ECLI:NL:RBMNE:2014:7115

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 december 2014
Publicatiedatum
24 december 2014
Zaaknummer
16/661783-14
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van een poging tot diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 december 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan een poging tot diefstal met geweld. De feiten vonden plaats op of omstreeks 8 maart 2014 in Bunnik. De verdachte werd ervan beschuldigd anderen te hebben uitgelokt om het slachtoffer, [slachtoffer], af te persen en/of te beroven. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting op 12 december 2014 heeft plaatsgevonden, waarbij de verdachte in persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. V.W.A.M. van de Port. De officier van justitie vorderde vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit, maar meende dat het subsidiair ten laste gelegde feit, de medeplichtigheid aan de poging tot diefstal met geweld, wel bewezen kon worden. De verdediging vroeg om vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit, stellende dat er geen bewijs was voor uitlokking.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet als uitlokker kon worden gekwalificeerd, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij een leidende rol had gespeeld in het delict. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit, maar achtte het subsidiair ten laste gelegde feit bewezen. De rechtbank baseerde haar oordeel op de bekennende verklaring van de verdachte en andere bewijsmiddelen. De verdachte had inlichtingen verschaft aan medeverdachten, waardoor het slachtoffer in zijn woning kon worden beroofd. De rechtbank legde een jeugddetentie van één maand voorwaardelijk op, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 60 uur, te vervangen door jeugddetentie indien deze niet naar behoren werd uitgevoerd. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer], tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de rechtbank de schade op € 1.227,33 vaststelde, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/661783-14
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 23 december 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
Geboren op[1997] in [geboorteplaats],
Wonende aan de [adres] in [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft, achter gesloten deuren, plaatsgevonden op 12 december 2014. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. V.W.A.M. van de Port, advocaat te Harderwijk.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenkingen komen er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
Primair: anderen in de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 heeft uitgelokt om op 8 maart 2014 te proberen [slachtoffer] af te persen;
en/of
anderen in de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 heeft uitgelokt om op 8 maart 2014 te proberen met geweld [slachtoffer] te beroven;
Subsidiair: medeplichtig is aan het op 8 maart 2014 samen met anderen proberen [slachtoffer] af te persen door in de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 inlichtingen te verschaffen;
en/of
medeplichtig is aan het op 8 maart 2014 samen met anderen proberen [slachtoffer] met geweld te beroven, door in de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 inlichtingen te verschaffen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie is van mening dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, te weten de uitlokking van een poging tot afpersing dan wel diefstal met geweld. De officier van justitie is van mening dat het subsidiair ten laste gelegde, zijnde de medeplichtigheid aan de poging afpersing en diefstal met geweld, wel bewezen kan worden verklaard. Hiervoor verwijst de officier van justitie naar de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen en de bekennende verklaring die verdachte heeft afgelegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht verdachte vrij te spreken van het primair ten laste gelegde feit, nu uit het dossier niet kan worden opgemaakt dat sprake is geweest van uitlokking. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit is de verdediging van mening dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan een poging tot diefstal met geweld. Volgens de verdediging kan van een poging tot afpersing geen sprake zijn, nu de elementen die in de tenlastelegging worden genoemd niet kunnen leiden tot het dwingen van afgifte van goederen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Vrijspraak ten aanzien van het primair tenlastegelegde
De rechtbank is van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, zijnde de uitlokking van een poging tot afpersing dan wel diefstal met geweld. Uit artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht blijkt dat sprake is van uitlokken wanneer iemand een ander heeft aangezet tot het begaan van een strafbaar feit. Zonder de uitlokker zou het delict niet hebben plaatsgevonden. De rechtbank kan niet vaststellen dat verdachte een dusdanige leidende rol heeft gehad in het bedenken van het plan en het laten uitvoeren hiervan door anderen, dat het strafbare feit zonder hem niet zou hebben plaatsgevonden. Derhalve kan hij niet als uitlokker worden gekwalificeerd en spreekt de rechtbank hem daarvan vrij.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde [1]
Aangezien verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft bekend, volstaat de rechtbank - met toepassing van het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering - met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht het feit bewezen gelet op:
  • Een geschrift, zijnde een aangifte van [slachtoffer] van 8 maart 2014 (pagina 356 tot en met 357);
  • De bekennende verklaring van verdachte ter zitting d.d. 12 december 2014.
