partij. De gewraakte wrakingsrechters hadden het dan ook te doen met het op 29 september 2014 opgemaakte proces-verbaal van de zitting van 27 september 2011. Van (een schijn van) vooringenomenheid van de gewraakte wrakingskamer is in dat verband geen sprake.
‘iedere keer’of
‘telkens’het woord is ontnomen. Zijn klacht stuit voor het overige af op de taak van de voorzitter om de procesorde ter zitting te bewaken.
‘voortdurend lachende gezicht’) de betekenis toekomt die [verzoeker] daaraan verbindt, is tot slot evenmin voldoende onderbouwd. Niet gebleken is van feiten of omstandigheden die steun bieden voor de conclusie dat het non-verbale gedrag van de voorzitter moet worden geïnterpreteerd als onwelwillendheid of neerbuigendheid jegens [verzoeker] of diens gemachtigde.