4.10.Hieronder zal de rechtbank de verschillende 29 elementen afzonderlijk beoordelen op auteursrechtelijke bescherming, mede in het licht van de bezwaren die [gedaagden c.s.] daartegen heeft ingebracht. De rechtbank zal bij deze beoordeling tevens aangeven op welke wijze ieder element in [boek 1] respectievelijk [boek 6] is uitgewerkt.
a. a) In [boek 1] is Michel, de man van de hoofdpersoon Karen, televisieproducent. In [boek 6] is Marcus, de man van de tegenspeelster Amanda, televisieproducent.
De gedachte om één van de hoofrolspellers in het verhaal het beroep van televisieproducent te geven, is op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermd aangezien dit, zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft gesteld, vaker voorkomt in boeken en niet getuigt van een scheppende en creatieve arbeid.
In [boek 1] is Hanneke, de eerste (en beste) vriendin van Karen, binnenhuisarchitecte. In [boek 6] is Jessica, de hoofdpersoon, binnenhuisarchitecte.
Ook hier geldt dat het enkele idee om één van de hoofdpersonen binnenhuisarchitect te laten zijn, niet auteursrechtelijk wordt beschermd. Zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft gesteld komt dit in boeken vaker voor en is een dergelijke keuze voor een personage in een rijke leefgemeenschap, waarin beide boeken zich afspelen, onvoldoende creatief. Daarnaast wordt opgemerkt dat dit element in beide boeken anders is uitgewerkt. Het gegeven dat Hanneke binnenhuisarchitecte is, speelt in [boek 1] een geringe rol van betekenis. In [boek 6] vervult het beroep van Jessica wél een belangrijke rol. Jessica wordt door Amanda gevraagd haar huis op Ibiza in te richten, hetgeen – naar later in het verhaal blijkt – een middel van Amanda is om haar hogere doel te bereiken, namelijk het verkrijgen van financiering van de bank waarvan Victor, de man van Jessica, directeur is.
b) [boek 1] spelt zich af in Bergen. [boek 6] spelt zich af in Blaricum.
De keuze om een verhaal af te laten spelen in een welgesteld dorp niet ver van Amsterdam, is op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermd aangezien een dergelijke keuze, zoals [gedaagde sub 1] onbetwist heeft gesteld, vaker voorkomt en niet gezien kan worden als het resultaat van een creatieve schepping. Dat in beide verhalen het nieuwe huis wordt verbouwd en dat daarin een grote woonkeuken voorkomt, komt ook in andere boeken voor, zoals door [gedaagde sub 1] onbetwist is gesteld, en is te basaal om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen.
c) Het kwijtraken van vrienden na een verhuizing, het eenzaam voelen in de nieuwe woonomgeving en het moeilijk contact maken met moeders van andere kinderen, doet zich voor in [boek 1] alsook in [boek 6].
Dit element komt echter niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking aangezien dit een voor de hand liggend en aan de realiteit ontleend element is, waarvoor geen creatieve schepping is vereist.
d) In [boek 1] als ook [boek 6] wordt gesproken over dorpsbewoners die rondrijden in grote, dure (terrein)wagens en dames die enorme zonnebrillen dragen.
Deze beschrijvingen komen op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking aangezien deze zoals [gedaagden c.s.] onweersproken heeft gesteld eerder zijn gebruikt in boeken en het voor de hand liggende elementen zijn in een rijke leefgemeenschap, waarvoor geen creatieve schepping is vereist.
e) In de [boek 1] wordt de eenzaamheid van de hoofdpersoon beschreven bij het van school halen van de kinderen. In [boek 6] wordt een vergelijkbare eenzaamheid op het schoolplein beschreven.