Bewijsoverweging ten aanzien van de kwalificatie ‘diefstal met geweld’
De rechtbank is van oordeel dat verdachte moet worden veroordeeld voor medeplichtigheid aan de poging tot diefstal met geweld. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit het dossier niet naar voren komt dat sprake is geweest van ‘dwang tot afgifte’, hetgeen voor een bewezenverklaring voor een afpersing noodzakelijk is. De rechtbank stelt vast dat uit de bewijsmiddelen en de verklaringen van verdachte en medeverdachten blijkt dat het idee was dat aangever gedwongen zou worden om op de grond te gaan liggen, waarna er hasj en geld uit de woning weggenomen konden worden.
De rechtbank leidt uit het bovenstaande af dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op 8 maart 2014 te Bunnik, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en die [medeverdachte 3] en die [medeverdachte 4] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met elkaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en hasj, toebehorende aan [slachtoffer] en daarbij die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, tezamen en in vereniging met elkaar, als volgt hebben gehandeld: zijnde en hebbende die [medeverdachte 1] en die [medeverdachte 2] en die [medeverdachte 3] en die [medeverdachte 4]
- in een telefoongesprek met die [slachtoffer] een bezoek aan de woning van die [slachtoffer] aangekondigd en
- na dat bezoek de deur van de woning open laten staan en vervolgens
- voorzien van een gezichtsmasker de woning van die [slachtoffer] binnengegaan en
- die [slachtoffer] een mes getoond en op dreigende toon tegen die [slachtoffer] gezegd:" Ga liggen, ga op de grond liggen" en
- nadat die [slachtoffer] weigerde om op de grond te gaan liggen, die [slachtoffer], zes keer met dat mes gestoken in diens buik en zij en heup en arm,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
tot welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 te Bunnik en te Utrecht opzettelijk behulpzaam is geweest door het verschaffen van inlichtingen door:
- tegen die [medeverdachte 1] en die [medeverdachte 2] te vertellen dat er bij die [slachtoffer] veel geld en hasj te halen was en dat die [slachtoffer] een dik en klein mannetje was die zich niet zou gaan verzetten en
- tegen die [medeverdachte 1] en die [medeverdachte 2] te vertellen waar die [slachtoffer] het geld en de hasj bewaarde en
- tegen die [medeverdachte 1] en die [medeverdachte 2] te vertellen dat er eerst een bekende van [slachtoffer] contact moest opnemen omdat [slachtoffer] anders de deur niet open zou doen en
- een plattegrond van de inrichting van de woning van die [slachtoffer] te maken en aan die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te geven, en
- tegen die [medeverdachte 1] en die [medeverdachte 2] te vertellen dat die [slachtoffer] omdat hij een drugsdealer is toch geen aangifte bij de politie zou doen.
Voor zover in de tenlasteleggingen, met uitzondering van de aangehaalde tekst van verdachte, taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte subsidiaire feit is volgens de wet strafbaar als:
medeplichtig aan medeplegen van poging tot diefstal met geweld.

7.De strafbaarheid van verdachte

De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte voor het door hem bewezen geachte feit wordt opgelegd een jeugddetentie van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft gezeten. Daarnaast vordert de officier van justitie een leerstraf Tools4U regulier van 20 uur en een werkstraf van 60 uur, te vervangen door 30 dagen jeugddetentie indien deze niet of niet naar behoren wordt uitgevoerd.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in de strafeis van de officier van justitie, maar heeft wel verzocht om de werkstraf geheel voorwaardelijk op te leggen gezien de geringe rol die verdachte heeft gespeeld bij het strafbare feit.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte is medeplichtig bevonden aan een poging tot diefstal met geweld. Verdachte heeft inlichtingen verschaft, zodat het slachtoffer in zijn woning kon worden beroofd. Bij de beroving is het slachtoffer zes maal in zijn lichaam gestoken door één van de mededaders van verdachte. Verdachte heeft eraan bijgedragen dat er op grove wijze inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Daarnaast is het algemeen bekend dat slachtoffers van een dergelijke gewelddadige beroving hier nog lange tijd zowel fysiek als geestelijk last van kunnen hebben, wat ook blijkt uit de ter zitting voorgelezen slachtofferverklaring.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie d.d. 23 oktober 2014 van verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Tevens heeft de rechtbank kennis genomen van een rapportage opgesteld door Bureau Jeugdzorg d.d. 20 november 2014, waarin wordt geadviseerd om aan verdachte een leerstraf Tools4U op te leggen en een voorwaardelijke straf met proeftijd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft zich door middel van een akkoordverklaring d.d. 28 november 2014 aangesloten bij dit advies.
