4.3.2Bewezen
Ten aanzien van het onder 1a, 1c, 1e, 1f, 1g, 1h, 1i, 1j, 1k en 2 tenlastegelegde
Aangezien verdachte het onder 1a, 1c, 1e, 1f, 1g, 1h, 1i, 1j, 1k en 2 tenlastegelegde heeft bekend en de raadsman niet tot vrijspraak heeft gepleit, volstaat de rechtbank voor zover zij dit feit bewezen acht, met toepassing van het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht het feit bewezen gelet op:
- het proces-verbaal ter terechtzitting van 16 december 2014, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014058898-1, doorgenummerde pagina’s 206 en 207 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 26 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014166166-1, doorgenummerde pagina’s 180 en 181 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 26 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014222048-1, doorgenummerde pagina’s 175 en 176 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 26 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014193655-1, doorgenummerde pagina’s 151 tot en met 153 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 26 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014202986-1, doorgenummerde pagina’s 146 en 147 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 26 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014209222-1, doorgenummerde pagina’s 70 tot en met 72 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 3 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014205880-1, doorgenummerde pagina’s 78 tot en met 80 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 3 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014210637-1, doorgenummerde pagina’s 63 tot en met 65 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 3 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014210538-1, doorgenummerde pagina’s 46 en 47 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 3 augustus 2014;
- het proces-verbaal aangifte nr. PL0900-2014145057-1, doorgenummerde pagina’s 186 en 187 van het proces-verbaal nr. PL0900-2014211157 Z van 26 augustus 2014.
Ten aanzien van het onder 1b tenlastegelegde
De aangever [getuige] heeft verklaard dat op 7 maart 2014 de afvalcontainer die links naast de [kerk], [adres] 7, in Veenendaal stond in brand gestoken was.
Verdachte heeft verklaard dat zij in maart 2014 bij de [kerk] een rode container in de fik heeft gestoken en dat die container daardoor ontplofte.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht daarmee voldoende duidelijk dat verdachte het over dezelfde containerbrand heeft als de aangever en acht de brandstichting in de container bewezen. Niet kan uit de bewijsmiddelen worden opgemaakt dat de container op het moment van de brandstichting op locatie[adres] stond, zodat dit onderdeel van de tenlastelegging niet kan worden bewezen.
Conclusie
De rechtbank komt op grond van het hiervoor overwogene tot de conclusie dat verdachte in de periode van 4 maart 2014 tot en met 31 juli 2014 tien keer brand heeft gesticht in/bij een container dan wel een coniferenhaag in Veenendaal, waarbij gevaar voor goederen en personen is ontstaan. Daarnaast komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte in de periode van 12 maart tot en met 21 maart 2014 samen met anderen twee keer brand heeft gesticht in een schoolgebouw in Veenendaal, waarbij gevaar voor goederen is ontstaan.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.