Ook aan dit element komt op zichzelf geen auteursrechtelijke bescherming toe, aangezien dit een voor de hand liggend en basaal element is voor personen die zijn verhuisd en nog geen vrienden hebben in hun nieuwe woonomgeving.
f) In [boek 1] drinkt Karen tijdens de eerste ontmoeting met Hanneke een fles Chablis. In [boek 6] drinkt Jessica tijdens de eerste ontmoeting met Hanneke een glas witte wijn. Het feit dat tijdens een eerste ontmoeting witte wijn wordt gedronken komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat dit zoals [gedaagden c.s.] onweersproken heeft gesteld vaker voorkomt in boeken en niet getuigt van oorspronkelijk uiting van de creatieve vrijheid van de schrijver. Daarnaast geldt dat dit element in [boek 1] anders is uitgewerkt. Karen had de fles Chablis al klaar gezet omdat zij Hanneke een glas wijn wilde aanbieden om zodoende met haar contact te maken. Het aanbieden van het glas wijn was derhalve niet spontaan, maar gepland. Bovendien drinken de vrouwen de fles Chablis op en ontkurken een tweede fles. In de dronken toestand waarin beide vrouwen komen te verkeren ontstaat het idee van het oprichten van een eetclub. In [boek 6] blijft het drinken van een glas wijn een detail dat verder niet wordt uitgewerkt en geen rol van betekenis speelt.
g) In zowel [boek 1] als [boek 6] wordt de hoofdpersoon uitgenodigd voor een etentje bij de nieuwe vriendin thuis en geïntroduceerd bij enkele van haar vrienden.
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend en basaal is en niet het resultaat is van een creatieve schepping. Daarnaast wordt dit element in beide boeken volstrekt anders uitgewerkt. In [boek 1] gaat het om een gewoon etentje met drie vriendinnen van Hanneke. In [boek 6] gaat het om een indrukwekkend kerstdiner bij Amanda en Marcus inclusief optredens, een beroemde dj, een kok uit Thailand en meer dan 50 personen waaronder bekende Nederlanders.
h) Ook aan het gegeven dat de hoofdpersoon een zwart jurkje aantrekt voor het etentje bij Hanneke ([boek 1]) resp. het kerstdiner ([boek 6]) komt op zichzelf geen auteursrechtelijke bescherming toe. Zoals [gedaagden c.s.] onweersproken heeft gesteld komt dit element vaker voor in boeken en ligt de keuze voor een zwart jurkje dermate voor de hand dat daaraan onvoldoende creatieve schepping ten grondslag ligt. Daarbij valt op dat dit element in beide boeken anders wordt uitgewerkt. In [boek 1] kiest Karen voor een “eenvoudig” zwart jurkje met daaroverheen een vestje. In [boek 6] trekt Jessica een “peperduur” zwart jurkje aan op suggestie van haar man Victor omdat zij door haar onzekerheid geen keuze kan maken.
i. i) In beide boeken komt naar voren dat de hoofdpersoon zich bij het eerste etentje “underdressed” voelt en dat zij onder de indruk is van het huis van de gastvrouw.
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarbij valt op dat Karen (in de [boek 1]) zich underdressed voelt tegenover de sexy en modern geklede Hanneke. In [boek 6] voelt Jessica zich “erg gewoontjes” ten opzichte van de prachtige veelkleurige zijden tuniek van Amanda en haar saffieren oorbellen. De uitwerking is derhalve anders. Dat geldt ook voor het onder de indruk raken van het huis. Karen raakt in [boek 1] onder de indruk van de minimalistische vormgeving van de woning van Hanneke, terwijl Jessica in [boek 6] onder de indruk raakt van alle pracht en praal in en rondom de gedecoreerde woning van Amanda (nepsneeuw, fakkels, een a capella koor, meisjes verkleed als engeltjes, een kroonluchter met mistletoe en twee kerstbomen met goud en zilver behangen). Ook hier is er sprake van een andere uitwerking.
j) In [boek 1] maakt Karen een opmerking over het feit dat werken ook leuk kan zijn en dat zij financieel niet afhankelijk wil zijn van haar man. Dat deze opmerking verkeerd zou vallen bij de vrouwen in het groepje die niet werken - zoals door [eiseressen c.s.] gesteld -, is de rechtbank na lezing van de betreffende passage niet gebleken. De overeenstemming tussen de boeken is derhalve beperkt tot het gegeven dat er een opmerking wordt gemaakt over werken tijdens een samenzijn van vriendinnen die niet allemaal werken. Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend en basaal is.
k) In beide boeken gaat de hoofdpersoon onder aanvoering van de nieuwe vriendin ineens dure kleding kopen, hetgeen haar een ongemakkelijk gevoel geeft. Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt.