Ter zitting d.d. 12 december 2014 heeft mw. [A], werkzaam bij Bureau Jeugdzorg, verklaard dat het momenteel goed gaat met verdachte, dat de zorgen die nog spelen voldoende kunnen worden aangepakt door het opleggen van de leerstraf Tools4U en dat verdere begeleiding niet nodig is.
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden verklaard gezien het feit dat hij ten tijde van het plegen van het feit verdovende middelen gebruikte en erg kwetsbaar was. De rechtbank is van oordeel dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar dient te worden verklaard, nu dit zowel uit de rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming als Bureau Jeugdzorg naar voren komt.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte dient te worden opgelegd een jeugddetentie van 1 maand geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast zal de rechtbank opleggen een taakstraf bestaande uit een leerstraf Tools4U regulier van 20 uur, te vervangen door 10 uur jeugddetentie en daarnaast een werkstraf van 60 uur, te vervangen door 30 dagen jeugddetentie indien deze niet naar behoren wordt verricht.

9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 1.587,33 in verband met de door het tenlastegelegde feit geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting verzocht om de vordering van de benadeelde partij in haar geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag der algehele voldoening en om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Daarnaast heeft de officier van justitie de rechtbank verzocht om de schadevergoeding hoofdelijk op te leggen.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank om de vordering benadeelde partij te matigen en wel als volgt. Ten aanzien van de materiële schadeposten dienen één maal de boxershort en één maal het T-shirt, alsmede het eigen risico en de vergoeding voor de taxirit niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat hiervoor geen onderbouwing aanwezig is. Ten aanzien van de immateriële schade verzoekt de verdediging om deze geheel af te wijzen, dan wel niet-ontvankelijk te verklaren. Daarnaast verzoekt de verdediging om de schadevergoeding niet hoofdelijk op te leggen omdat dit, gezien de kleine rol van verdachte, niet opportuun is. Aan ieder van de verdachten dient een deelbedrag te worden opgelegd dat past bij de rol die de desbetreffende verdachte gespeeld heeft, aldus de verdediging.
9.3.
Het oordeel van de rechtbank
De behandeling van de vordering van de benadeelde partij levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank waardeert de totale schade op € 1.227,33 (zegge: duizendtweehonderdzevenentwintig euro en drieëndertig eurocent), te weten € 227,33 aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade. De rechtbank zal de vordering tot een bedrag van € 1.227,33 toewijzen, inclusief de wettelijke rente berekend vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 8 maart 2014, tot aan de dag der algehele voldoening.
Ten aanzien van de schade die is aangevoerd met betrekking tot het eigen risico, acht de rechtbank het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt nu niet met bescheiden is onderbouwd dat het eigen risico voor het betreffende kalenderjaar is aangewend voor de hier aan de orde zijnde behandeling. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering. Voor dat deel kan de benadeelde partij de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opgelegd, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van ontstaan van de schade, te weten 8 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank legt de schadevergoeding hoofdelijk op nu verdachte deel heeft uitgemaakt van de groep die de schade aan [slachtoffer] heeft toegebracht. Hij is daardoor mede verantwoordelijk voor het letsel van [slachtoffer].
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de verdachten de beoogde buit in de vorm van hasj en geld ook onderling zouden verdelen, waarbij een concrete verdeelsleutel overigens niet bekend is. Daarom moeten de verdachten de schade als gevolg van deze overval samen betalen en zijn zij ieder voor het geheel hoofdelijk aansprakelijk. De verschillende rollen die de verdachten hebben gehad zullen worden verdisconteerd in de respectievelijke strafmaten, dus niet in deze financiële afwikkeling.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 48, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg en 312 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak ten aanzien van het primair tenlastegelegde
- Spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
- Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
- Het bewezen verklaarde levert op zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld.
Strafbaarheid
- Verklaart het bewezene strafbaar.
- Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
- Veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentie van één maandvoorwaardelijk;
- Bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie;
- Beveelt dat de jeugddetentie niet zal worden uitgevoerd, tenzij later anders wordt gelast en stelt daarbij
een proeftijd van 2 jarenvast;
- De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende
algemene voorwaardenhoudt:
o de verdachte zal zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maken aan een strafbaar feit;
o de verdachte zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
o de verdachte zal medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in 77aa, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- Veroordeelt verdachte tot een
werkstraf van 60 uur;
- Beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet of niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toepast van
30 dagen;
- Veroordeelt verdachte tot een
leerstraf Tools4U regulier van 20 uur;
- Beveelt dat indien verdachte de leerstraf niet of niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
10 dagen.
Benadeelde partij
- Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Bunnik, toe tot een bedrag van € 1.227,33 (zegge zegge: duizendtweehonderdzevenentwintig euro en drieëndertig eurocent), bestaande uit € 227,33 aan materiele schade en € 1.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf 8 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
- Veroordeelt verdachte aan [slachtoffer] voornoemd, het bedrag te betalen;
- Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- Bepaalt dat voor zover dit bedrag door één van de mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], te betalen de som van € 1.227,33 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2014 tot de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 22 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt dat voor zover dit bedrag door één van de mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Voorlopige hechtenis
- Heft op het reeds geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.A. Gerritse, voorzitter, tevens kinderrechter,
mrs. M.P. Glerum en A.R. Creutzberg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Capitano, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 december 2014.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
Primair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] op of omstreeks 08 maart 2014 te Bunnik, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk om zich en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of bedreiging met
geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld en/of hash/hennep en/of andere goederen van hun/zijn gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] en/of verdachte tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, als volgt hebben/heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4]
- in een telefoongesprek met die [slachtoffer] een bezoek aan de woning van die [slachtoffer] aangekondigd en/of
- na dat bezoek de deur van de woning open laten staan en/of (vervolgens)
- voorzien van een gezichtsmasker de woning van die [slachtoffer] binnengegaan en/of
- die [slachtoffer] een mes/priem, althans een steekvoorwerp, getoond en/of (op dreigende toon) tegen die [slachtoffer] gezegd:" Ga liggen, ga op de grond liggen" en/of
- ( nadat die [slachtoffer] weigerde om op de grond te gaan liggen) die [slachtoffer], zes keer, althans een of meermalen, met dat/die mes/priem, althans dat steekvoorwerp, gestoken in diens buik en/of zij en/of heup en/of arm,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 te Bunnik en/of te Utrecht en/of elders in Nederland opzettelijk heeft uitgelokt door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen door
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat er bij die [slachtoffer] veel geld en/of hash/hennep te halen was en/of dat die [slachtoffer] een dik en/of klein mannetje was die zich niet zou gaan verzetten en/of - tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen waar die [slachtoffer] het geld en/of de hash/hennep bewaarde en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat er eerst een bekende van [slachtoffer] contact moest opnemen omdat [slachtoffer] anders de deur niet open zou doen en/of
- een plattegrond van de (inrichting van) de woning van die [slachtoffer] te maken en/of aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te geven, althans te tonen en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat die [slachtoffer] omdat hij een drugsdealer is toch geen melding/aangifte bij de politie zou doen,
en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] op of omstreeks 08 maart 2014 te Bunnik, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of hash/hennep en/of andere goederen van hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] en/of verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en / of te doen vergezellen en / of te doen volgen van geweld en / of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4]
- in een telefoongesprek met die [slachtoffer] een bezoek aan de woning van die [slachtoffer] aangekondigd en/of
- na dat bezoek de deur van de woning open laten staan en/of (vervolgens)
- voorzien van een gezichtsmasker de woning van die [slachtoffer] binnengegaan en/of
- die [slachtoffer] een mes/priem, althans een steekvoorwerp, getoond en/of (op dreigende toon) tegen die [slachtoffer] gezegd:" Ga liggen, ga op de grond liggen" en/of
- ( nadat die [slachtoffer] weigerde om op de grond te gaan liggen) die [slachtoffer], zes keer, althans een of meermalen, met dat/die mes/priem, althans dat steekvoorwerp, gestoken in diens buik en/of zij en/of heup en/of arm, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 te Bunnik en/of te Utrecht en/of elders in Nederland opzettelijk heeft uitgelokt door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen door
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat er bij die [slachtoffer] veel geld en/of hash/hennep te halen was en/of dat die [slachtoffer] een dik en/of klein mannetje was die zich niet zou gaan verzetten en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen waar die [slachtoffer] het geld en/of de hash/hennep bewaarde en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat er eerst een bekende van [slachtoffer] contact moest opnemen omdat [slachtoffer] anders de deur niet open zou doen en/of
- een plattegrond van de (inrichting van) de woning van die [slachtoffer] te maken en/of aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te geven, althans te tonen, en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat die [slachtoffer] omdat hij een drugsdealer is toch geen melding/aangifte bij de politie zou doen.
art. 312 Wetboek van Strafrecht
art. 317 Wetboek van Strafrecht
art. 45 Wetboek van Strafrecht
art. 47 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] op of omstreeks 08 maart 2014 te Bunnik, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk om zich en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld en/of hash/hennep en/of andere goederen van hun/zijn gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] en/of verdachte tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, als volgt hebben/heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4]
- in een telefoongesprek met die [slachtoffer] een bezoek aan de woning van die [slachtoffer] aangekondigd en/of
- na dat bezoek de deur van de woning open laten staan en/of (vervolgens)
- voorzien van een gezichtsmasker de woning van die [slachtoffer] binnengegaan en/of
- die [slachtoffer] een mes/priem, althans een steekvoorwerp, getoond en/of (op dreigende toon) tegen die [slachtoffer] gezegd:" Ga liggen, ga op de grond liggen" en/of
- ( nadat die [slachtoffer] weigerde om op de grond te gaan liggen) die [slachtoffer], zes keer, althans een of meermalen, met dat/die mes/priem, althans dat steekvoorwerp, gestoken in diens buik en/of zij en/of heup en/of arm,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
tot welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 te Bunnik en/of te Utrecht en/of elders in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen door
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat er bij die [slachtoffer] veel geld en/of hash/hennep te halen was en/of dat die [slachtoffer] een dik en/of klein mannetje was die zich niet zou gaan verzetten en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen waar die [slachtoffer] het geld en/of de hash/hennep bewaarde en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat er eerst een bekende van [slachtoffer] contact moest opnemen omdat [slachtoffer] anders de deur niet open zou doen en/of
- een plattegrond van de (inrichting van) de woning van die [slachtoffer] te maken en/of aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te geven, althans te tonen, en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat die [slachtoffer] omdat hij een drugsdealer is toch geen melding/aangifte bij de politie zou doen,
en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] op of omstreeks 08 maart 2014 te Bunnik, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of hash/hennep en/of andere goederen van hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die
[medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] en/of verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en / of te doen vergezellen en / of te doen volgen van geweld en / of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, als volgt heeft
gehandeld: zijnde en/of hebbende die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] - in een telefoongesprek met die [slachtoffer] een bezoek aan de woning van die [slachtoffer] aangekondigd en/of
- na dat bezoek de deur van de woning open laten staan en/of (vervolgens)
- voorzien van een gezichtsmasker de woning van die [slachtoffer] binnengegaan en/of
- die [slachtoffer] een mes/priem, althans een steekvoorwerp, getoond en/of (op dreigende toon) tegen die [slachtoffer] gezegd:" Ga liggen, ga op de grond liggen" en/of
- ( nadat die [slachtoffer] weigerde om op de grond te gaan liggen) die [slachtoffer], zes keer, althans een of meermalen, met dat/die mes/priem, althans dat steekvoorwerp, gestoken in diens buik en/of zij en/of heup en/of arm,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
tot welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 8 maart 2014 te Bunnik en/of te Utrecht en/of elders in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen door
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat er bij die [slachtoffer] veel geld en/of hash/hennep te halen was en/of dat die [slachtoffer] een dik en/of klein mannetje was die zich niet zou gaan verzetten en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen waar die [slachtoffer] het geld en/of de hash/hennep bewaarde en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat er eerst een bekende van [slachtoffer] contact moest opnemen omdat [slachtoffer] anders de deur niet open zou doen en/of
- een plattegrond van de (inrichting van) de woning van die [slachtoffer] te maken en/of aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te geven, althans te tonen, en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te vertellen dat die [slachtoffer] omdat hij een drugsdealer is toch geen melding/aangifte bij de politie zou doen.
art. 312 Wetboek van Strafrecht
art. 317 Wetboek van Strafrecht
art. 45 Wetboek van Strafrecht
art. 48 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om proces-verbaal nr. PL0920/2014054976, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.