Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
modus operandiaf. Verdachte loopt een winkel binnen en doet zich voor als een potentiële klant door een product uit de winkel bij de kassa aan te bieden. Wanneer een winkelmedewerker het product wil scannen, haalt verdachte met zijn linkerhand een mes uit zijn rechtermouw. Vervolgens bedreigt verdachte de winkelmedewerker door het mes in zijn rechterhand te houden en daarmee te wijzen in de richting van de winkelmedewerker, teneinde het geld uit de kassa te bemachtigen.
signalementvan verdachte af: een blanke man met een normaal postuur, donkerblond haar, een zwarte baseball cap met een logo van het merk Puma, een zwarte zonnebril, donkere sportschoenen met een lichte zool en een zwarte rugtas, voorzien van lichtblauwe strepen op de schouderhengsels en voorzien van een lichtblauwe veter aan de bovenzijde van de rugtas.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Het beslag
16-661588-14bewezen geachte is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
16-661588-14ten laste gelegde feit, waarvan € 29,94 ter zake van materiële schade en € 1.000,- ter zake van immateriële schade.
16-661588-14ten laste gelegde feit, ter zake van immateriële schade.
16-705103-14ten laste gelegde feit, ter zake van immateriële schade.
11.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
16-661917-13, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 13 januari 2014 van deze rechtbank, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen met aftrek van voorarrest, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 60 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of zich niet heeft gehouden aan de hem gestelde bijzondere voorwaarden. Bij vonnis van 28 mei 2014 is de proeftijd met een jaar verlengd.
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Beslissing
6 (zes) jaren;
ten aanzien van 16-661588-14– onttrokken aan het verkeer: twee messen en een schroevendraaier;
ten aanzien van 16-661588-14– de vordering van [slachtoffer 2] toe tot € 1.029,94 (duizendnegentwintig euro en vierennegentig cent), waarvan € 29,94 ter zake van materiële schade en € 1.000,- ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 13 juni 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening;
ten aanzien van 16-661588-14– de vordering van [slachtoffer 1] toe tot € 850,00 (achthonderdvijftig euro), ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 13 juni 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening;
ten aanzien van 16-705103-14– de vordering van [slachtoffer 3] toe tot € 850,00 (achthonderdvijftig euro), ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 7 juni 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening;
ten aanzien van 16-661917-13– de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij genoemd vonnis van 13 januari 2014, namelijk: een gevangenisstraf van 60 (zestig) dagen.