l) In [boek 1] wordt de “foute man” (Simon) beschreven als: aantrekkelijk, maar niet omdat hij zo mooi is; met te gemaakt nonchalant zwart haar; jongensachtig; bewust van zijn mannelijkheid zoals alleen jongens van achttien dat kunnen; ingenomen met zichzelf zonder dat dat irritant is; zijn grijns leek de spot te drijven met wie hij was; alsof hij iedereen uitlachte die hem serieus nam. In [boek 6] wordt de “foute man” (Daniel) beschreven als: aantrekkelijk met groene ogen en donkere wimpers; met donker haar dat nonchalant valt; onderhoudend; jongensachtige charme en met zelfspot. [gedaagden c.s.] heeft gemotiveerd aangevoerd dat de omschrijving van de “foute man “in [boek 1] vaker in boeken voorkomt; [eiseressen c.s.] heeft deze stelling niet gemotiveerd betwist zodat van de juistheid daarvan moet worden uitgegaan. Dit betekent dat aan de beschrijving van de “foute man” in [boek 1] geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Daarnaast valt op dat de omschrijving van de “foute man” in [boek 6] deels anders is uitgewerkt.
m) In beide boeken wordt de hoofdpersoon op een feest ten dans gevraagd door de “foute man”, wat veel in haar losmaakt. Zij voelt in de rest van het verhaal de grote verleiding die van de “foute man” uitgaat. Hij laat haar niet meer los. De hoofdpersoon voelt zich schuldig ten opzichte van haar eigen brave echtgenoot, maar bezwijkt toch voor de verleiding.
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en onvoldoende getuigt van een eigen intellectuele schepping, en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd, vaker in boeken voorkomt.
n) In [boek 1] heeft de hoofdpersoon Karen seks met de “foute man” en schiet het door haar heen dat ze gewoon door zou zijn gegaan als haar man zou zijn binnengekomen.
Ook dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het weinig creatief is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarbij valt op dat de uitwerking van dit element in [boek 6] anders is. Daarin bedenkt Jessica zich dat ze het niet eens gemerkt zou hebben als haar man, tijdens de eerste vrijpartij met Daniël, binnen was gekomen.
o) In [boek 1] wil Michel (de man van de hoofdpersoon) zakelijk in zee gaan met de ondernemende Simon.
Ook dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het triviaal en voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Verder verdient hier opmerking dat dit element in [boek 6] anders is uitgewerkt. In [boek 1] wil Michel financiering van en zakelijk in zee gaan met de succesvolle ondernemer en investeerder Simon (tevens de “foute man” die met zijn vrouw flirt). In [boek 6] werkt Victor, de man van Jessica, er als bankdirecteur aan mee dat de ogenschijnlijk succesvolle tv producent Marcus, een financiering van de bank krijgt. Marcus is niet degene die met zijn vrouw flirt.
p) In [boek 1] voelt Michel, de man van de hoofdpersoon, zich aangetrokken tot Simon vanwege zijn charisma en succes in het zaken doen. Een vergelijkbare situatie doet zich voor in [boek 6]: Victor raakt onder de indruk van Marcus.
Ook dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het niet getuigt van een originele creatie en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt.
q) In [boek 1] plaats Karen een kritische opmerking over de zakelijke plannen van haar man met Simon.
Ook dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarbij valt op dat dit element in [boek 6] op een ander wijze wordt uitgewerkt. In [boek 6] komen de kritische opmerkingen van Jessica voort uit het feit dat zij als aandeelhouder betrokken raakt bij de plannen van haar man en Marcus.
r) In [boek 1] komt de onderneming van Michel voor 51% in handen van Simon. Michel is bang dat Simon de stekker uit zijn bedrijf trekt waardoor het met Michel (en zijn gezin) gedaan zou zijn. De angst van Michel komt voort uit het feit dat hij van Simon heeft gehoord dat Karen gesproken zou hebben met de politie over haar twijfels met betrekking tot de zelfmoord van Hanneke. Naar aanleiding daarvan heeft de politie een inval gedaan bij Simon en de boekhouding meegenomen.
Dit element komt voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking op grond van de niet voor de hand liggende en creatieve keuzes die hierin besloten liggen. Dit element is echter in [boek 6] niet overgenomen. In [boek 6] verstrekt de bank een lening aan Marcus, welke lening door Victor als bankdirecteur wordt geaccordeerd. Dan ontdekt Victor dat Marcus allerlei documenten heeft gefalsificeerd en op de rand van een faillissement staat. Daardoor zou de bank haar geld kwijt zijn en Victor zijn baan. Door het grote verschil met het hierboven weergegeven element van [boek 1], kan hier van inbreuk op de auteursrechten van [eiseressen c.s.] niet worden gesproken.
s) Het opleidingsniveau van Simon ([boek 1]) is laag (mavo niet afgemaakt).
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarnaast valt op dat dit element bij [boek 6] ander is uitgewerkt: Marcus heeft de mavo wel afgemaakt en drie danslessen gehad.
t) In [boek 1] doet Babette, een van de vriendinnen van de hoofdpersoon zich voor als heilig boontje wat betreft vreemdgaan, terwijl ze zelf ontrouw is en stiekem een verhouding heeft met de “foute man”, door wie de hoofdpersoon zich ook heeft laten verleiden. Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het basaal en voor de hand liggend is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomt.
u + v) In [boek 1] heeft Babette eerder een slippertje gehad met een andere man uit het vriendengroepje (Kees). De beste vriendin (Hanneke) van de hoofdpersoon
heeft een affaire met een andere man (Evert) uit het vriendengroepje. Deze twee elementen komen op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat deze te basaal en voor de hand liggend zijn en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist hebben aangevoerd vaker in boeken voorkomen. Daarbij valt op dat deze elementen in [boek 6] anders zijn uitgewerkt. De verhouding van Hanneke met Evert (in [boek 1]) vormt voor Karen de aanleiding om te twijfelen aan de zelfmoord van haar beste vriendin Hanneke. Zij probeert er vervolgens achter te komen wat er daadwerkelijk met Hanneke is gebeurd. In [boek 6] bekijkt de hoofdpersoon Jessica, na een vrijpartij met Simon, stiekem zijn telefoon en ontdekt tot haar grote schrik dat Simon ook een affaire heeft met Amanda.
w) Eén van de vrienden uit het vriendengroepje belandt in een psychiatrische inrichting en wordt door de rest steeds minder bezocht.
Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het weinig creatief is en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt. Daarbij valt op dat dit element in beide boeken anders wordt uitgewerkt. In [boek 1] gaat het om Evert, één van de hoofdpersonen die doordraait en gedwongen wordt opgenomen. Hanneke blijft hem echter trouw bezoeken, hetgeen leidt tot een relatie van Hanneke met Evert. In [boek 6] gaat het om de voormalige bewoonster van het huis van Jessica, die is doorgedraaid omdat Amanda een affaire had met haar man. Amanda blijkt haar in de psychiatrische inrichting nooit opgezocht te hebben.
x) In beide boeken wordt de hoofdpersoon zoenend gezien met de “foute man”. Ze wordt gewaarschuwd haar huwelijk niet op het spel te zetten. Dit element komt op zichzelf niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking omdat het niet getuigt van een creatieve uiting en zoals [gedaagden c.s.] onbetwist heeft aangevoerd vaker in boeken voorkomt.
y + z) In [boek 1] blijkt één van de nieuwe vriendinnen (Babette) een gestoord figuur die een andere vriendin (Hanneke) uit het vriendengroepje uit de weg ruimt, hetgeen aanvankelijk zelfmoord (of een ongeval) lijkt. De hoofdpersoon gelooft niet in de zelfmoord (of het ongeval). Ze zoekt het slachtoffer op, die op dat moment in coma ligt in het ziekenhuis. De hoofdpersoon ziet het slachtoffer “klein” en eenzaam in bed liggen. Het slachtoffer overlijdt uiteindelijk. Deze elementen komen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking op grond van de voor de hand liggende en basale keuzes die hierin besloten liggen.
aa) [eiseressen c.s.] heeft gesteld dat een overeenkomstig element tussen beide boeken het feit betreft dat de gestoorde nieuwe vriendin haar misdaad aan het eind in een moment van gekte opbiecht als ze op het punt staat het hoofdpersonage te vermoorden. De rechtbank ziet dit element echter in [boek 1] niet terug. In [boek 1] wil Babette de hoofdpersoon wel vermoorden, maar zij biecht geen enkele misdaad op. Daarom zal de rechtbank dit element verder niet bespreken.
bb) In het slothoofdstuk van [boek 1] lijkt het huwelijk tussen de hoofdpersoon en haar man gered. Dit element is zo voor de hand liggend en triviaal dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen.